GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

1968 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 52

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

32

DECONFESSIONALISERING?

In het voorafgaande heb ik getracht op omschrijvende en aanduidende wijze te laten zien, hoe men op basis van een overtuiging tot de conclusie kan komen, dat er een maatschappelijke noodzaak is voor een confessionele universiteit, zij het dat „maatschappelijk" hier betrekking heeft op de ontwikkeling van de maatschappij zelf en niet op de status van de christen in de maatschappij. De overtuiging van deze noodzaak blijft min of meer subjectief. Wie haar ziet, zal geneigd zijn te denken dat wie haar niet ziet, oogkleppen draagt. Wie haar niet ziet, vermoedt een Don Quichote in wie haar wel ziet. Dit is onvermijdelijk. Toch moeten wij ons afvragen of de eerder geciteerde woorden van de heer Teulings niet een element van waarheid bevatten. Misschien is de confessionele universiteit wel, noodzaak of geen noodzaak, maatschappelijk een onding. De nadelen van het isolement der studenten werden reeds genoemd. Verder is daar de selectie van de staf. Op welke wijze kan hierin de doelstelling tot uiting komen? Waarmee precies moet van deze staf instemming gevraagd worden? Is de binding aan de grondslag een morele binding, of moet deze juridisch met een handtekening worden bekrachtigd? In hoeverre is het te verantwoorden, dat instemming met een confessie gehonoreerd wordt met een door sommigen sterk geambieerde maatschappelijke positie? De lezer zal overigens aan mijn slordig gebruik van het woord „confessioneel" bemerkt hebben, dat ik hierbij zeker niet een voor een bepaald kerkgenootschap karakteristieke confessie op het oog heb. Het zou te ver voeren hier dieper op in te gaan. Het is in het onderhavige verband ook niet nodig. Voorts zou men een confessionele universiteit een „maatschappelijk onding" kunnen noemen, omdat enerzijds grondslag en doelstelling een zware beperking kunnen betekenen bij de benoeming van docenten, terwijl anderzijds het bestaan van confessionele universiteiten tengevolge kan hebben, dat aan andere universiteiten de stem van het belijden minder duidelijk klinkt door een naar verhouding te klein aantal christendocenten. Er zijn natuurlijk tal van middelen om de genoemde bezwaren zoveel mogelijk op te heffen en op deze wijze het onding tot een aanvaardbaar ding te maken. Openheid en samenwerking met andere universiteiten zijn de belangrijkste. Niettemin leek het mij goed de bezwaren te accentueren, omdat we deze op de achtergrond moeten blijven zien als we gaan overwegen, of de confessionele universiteiten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1968

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 314 Pagina's

1968 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 52

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1968

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 314 Pagina's