1957 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 182

INGEZONDEN

151

Het IS nu m 1 mogelijk de schepping van de eerste mens zó te zien, dat er reeds bij de ontvangenis m een antropoid wezen direct een menselijk embryo werd geschapen, dat door God gevormd werd tot een mens, lichaam-ziel-geest tegelijk En niet een antropoid embryo, waaraan God, als een donum super-additum, een geest heeft toegevoegd. De geest van ieder mens vormt van af zijn allereerste begin een eenheid met zyn (erfelijke) psychosomatische vorm en structuur. Bij de schepping van ieder mens is er sprake van een verticale en een horizontale, een onmiddellijke en een middellijke machtdaad van God. (Zie hiervoor ook prof. G. C Berkouwer De mens het beeld Gods, p 320 vv). Wat betreft Genesis 3 19 zou ik willen opmerken: er is geen strakke scheidslijn tussen dode en levende stof, stof kan zowel dode als levende stof zijn, stof in afbraak en stof m opbouw, uw levende stof keert (dagelijks) tot dode stof weer Tijdens het leven heeft ook het omgekeerde plaats BIJ het sterven blijft het wezen, de persoon van de mens bewaard, maar het stoffelijk omhulsel vervalt. Ten slotte bestaat er een dualisme tussen stof en geest' De mens is stoffelijk en geestelijk tegelijk Stoffelijk m zijn betrokken en gericht zijn op de stof en geestelijk m zijn betrokken en gericht zijn op God Zijn stoffelijk lichaam is hier zijn mogelijkheid om zijn bewegende geestelijke activiteit te doen functioneren Hij kan zijn leven ervaren als een natuurlijke beweging naar de stoffelijke dingen (de natuurlijke mens), maar hij kan ook zijn leven zien als een van God ontvangen gave (de geestelijke mens) Hij kan zien de wijkende verte van de vergankelijke wereld, waarin hij leeft en tegelijk het wenkend verschiet van de wereld, die hem wacht. (Zie hiervoor prof. C. A. van Peursen- Lichaam-ziel-geest, m.n hoofdstuk 8) BIJ dit alles zullen we echter moeten blijven gedenken, dat de mysteriën van Gods gedachten kostelijk zijn en overweldigend m getal. (Psalm 139 : 17 en 18). J. A HENDRIKS.

ERRATUM In het artikel van de heer J A Hendriks „De eerste mens" in de mei-aflevering is helaas op blz. 124 na de 6e regel een regel uitgevallen, namelijk . „gekomen aan zijn moeilijk bestaan over heel de wereld en zijn de". De verbeterde alinea luidt dus „Dat de homo sapiens direct daarna zou zijn uitgestorven is weinig waarschijnlijk, maar toch is tijdens de ijstijd langzamerhand een einde gekomen aan zijn moeilijk bestaan over heel de weield en zijn de hommes recentes steeds meer naar voren gekomen. Dat er nog contact tussen hen en de vroegere antropoiden zou hebben bestaan is wel aan twijfel onderhevig." Wij bieden de schrijver wel onze verontschuldiging aaij.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen