1964 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 192

152

J. STELLINGWERFF

tijd naar dit oordeel is er d e mogelijkheid tot behoud van ons lege leven. D e bediening der verzoening is aan de kerk opgedragen, die in de eerste plaats ook verzoening voor zichzelf behoeft. Die verzoening over onze zonde en het behoud van ons lege leven ontvangen w e alleen door het geloof. W a t is tenslotte geloof? Als een bekende van ons is gestorven en w e hem begraven, weten w e dat hij ontbonden wordt en vergaat n ) . Met deze harde dood voor ogen zegt het geloof echter dat deze mens zal opstaan en leven. D a t geloof is wetenschap, maar dan wetenschap op grond van openbaring, niet wetenschap op grond van onderzoek. E e n wetenschap zekerder d a n d e zekerheid van d e wetenschap. Geloven is het Woord van God geloven, God die zegt dat d e doden zullen opstaan en dat ons lege leven door Christus kan overgaan in het eeuwig leven. Calvinisme en wetenschap vinden hun eenheid in dat geloof dat zekerheid en vastheid aan ons leven geeft door Jezus Christus.

i) Institutie I, XV, 2 of ook breder in J. Calvijn, Psychopannychia, herausg. von W. Zimmerli. Leipzig 1932. 2) Woordenboek der Nederlandsche Taal, XIV. Den Haag en Leiden 1936. Kolom 273 en 274. ' ) Dr. M. J. Janssen, Eenheid in statu nascendi; Openbare les R.U. Groningen op 2 juni 1964. Groningen 1964. p. 6. Vgl. p. 7 „dat deze ontwikkeling naar eenheid alleen maar bevorderlijk is voor de wetenschap, lijkt mij boven elke twijfel verheven". Janssen wijst op een opleiding nieuwe stijl, die verbindingen legt ,,die nu nog interdisciplinair heten". Deze ontwikkeling kon echter wel eens stranden op ,,plotselinge communicatiemoeilijkheden" (p. 8). Bladzijde 9 wijst op de literatuurproblemen, blz. 10 noemt het zgn. Weinberg report en een nieuw specialisme, de informatie-expert, strijdend tegen de „desintegratie van de wetenschap". Conclusie: „De literatuursituatie in Europa, gebonden als ze is aan nationale organisaties, is rijp voor een drastische sanering" (p. 10, zie ook de kritiek op blz. 12 en 13). Tenslotte: „Wat ik hier eenheidsgroei heb genoemd heet elders oecumene, of vreedzame co-existentie" (p. 14). *) Dr. G. K. Schoep, Naar aanleiding van het uitbreidingsplan der Vrije Universiteit. Z. pi. en J. Resp. p. 13, 23 en 22 en p. 31, 32 en 33. ' ) De Vrije Universiteit, Voorttrekken. Z. pi., 1929. p. 34. •) Dr. G. Ch. Aalders, Schriftgezag en wetenschap; rede jaarvergadering Ver. voor Hooger Onderwijs op Gereformeerde grondslag te Groningen 1 juli 1931. Kampen 1932. p. 14. ' ) Vgl. bijv. Prof. dr. V. Hepp: De basis van de eenheid der wetenschap; referaat voor de 22e Wetenschappelijke Samenkomst der Vrije Universiteit op 30 juni 1937. Assen 1937, en Dr. J. Ridderbos: Dr. Kuyper en de wetenschap. Aal ten 1938. p. 20—29 over Tweeheid en eenheid der wetenschap. 8) Vgl. het verhaal „Dominee met strooien hoed" door J. Wolkers in de bundel Gesponnen suiker, Amsterdam 1963.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen