GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

1971 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 208

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

156

BOERHAAVE EN DESCARTES

Luther, Paracelsus (1493 -1541), die zo fel in botsing kwam met de traditionele geneeskunde, dat men hem de Luther medicorum noemde, trachtte de scheikunde dienstbaar te maken aan de geneeskunde door in onderscheiding van de oude, Galenische middelen, die in wezen tincturen en extracten, infusen en decocten van geneeskruiden waren, nieuwe, scheikundige, spagyrische medicijnen te zoeken en in te voeren — bij voorbeeld het kwik tegen de door Columbus' trawanten uit de Nieuwe Wereld in Europa ingevoerde syphilis, die in de daarop spoedig volgende eeuw-wende epidemisch om zich heen sloeg. Hij had ook een chemische conceptie omtrent de materie en de samenstelling van het lichaam, dat zou bestaan uit zout, kwik en sulfur, de zogenaamde tria prima. De chemiatrische school, die bij hem ontsprong, bereikte haar culminatiepunt in Fran?ois de Ie Boë Sylvius (1614 - 72), die gedurende 14 jaar te Leiden als hoogleraar heeft geschitterd en tal van studenten aantrok, doch zich te buiten ging aan eenzijdige en onhoudbare verklaringen van de vitale processen in het menselijk lichaam, naar analogie van de waarnemingen ener ruwe en nog in haar kinderschoenen staande scheikunde. Ook Sylvius incorporeerde Cartesiaanse elementen in zijn denken. Ook al waren vele aanhangers der chemiatrische richting slechts semi-cartesianen, toch neigden zij er toe zich van de waarneming te verwijderen door alles, in overspannen speculaties, door middel van enkele principes, zoals fermentatie, opbruising en rotting, te willen verklaren. Het gevaar, dat hierin lag voor de geneeskunde, werd door Boerhaave scherp onderkend.

Boerhaave was veel méér dan een geslaagd hoogleraar in de geneeskunde en een succesvol arts. Hij was een universeel geleerde, die natuurwetenschap en geneeskunde in een samenhangende conceptie trachtte te vatten. Zijn opleiding had hem daaroe de bouwstenen geleverd. Vóór zijn in enkele jaren volbrachte medische studie, had bij zich gedurende 6 jaar als student aan de theologie en de natuurfilosofie gewijd, en was daarin geconfronteerd met de wijziging, die zich in het middeleeuwse wereldbeeld voltrok. Het oude atomisme van Demokritus en Epicurus, waaraan christelijke denkers steeds aanstoot hadden genomen vanwege zijn ethische implicaties, herleefde. De Franse, katholieke geestelijke Pierre Gassendi (1592 -1655) deed echter een vrij geslaagde poging om ze aan te passen aan de christelijke

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1971

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 324 Pagina's

1971 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 208

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1971

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 324 Pagina's