Dr. Abraham Kuyper en de Vrije Universiteit - pagina 281
De leer van de antithese plaatst tegenover elkaar de organisch gescha-
pen wereld die in zonde viel, en de nieuwe mensheid van wedergebore-
nen: de kerk als organisme. Deze kerk als organisme was strijdbaar in
de wereld werkzaam om haar eigen leven op te bouwen ter ere van God.
Pas toen Kuyper zijn daarbij behorende programma had afgewerkt,
vroeg hij verder naar zijn taak ten behoeve van de wereld.
Toen Kuyper voor de eerste keer kamerlid was, had hij zich vooral
beziggehouden met de eigen school en een eigen program en dacht hij
over een eigen universiteit en een eigen kerk. In die periode ontstond in
1880 een conflict met Lohman, omdat deze zich niet principieel afwij-
zend opstelde tegenover een nieuw strafwetboek, maar meewerkte aan
inhoudelijke verbeteringen, en ook omdat Lohman tegen de doodstraf
was.
Maar direct na de Doleantie en nog voor het optreden van het eerste
rechtse kabinet, het kabinet-Mackay in 1888, zocht Kuyper naar een
brug tussen kerk en wereld. Hoe kon hij, hoe kon zijn partij, iets beteke-
nen voor land en volk aan de overzijde van de antithese?
De theoloog in hem kon alleen iets voor land en volk aan de overzijde
van de antithese betekenen, indien God zelf ook iets te schenken had
voor die 'wereld verloren in schuld'. Als God met zijn genade over de
brug kwam, kon Kuyper met zijn kleine luyden volgen. Door die nieuwe
koersbepaling werd de genade weer algemeen. Maar daar stond tegen-
over dat het geen echte genade was, geen zaligmakende genade, maar
slechts uitstel van vonnis.
Met zijn leer van de gemene gratie begon de weg van Kuyper naar een
nationaal leiderschap ten dienste van het aardse vaderland, maar daarin
vooral ook ten dienste van eigen partij, en dan ter ere van God en onder
die vlag ook, naar ons oordeel op grond van talrijke aanwijzingen, ter
ere van hemzelf. De mensvergoding, waar men telkens over sprak, ver-
dween als maar gesteld werd dat het om de ere Gods ging.
Toen Kuyper met zijn Encyclopaedic gereed was en Bavinck met zijn
Dogmatiek was begonnen en ook een rede over algemene genade had ge-
houden, stelde Kuyper zijn eigen dogmatiek uit en begon hij in plaats
daarvan de uitgebreide serie artikelen over de gemene gratie. Toen hij
eenmaal was begonnen, was er geen sprake van enige terughoudendheid
of een voorzichtig aftasten. Hij begon meteen met te stellen dat de oude-
re theologen het onderwerp nooit 'in ééne ordelijke, saamhangende be-
spreking' hadden behandeld. Bavinck had slechts een 'welgestoffeerde
redevoering' gegeven. Nooit was dit gewichtige onderwerp 'in samen-
hang behandeld en eenigszins volledig uiteengezet'. Daarom bleef hem
niets anders over, dan zelf 'een eerste proeve van behandeling te leve-
ren'.
275
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1987
Publicaties VU-geschiedenis | 374 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1987
Publicaties VU-geschiedenis | 374 Pagina's