GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

1951 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 82

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

74

M. EILANDER

Straling. In het bovenstaande gaven we een kort overzicht van enkele der voornaamste dynamische beschouwingen, die iets te zeggen hebben over het probleem van de tijdschaal. Thans wenden wij ons van de astrodynamica naar de astrophysica met de vraag: waar halen de sterren hun schier onuitputtelijke voorraden warmte-energie vandaan? Het volgende geeft enig idee van de grootte van de energie, die de zon uitstraalt. De aarde ontvangt per minuut en per cm^ twee calorieën warmte van de zon. Dit aantal van 2 calorieën is de z.g. zonneconstante. Dit betekent: indien de zonnestraling, die de aarde treft, wo:rdt berekend tegen 4 cent per kWh, dan ontvangen we elke minuut voor een kapitaal van 120 milliard gulden. Deze hoeveelheid energie, die de aarde opvangt, is echter nog maar het tweemilliardste deel van wat de zon uitzendt. Alles wat de aarde niet opvangt gaat naar menselijke maatstaf in de onmetelijke wereldruimte verloren. Uit de zonneconstante volgt, dat de zon per seconde een energie uitzendt van 4.1033 erg. Daar de zon 2 . lO^s gram weegt, zendt gemiddeld elke gram zonnematerie twee erg per seconde uit. Verder volgt er uit, dat elke cm2 van de oppervlakte van de zon per seconde 1500 calorieën uitzendt, en dus een vermogen heeft van 6 kW. Nu is de zon wat men noemt een typische dwergster. De z.g. reuzensterren stralen 100 maal zoveel energie uit als de zon, en de z.g. supergiganten 10000 maal zoveel. Een nova kan het brengen tot een millioen maal zoveel, en een supernova zelfs tot meer dan honderdmillioen maal zoveel als de zon. Wat kan toch wel de bron zijn van zulk een grote hoeveelheid stralingsenergie, die een ster per seconde, en dat dan reeds millioenen jaren lang, uitzendt? In de 19e eeuw heeft men verschillende ideeën geopperd en weer moeten loslaten. De voornaamste zijn: het vallen van meteoren in de zon (kinetische energie van de botsing, omgezet in warmte); chemische verbindingen (verbranding); de potentiële energie van de gravitatie; radioactiviteit. De gravitatietheorie scheen nog wel wat te beloven. Wanneer de middellijn van de zon per jaar 100 meter zou inkrimpen, zou dit genoeg energie opleveren om de uitstraling te dekken. Maar de zon zou dit slechts een korte tijd kunnen volhouden en een oorzaak van zulk regelmatig inkrimpen is ook niet aan te geven. Wat de radioactiviteit betreft: een gram uranium levert, tot het geheel is uiteengevallen in lood en helium, 5.10^ calorieën; dit is van de goede orde van grootte, mits de hele zon uit louter uranium be-

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1951

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 224 Pagina's

1951 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 82

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1951

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 224 Pagina's