GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

1968 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 222

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

VERSLAG VAN DE ALGEMENE DISCUSSIE Dit verslag geeft de belangrijkste punten van de discussie weer. Het gaat dus voorbij aan enkele incidentele vragen en opmerkingen, en doet ook niet geheel recht aan de chronologische volgorde. Voor de weergave van het gesprokene is alleen ondergetekende verantwoordelijk. De vele vragen die in eerste instantie gesteld zijn, werden door de voorzitter gebundeld tot enkele groepen, zodat ze in verband met elkaar beantwoord en besproken konden worden. Het verslag volgt deze indeling ruwweg. Op welk tijdstp rui de conceptie kan men spreken van een nieuw individu? In verband met de ethische aspecten van de verschillende methodes voor geboorteregeling had Prof. Drogendijk enige voorkeur uitgesproken voor de mening dat pas gesproken kan worden van een individu als er zwangerschap is, dat is dus vanaf het moment van de innesteling (nidatie) van het bevruchte ei. Prof. Lever daarentegen vond dat direct na de bevruchting reeds de mens in aanleg aanwezig is. Voorkoming van de nidatie zou dan ethisch ontoelaatbaar zijn. Ir. Herstel vroeg zich af of niet het tijdstip van betekenis is vanwaaraf in juridische zin van een individu gesproken kan worden. Prof. Drogendijk achtte dit laatste niet terzake; men zou gezien de begrafenisplicht van een ongeboren vrucht het moment zeer ver in de zwangerschap moeten stellen. Prof. Roscam Abbing deelt de mening van Prof. Lever; hij acht dan ook het gebruik van de „morning-after" pil onjuist, en protesteert ook tegen in vitro experimenten met menselijke zaad- en eicellen, waarbij een bevruchting bewerkstelligd is. Het Uefdegebod Hetgeen Prof. Roscam Abbing gezegd had over de naastenliefde als norm voor de geneeskunst, had niet iedereen bevredigd. Prof. Van Dalen stelde dat enerzijds de wetenschap evenzeer en ook legitiem gestimuleerd wordt door nieuwsgierigheid en verwondering, dat anderzijds de liefde meer een gesteldheid is, die op zichzelf nog geen normen aangeeft in concrete gevallen. Prof. Roscam Abbing wilde deze zaken niet teveel scheiden; hij betwijfelde of we wel van een cultuurtaak kunnen spreken zonder de naastenliefde erin te betrekken, en noemde in dit verband de schandalig dure ruimtevaart experimenten. We moeten ons in al ons handelen laten leiden door de liefde. Uiteraard geeft de Bijbel ons de normen aan voor het handelen, maar juist daar geldt ook dat de liefde de vervulling der wet is. De bijbelse normen staan niet haaks op de liefde, maar geven juist de

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1968

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 314 Pagina's

1968 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 222

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1968

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 314 Pagina's