1962 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 307

MAGIE IN DE ISRAËLITISCHE GENEESKUNDE

247

genezing van de mens. Hun methodes bestonden uit het vooral des nachts reciteren van bepaalde spreuken. Bij fakkellicht werden de toverspreuken in een bepaalde ritme uitgesproken. De bezweringen bestonden uit formules, waarin de goede goden aangeroepen werden, tegen de boze geesten op te treden, ten einde de zieke te helpen. Vaak begint een bezweringsformule met het verhaal, hoe de god Ea de bedreigde maangod had gered. Of de boze geesten worden in dreigende taal toegesproken en hen wordt gelast, het lichaam van de zieke mens te verlaten.

De talmoed vertelt van het gebruik, dat de leerlingen van Jezus van diens naam maakten, door bij zieken formules met zijn naam te gebruiken, (j. Sabb. XIV, 14 d 41). Een Jood, aanhanger van Jezus, zou in het bad drie Joodse geleerden, Eliezar, Jozua en Akiba, met behulp van een toverspreuk op een bepaalde plek hebben doen stil staan. Jozua zou ditzelfde, eveneens met een toverspreuk, ten aanzien van de aanhanger van Jezus hebben verricht. Dezelfde tovenaar zou ook de zee hebben doen splijten en zich er op beroemd hebben, dah hij het wonder van Mozes (aan de Schelfzee) zou hebben verricht. Jozua sprak daarop tot de geest van de zee en de tovernaar verdronk, (j. Sanh. 25 d). Het Nieuwe Testament noemt op diverse plaatsen exorcistische handelingen, waarbij boze geesten verdreven worden. (Hand. 19, 13, Matth. 12, 27). Kwakzalvers gebruikten ook de methoden der apostelen (Hand. 19, 13—20). Origenes zegt, dat hij zelf door het aanroepen van de naam van God en van Jezus mensen van zware ziekten, epilepsie en krankzinnigheid heeft zien genezen, „welke noch door mensen noch door demonen genezen konden worden" (Contr. Gels. 111, 24). Het gebruik van de handoplegging als geneesmethode is ook bekend. Als de Syrische generaal Naaman naar de profeet Elisa gaat, om genezen te worden van zijn huiduitslag, verwacht hij, dat de profeet zich tegenover hem zal plaatsen en zijn hand boven de zieke plekken zal bewegen, zodat de ziekte verdwijnt (2 Kon. 5, 11). De huidaandoening van Naaman kon iemand door aanraking cultisch onrein maken, vandaar dat Naaman geen directe aanraking van zijn huiduitslag verwachtte. In de handoplegging in het Nieuwe Testament (Hebr. 6, 2) vinden we een overblijfsel van dit gebruik, thans bij de wijding, terug.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Terug naar resultaten Printen