Pionieren toen en nu. De geschiedenis van het Paedologische Institutuut in Amsterdam 1931-1989. - pagina 32
De geschiedenis van het Paedologische Instituut in Amsterdam 1931-1989
opname van kinderen. Na tien jaar ervaring was het hem
duidelijk dat het soort kinderen dat het p.i. opnam te
divers was. In een folder, uitgegeven na de oorlog, is dan
ook te lezen dat 'gezien de minder gunstige ervaringen die
men opdeed bij de opvoeding van kinderen met zover uit-
eenlopende vormen van afwijkingen, de leiding een reor-
ganisatie noodzakelijk achtte'. In plaats van zich te concen-
treren op de klinische observatie van het idiote en achterlij-
ke kind richt het P.I. zich vanaf i-i-1941 vooral op de op-
vang en verpleging van neurotische kinderen (i), kinderen
met partiële defecten (2), neuro-pathische kinderen (3) en
kinderen met spraakstoornissen. Deze verandering in be-
leid zal er enigermate toe hebben bijgedragen dat het aantal
kinderen dat het P.I. bezocht terug liep. Een veel belangrij-
ker oorzaak was natuurlijk de al eerder genoemde oorlog.
Al vanaf het begin van de oorlog had Waterink een dui-
delijk standpunt ingenomen ten aanzien van de bezetter.
Toen eind 1942 de Duitsers het plan hadden geopperd
studenten te willen gebruiken als arbeiders in de Duitse
oorlogsindustrie, besloot het Bestuur van de Vrije Universi-
teit, onder leiding van rector-magnificus prof. dr. D. Nauta,
tot een vervroegde kerstvakantie. Het Bestuur wilde hier-
mee voorkomen dat studenten nog in grote getalen bij el-
kaar kwamen en zo de kans liepen bij razzia's te worden
opgepakt. De dag dat dit besluit bekend werd, 10 december
1942, hield Waterink als ere-lid van het studentencorps een
toespraak:
'Geeft nooit ook maar een vingerbreed toe aan de vijand.
Weet dat adeldom verplicht en draagt hoog de adeldom van
uw Nederlanderschap en van uw Calvinist-zijn. Wat ook de
vijand vraagt, hoe hij vleit, hoe hij zijn eigen doen bagatelli-
seert, hoe misschien secretarissen-generaal, professoren
van onderscheiden universiteiten, mannen van invloed ook
confereren of intrigreren, wij kennen maar één antwoord:
dat antwoord is: Nooit!'
Een andere gebeurtenis waaruit blijkt hoe Waterink over
de Duitse bezetter dacht, was de rapportage van een ' s s -
maat' over de politieke verhoudingen aan de Vrije Univer-
30
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1989
Publicaties VU-geschiedenis | 72 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1989
Publicaties VU-geschiedenis | 72 Pagina's