GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

De Vrije Universiteit na Kuyper - pagina 368

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Vrije Universiteit na Kuyper - pagina 368

De Vrije Universiteit van 1905 tot 1955, een halve eeuw geestesgeschiedenis van een civitas academica.

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

bodem en water in Nederland. En later zou de VU in die richting

verder onderzoek doen.

In 1947 ging het duidelijk om heropbouw, rechtsbescherming en

economisch herstel. Ook bij de natuurwetenschappen ging het in de

eerste na-oorlogse jaren om de economie van Nederland.

In het najaar van 1948 werd de Faculteit der Economische en

Sociale Wetenschappen geopend door prof. dr. Z.W. Sneller, de

historicus van de economie, die uit Rotterdam naar de VU was

overgekomen. Hij werd bijgestaan door de nieuwe hoogleraren F.L.

van Muiswinkel en J. Zijlstra en de lectoren G. de Jong en G.

Goudswaard. Een jaar later werden de hoogleraren R. van Dijk en

F. de Roos, een socioloog en een econoom, aan hen toegevoegd.

Maar deze nieuwe faculteit kwam niet voort uit de naoorlogse idee

van herstel en heropbouw, want het initiatief tot het instellen van

deze faculteit was al tien jaar oud. Op 21 november 1936 had de

rector, J. Waterink, voor het eerst in het College van Directeuren

als vijfde faculteit een handelsfaculteit genoemd met het

economische motief dat die 'zichzelf zou kunnen bedruipen'. Dat

was in de moeilijke crisis-tijd, toen de VU nog geheel door eigen

bijdragen moest worden betaald. De wet schreef toen voor, dat de

VU in 1955 vijf faculteiten moest tellen.

Twee jaar later werd die idee door direkteur mr. G.H.A.

Grosheide weer opgenomen. Een commissie werd toen ingesteld om

de oprichting van een economische faculteit te onderzoeken en op

18 maart 1939 werd een rapport van de hoogleraren P.A.

Diepenhorst en R.H. Woltjer, curator mr. J. Verdam en directeur

Grosheide, na bespreking in Curatoren en Directeuren, aan de

Senaat om advies toegezonden. In verband met het uitbreken van

de Tweede Wereldoorlog werden op 16 september 1939 de

pogingen om te komen tot een economische faculteit vooreerst

gestaakt, maar tegelijk werd advies gevraagd aan de heer A. Borst

Pzn., voorzitter van het Verbond van Christelijke Werkgevers.

Dr. J. Ridder sprak op de VU-dag in 1941. Op die wijze werd

vaker iemand, die voor een toekomstig hoogleraarschap in

aanmerking kwam, bij de leden der vereniging geïntroduceerd. Toen

in 1944 een nieuwe commissie werd ingesteld, bestaande uit

Verdam, Grosheide en de hoogleraren Hellema en Oranje, wenste

de Senaat dat opnieuw Diepenhorst daarin werd opgenomen. Als

rector zei Oranje daarom in september 1945 tot Directeuren: 'De

362

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1987

Publicaties VU-geschiedenis | 460 Pagina's

De Vrije Universiteit na Kuyper - pagina 368

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1987

Publicaties VU-geschiedenis | 460 Pagina's