De Vrije Universiteit in oorlogstijd - pagina 79
P R O F . MR J . O R A N J E 69
Ik kan mij zoo voorstellen hoe wij aan zijn eenigen kleinzoon
Bruins Slot, geboren op den dag der invasie van Normandië, 6 Juni
1944, getooid met den schoonen en symbolischen naam van zijn
grootvader Victor, als hij een jaar of tien geworden zal zijn, zullen
vertellen: jouw grootvader, nou, dat was nog eens een man; die
werkte heele nachten door, en als hij dan bang was in slaap te
vallen, dan ging hij achter zijn hooge lessenaar staan. Als hij dan
in slaap viel, werd hij wakker, als hij ging omvallen. Jij moet net
zoo flink worden als hij!
En als Victor vijftien zal zijn geworden, zullen wij niet meer bij
de anecdoten blijven staan, maar dan zullen wij zeggen: je groot-
vader, Victor, dat was een man. Die was voor niemand bang.
Die leidde het verzet tegen den Duitschers op verschillende ge-
bieden. Die was altijd bezig met zijn geest. Die probeerde altijd
iedereen met raad en daad bij te staan. Die was eerlijk en dapper en
trouw. Word jij zooals je grootvader
En als Victor twintig is, dan zullen we zeggen: Victor, ik heb je
grootvader goed gekend, en daar ben ik nog steeds dankbaar voor.
Ik heb van je grootvader zooveel gehouden; ik ben nog bijna
nooit zoo bedroefd geweest, als toen het bericht kwam, dat hij
in Duitschland gestorven was. Ik had zoo gehoopt, dat hij nog
terug zou komen. Hij was wel al 67, maar wij hadden hem nog
zoo noodig. Wij hoopten, dat wij hem om raad zouden kunnen
vragen. Dat wilden zoovelen, die hem kenden. Over de toekomst
van de Vrije Universiteit en over de richting, die wij daarmede
uitmoesten, nu wij na den oorlog als het ware opnieuw konden
beginnen. En over het onderwijs in het algemeen. En over de bin-
nenlandsche politiek. En over de vredesonderhandelingen. En over
de bestraffing van oorlogsmisdadigers. En over wat wij toen noem-
den „de illegaliteit"... ja, waarover eigenlijk niet? Je grootvader
stond altijd klaar — hij had een warm hart. Hij hield van zijn God
en hij kwam er altijd tegenover iedereen voor uit. Hij hield van de
zijnen, en hij was voor hen allen een steun. Hij hield van zijn werk,
en hij was er altijd mee bezig. Hij hield van zijn Universiteit en
hij hield haar naam hoog. Hij hield van zijn Koningin en hij wilde
naar haar toe, ondanks alle gevaren, toen hij dacht, dat zij hem
noodig had. Hij hield van zijn volk — en hij gaf voor dat volk
zijn leven.
God zij geloofd en gedankt voor wat Hij ons gegeven heeft in zijn
goeden en getrouwen dienstknecht Rutgers.
Ik heb gezegd.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1946
Publicaties VU-geschiedenis | 200 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1946
Publicaties VU-geschiedenis | 200 Pagina's