1963 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 72

^0

J. Ph. FOLEY

Terugblik De Christen, wetenschappelijke onderzoeker, terugziend op het hiervoor besprokene, wat zal hij nu met zijn verantwoordelijkheid? Hij wéét dat „research" nooit iets-op-zichzelf is, dat het altijd research-tot-iets is. Research-tot-iets wijst wezenlijk op de bestemming, de toepassing. En op dit punt valt de toetsing aan de norm, en de persoonlijke beslissing, in persoonlijke verantwoordelijkheid. Hij kent de bron, waaruit deze norm tot hem komt, waaruit hij een nieuwe cultuur van nederigheid en gemeenschap zou moeten bouwen, waaruit hij een reisplan zou moeten kunnen verwerkelijken. . . . . „zou moeten kunnen".... Hij weet ook, dat hij in onze cultuur staat in de spanning van zonde èn verlossing beide i). Het „ten dele" is voor hem enerzijds een wrange realiteit, want hij voelt de onmacht de verlossing reëel te maken in zijn leven. Aan de andere kant ook een blijde realiteit: rééds ten dele! Daar zijn, Code zij dank, toch ook de „ten-dele" mogelijkheden voor onze cultuur, waarin ook de niet-Christen — zijns ondanks — zich conformeert aan Gods Reisplan, aan Zijn structuren. Wij hebben dankbaar, in dit boekje, „ten-dele" mogelijkheden herkend. Zij accentueren onze taak als Christen-wetenschapsmensen des te duidelijker: de boodschap der verlossing dóór ons leven heen te laten klinken. Deze opdracht geldt uiteraard voor alle Christenen. Maar voor de wetenschapsmensen onder hen, die toch wel instrumenteel zijn in deze cultuur, geldt ze in het bijzonder. Hij die is toegerust met talenten, van hem zal veel geëist worden. Veel aan visie, veel aan arbeid, veel aan bezinning, veel aan getuigenis, veel aan geloof. „Dringend is deze taak nu de spanning tussen verlossing en zonde, tussen het Koninkrijk Gods dat er is en nog niet is, in een kritiek stadium is gekomen voor onze cultuur. Kansrijk ook is zijn boodschap voor dit leven, omdat er geen andere meer is. Zijn grootste moeite bij al deze inspanning is, niet krampachtig de verlossing in de weg te staan, maar ontspannen deze verlossing te tonen" i).

^) „Cultuur in de spanning van zonde en verlossing", H. van Riessen. S.S.R. Gedenkboek 1961 „Vier Glazen", pag. 361 vv.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen