Vijfenzeventig jaar Vrije Universiteit - pagina 109
Gedenkboek bij het vijfenzeventig-jarig bestaan der Vrije Universiteit te Amsterdam
bevestigend beantwoord, maar een geheel andere vraag was, of men
zo'n hoogleraar zou kunnen vinden. Hoezeer de zaak van de medische
faculteit van het begin af heeft geleefd blijkt, als men de lijst der
giften raadpleegt. Of is het niet merkwaardig, als men in 1894 ^^^
gift van ƒ 7.50 verantwoord vindt, afkomstig van een medisch student
aan een rijksuniversiteit, op hope, dat Gods volk eindelijk het noodige
zou bijeenbrengen, opdat van onze Universiteit geloovige doctoren
mochten gezonden worden?
Het was, helaas, echter niet in de eerste plaats een kwestie van geld.
— Behalve met de Vereeniging tot Christelijke verzorging van
krankzinnigen in Nederland zien we in deze periode de V. U. ook
verder voorzichtig andere contacten leggen. Allereerst met het Gerefor-
meerd gymnasium te Amsterdam. Dat contact behoeft nauwelijks moti-
vering: de V.U. had behoefte aan studenten, die een Gereformeerde
vooropleiding hadden gehad en omgekeerd hadden de Gereformeerde
gymnasia behoefte aan docenten, die aan de V.U. waren opgeleid. Van-
zelfsprekend was het de classicus Woltjer, die deze vraag aan de orde
stelde en reeds in 1888 adviseerde hij over te gaan tot de stichting van
een Gereformeerd gymnasium te Amsterdam vóór September 1889,
aanvankelijk slechts met een eerste leerjaar. Met een advertentie pro-
beerde men voorzichtig, of er zich leerlingen zouden melden. Dat bleek
het geval te zijn. Na rijp beraad achtten directeuren het beter, dit
gymnasium niet van de V.U. te doen uitgaan. Zo kwam, onder de
moedige en bezielende leiding van Prof. J. Woltjer, in September 1889
het Gereformeerd gymnasium in Amsterdam tot stand, beginnend met
vijf en twintig leerlingen. De latere V.U,-professoren R. H. Woltjer en
V. H. Rutgers en de eredoctor der V.U. J. C. RuUmann behoorden tot
de eerste leerlingen. Directeuren gaven deze nieuwe loot aan de stam
van het Christelijk onderwijs belangrijke financiële steun. Merkwaardig
— het zij hier terloops opgemerkt — is de afkeer van de H.B.S., die
in de V.U.-kring tot uiting kwam. Kuyper zag in 1893 in de H.B.S.
slechts ongeloofspropaganda en het lid H. Bijleveld zei een jaar later
van de H.B.S.: Een Christen, tenminste een Gereformeerd Christen,
zal er zijn kinderen niet heen zenden . . . wij kunnen buiten die scholen.
Laat ons die maar in hun eigen sop gaar laten koken, wat door een
andere onderwijs-deskundige. Prof. J. Woltjer, onmiddellijk werd tegen-
gesproken.
Een derde belangrijk contact, in deze tijd door de V.U. gelegd, was
dat met de Gereformeerde kerken. Reeds vóór de vereniging van Af-
gescheidenen en Dolerenden in 1892 een feit werd, kwam in 1891 een
105
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1955
Publicaties VU-geschiedenis | 238 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1955
Publicaties VU-geschiedenis | 238 Pagina's