De Vrije Universiteit na Kuyper - pagina 82
De Vrije Universiteit van 1905 tot 1955, een halve eeuw geestesgeschiedenis van een civitas academica.
de elektrische corpuscula, die Lorentz en anderen toen aannamen,
als 'krachtsubstanties.'
De materie der natuur was volgens Woltjer door God geschapen
en werd door Gods kracht als krachtsubstantie permanent: ze zal
niet vernietigd worden en ze vermeerdert en ze vermindert niet.
Tegelijk was Woltjer dualist. Naast de materie der natuur was ook
de geest geschapen, maar op een andere wijze: 'De geest bestaat
individueel, is bewust, denkt, voelt, wil, en staat daardoor als
substantie absoluut tegenover de materie, behalve in zóóver als
beide door God geschapen zijn.'
De wisselwerking tussen beide geschapen substanties omschreef
Woltjer in deze zinnen: 'Naast deze materieele krachten, als ik ze
kortheidshalve zoo noemen mag, zijn geschapen de krachten, die
geestelijke wezens vormen, in staat om te willen, te voelen en te
denken. Tusschen beide in bestaat eene veelheid van krachten, die
de organische wezens in huime veelsoortigheid naar hunnen
verschillenden aard opbouwen.' Daarmee werd het probleem
aangegeven dat het voorkomen van planten, dieren en mensen
oplevert voor ieder die van het dualisme tussen materie en geest als
twee substanties uitgaat.
Bavinck ging met Woltjer in debat, dat in grootse stijl werd
gevoerd. Evenals Woltjer was Bavinck duahst inzake stof en geest,
maar de materiële dingen zag hij als een 'huwelijk van vorm en
stof. Het krachtbegrip kon de verschillende natuurkrachten nog niet
onder één noemer brengen, zodat het volgens Bavinck ook niet
dienen kon ter karakterisering van het wezen der materie. Men
moest immers onderscheiden tussen zwaartekracht, mechanische
kracht, warmte, licht, elektriciteit, magnetisme, affiniteit en adhesie.
Daarom kon hij niet inzien dat het wezen der materie in de
universele krachtsubstanties gevonden kon worden. Volgens hem
bestonden alle dingen uit de verbinding (synthese) van forma
(thesis) en materia (antithesis).
De invoering van het begrip 'krachtsubstantie' door Woltjer
bracht, in verband met de quantenmechanica en het zoeken van
Einstein naar de éne noemer voor de verschillende natuurkrachten,
een modem element in het VU-debat. De student D.H.Th.
VoUenhoven, met zijn bijzondere belangstelling voor de
natuurfilosofie, zou er later op teruggrijpen.
78
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1987
Publicaties VU-geschiedenis | 460 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1987
Publicaties VU-geschiedenis | 460 Pagina's