De Vrije Universiteit na Kuyper - pagina 415
De Vrije Universiteit van 1905 tot 1955, een halve eeuw geestesgeschiedenis van een civitas academica.
onze situatie. Als we de weg van de gnostiek en mystiek doorzien
en afwijzen, blijft ook geen ruimte voor oosterse rehgies bestaan.
De enige weg voor de rehgie, die nog overbhjft, is die van de
erkenning van de openbaring van God in de kosmos en in ons
mensenbestaan. Zonder die openbaring is geen ware religie
mogelijk.
Ik heb het antropologische vraagstuk in de geschiedenis van de
VU centraal gesteld, en niet het openbarings-vraagstuk. Met de
bespreking van de Synode van Assen 1926, van het afwijzen van
Karl Barth en van het evolutie-vraagstuk kwam dat vraagstuk slechts
zijdelings aan de orde. Maar ondanks het ontbreken van de
behandeling ervan, is het wel duidelijk geworden, dat aan de VU
nog maar weinig mensen verbonden zijn die de historiciteit van de
zondeval in de hof van Eden erkennen. Dat was één van de
hoekstenen van de gereformeerde theologie, omdat de historiciteit
van de zondeval samenhangt met de historiciteit van de verlossing
en van de opstanding.
Toch erkennen we de reahteit, de omvang en diepgang, de
radicaliteit van de zonde en de schuld van de mens, zeker na de
Tweede Wereldoorlog. Maar die reahteit is dan niet geworteld in
één te dateren gebeurtenis. In het boek Genesis gaat het dan om
het lied van de schepping en het verhaal van die zondeval, niet om
de openbaring ervan door middel van concrete historische gebeurte-
nissen volgens die bijbeltekst.
Deze constatering heeft grote gevolgen. De schrijvers van het
Nieuwe Testament en ook Jezus zelf moeten dus ten onrechte
Genesis als geschiedenis hebben opgevat. Ze waren daarin kinderen
van hun tijd, dus gewone mensen zonder een specifiek openbarings-
inzicht dat voor ons gelding heeft. Daarmee komt de gereformeerde
inspiratieleer in de lucht te hangen. Ook het fundament voor de
gereformeerde dogmatiek zakt daarmee in.
Een echt perspectief kan aUeen maar zichtbaar worden, als we
daarover helderheid verschaffen en elke mistigheid verjagen. Maar
dat behoort niet tot het onderwerp van dit historische boek.
Israel had reeds alle beeldendienst in de ban gedaan als dienst
aan afgoden van hout en steen. Paulus verwierp te Efese het uit de
hemel gevallen beeld van Artemis, zoals Jesaja het godenbeeld een
blok hout had genoemd (Jesaja 44). Jezus zelf zei dat de tempel
zou worden afgebroken en dat men God moest aanbidden in geest
en in waarheid. Luther en Calvijn wezen de heilige moederkerk af.
409
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1987
Publicaties VU-geschiedenis | 460 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1987
Publicaties VU-geschiedenis | 460 Pagina's