De Vrije Universiteit na Kuyper - pagina 387
De Vrije Universiteit van 1905 tot 1955, een halve eeuw geestesgeschiedenis van een civitas academica.
Het boek van VoUenhoven werd door zijn vakgenoten afgewezen.
Prof. mej. dr. C.J. de Vogel schreef hem op 14 februari 1951: 'Het
is reeds een paar weken geleden dat ik Uw prachtig verzorgde
werk, Gr. Phil. I, toegezonden kreeg. De dank U daarvoor nog
hartelijk en wens U geluk met het verschijnen ervan... Kuypers
vroeg mij intussen er voor het Alg. Ned. Tijdschr. wat over te
willen schrijven, en ik heb dat ook toegezegd. Ik hoop er in de
zomer toe te zullen komen.'
De Vogel was door haar uitgave van de Griekse filosofische
teksten een autoriteit. Haar artikel over De continuïteit van het
West-Europese denken alsmede haar Christelijke overtuiging
beloofden een goede bespreking. Zij had de stellingen verdedigd:
'Er is continuïteit', en 'Er moet continuïteit zijn'. En zij had die
tweede stelUng verklaard met: 'dat wil zeggen: dat degeen die tot
het juiste stellen en tot de oplossing der wijsgerige vragen iets wil
bijdragen, zich moet bewust zijn dat hij met zijn denken niet
geïsoleerd staat, maar dat hij deel uitmaakt van een grote
denkgemeenschap die de eeuwen der historie omspant.'
Maar het artikel van De Vogel: Voïlenhoven's werk over de
Griekse wijsbegeerte vóór Plato bracht voor de auteur een
teleurstelling toen zij zijn 'furor classificatorius' afwees. De recensies
van prof. H. de Vos, dr. W.J. Verdenius en dr. D. Loenen waren
zo negatief, dat dr. K.J. Popma het in Philosophia Reformata voor
zijn leermeester VoUenhoven in een verontwaardigd requisitoir
opnam. Tien jaar later verdedigde VoUenhoven nog eens zijn
Consequent probleemhistorische methode. En in 1986 promoveerde
K.A. Bril op Westerse denkstructuren, waarmee hij de vruchtbaarheid
van het probleemhistorische onderzoek aantoonde.
Het tweede deel van de Geschiedenis der Wijsbegeerte, dat over
Plato en Aristoteles zou gaan, is niet verschenen. Reden daarvan
was de gecompliceerdheid van het onderwerp, de acribie van
VoUenhoven en natuurlijk ook de slechte ontvangst van het eerste
deel. Men moet het doen met de artikelen, die hij over Plato en
Aristoteles in Philosophia Reformata pubUceerde. Ook kan men iets
vinden over de resultaten van zijn historisch onderzoek in de 975
artikeltjes, die VoUenhoven over wijsgeren en wijsgerige termen in
de 5e druk schreef van de Oosthoek Encyclopedie.
Toen VoUenhoven 25 jaar hoogleraar was, kreeg hij de bundel
Wetenschappelijke bijdragen van leerlingen, verzorgd door S.U.
381
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1987
Publicaties VU-geschiedenis | 460 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1987
Publicaties VU-geschiedenis | 460 Pagina's