GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

1951 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 42

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

34

C. p. KOENE

kan worden ingestaan, tenminste, als men de radioactieve methode als juist aanvaardt. Over de grootste ouderdom lopen de meningen uiteen. Holmes b.v. komt op ca 3350 millioen jaar als de meest waarschijnlijke "Waarde. Jeffreys vindt de metingen, die Holmes aanhaalt, niet overtuigend en wil niet zo hoog gaan. Er zullen nog wel méér metingen volgen, die hierover uitsluitsel moeten brengen. V. De warmteontwikkeling in de aarde ten gevolge van de radioactieve stoffen is ongeveer uit te rekenen als men aanneemt dat in de diepte het gemiddelde gehalte aan radioactieve stoffen even groot is als in de korst. Men komt dan op een warmteproductie van ca 34 X 10^* cal/sec. Daartegenover staat een warmte-uitstraling door het aardoppervlak van ca 6 X 10^^ cal/sec. De productie is dus meer dan 500 maal zo groot als de uitstraling. Dit geeft een verwarming van de aarde. Weliswaar is de massa van de aarde groot, maar op den duur moet men er toch iets van merken. Berekening geeft een temperatuursstijging van ca 90 C per milHoen jaar. Dit is zéker niet het geval. Wat dan? Men kan nu in hoofdzaak twee dingen onderstellen. Of naar het midden toe neemt het gehalte aan radioactieve stoffen snel af. Of de geproduceerde warmte wordt voor andere dingen gebruikt. De eerste onderstelling betekent een zéér drastische afneming van het gehalte op al betrekkelijk geringe diepte. Dat is geochemisch zeer onwaarschijnlijk en klopt ook niet met waarnemingen aan gesteenten en lava's, die uit grote diepte komen. De tweede onderstelling is nader uitgewerkt door Holmes en Joly. Door de grote warmteontwikkeling zouden er na verloop van een zekere tijd convectiestromen in de vloeibare massa onder de vaste aardkorst ontstaan. Hierdoor zouden de vulkanische verschijnselen en ook de continentverschuivingen tot stand komen. Zéér in het kort is de redenering: Warmteontwikkeling geeft smelten, geeft volumevergroting, geeft drukverhoging, geeft smeltpuntsverhoging. Op een zeker ogenblik wordt de spanning zo groot, dat de zaak „uitbarst". Ik kan de geologische consequenties hiervan niet doorzien, maar de algemene gedachtengang lijkt mij zeer aannemelijk. VI. Zo af en toe vallen er meteorieten op de aarde. De astronomen zijn het er niet over eens of deze brokstukken allemaal behoren tot het zonnestelsel, óf dat er ook sommige uit de interstellaire ruimte komen. Van een aantal van deze meteorieten heeft men met

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1951

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 224 Pagina's

1951 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 42

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1951

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 224 Pagina's