GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

1963 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 152

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

118

H. M. KUITERT

van een lofzang op de grote daden van Israels God (2) en als zodanig zijn ze een belijdenis waarmee Israël zich aan Jahweh toevertrouwt (3) 17). Bij het eerste element moeten we beginnen. Zonder de bestaande mythen van de buurvolken, kunnen we zeggen, is het bijbelse scheppingsgeloof niet te denken, en in zijn terminologie trouwens onverklaarbaar. Het is juist de mythologische (dramatische) terminologie die ons bijna dwingend voorschrijft om uit te spreken dat de schepping (stellig!) tot de hoofdzaken van Israels getuigenis behoort, maar dat dit getuigenis bestaat uit een „omwerking", een „in beslag nemen" van wat de buurvolken in dit opzicht hebben voortgebracht is). De oorspronkelijke in-beslagname geschiedt spontaan, in de vorm van een doxologisch-polemisch lied op de grootheid van Jahweh. Maar in de loop van Israels geschiedenis is het niet bij deze spontane lofliederen gebleven. De omwerking wordt theologisch verwerkt, verfijnd en tenslotte gefixeerd in de scheppings-leer zoals we die in Gen. 1 voor ons hebben — een hoofdstuk dat niet alleen van veel latere hand is (zie boven) maar ook tot in alle details toe een theologische leer wü zijn. We kunnen Gen. 1 onmogelijk een primitief-beeldend verhaal noemen (zoals men dan wel eens van Gen. 2 zegt), ook niet dichterlijk (men leze b.v. Job 38 en verder om onder de indruk van dichterlijke taal te komen) i9),maar veeleer israëlitisch-theologisch, geladen met de wijsheid die de priester-scholen verzameld hadden. Het staat dicht in de buurt van wat men wel de chokmatische literatuur in het Oude Testament noemt (waaronder bijv. ook het boek Spreuken behoort). De theologische omwerking die we in Gen. 1 voor ons hebben, verraadt intussen dezelfde motieven die we ook al in Israels lofliederen vonden. Dat is voor ons onderwerp niet zonder belang. Waar ging het in de scheppingspsalmen ook weer om? Allereerst om polemiek. Niet de goden zijn de machthebbers, maar Jahweh is het, en zelfs over heel de wereld. Deze tendens tot ont-mythologiseren (of nog beter: om de oorspronkelijke mythen te ontkrachten) vinden we allerwegen in Gen. 1 terug, maar nu veel subtieler toegespitst vanuit Israels kennis van Jahweh als de God van het verbond 20)_ De voorbeelden zullen bekend zijn. Ik noem hier enkel de hemellichamen die door de schrijver van Gen.l zo profaan mogelijk „lampen om licht te geven" genoemd worden (Gen. 1, 15). Dat is bedoeld tegen verering van het „heer des hemels" zoals dat in de buurlanden gebruikelijk was, en onder Israël

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1963

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 322 Pagina's

1963 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 152

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1963

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 322 Pagina's