Een hoeksteen in het verzuild bestel. De Vrije Universiteit 1880-2005. - pagina 104
De Vrije Universiteit 1880-2005
niet eens een opvolger beschikbaar was, in elk geval geen man, 'die bereid zou zijn het
leed te dragen, dat aan het trekken der gereformeerde beginsellijnen verbonden kan zijn'?
Wilde men het zo, dan zou hij zich aan de Vrije Universiteit niets meer gelegen laten lig-
gen. 'Als in de toekomst de jongelui misschien vrouwenstemrecht of andere ultra-mo-
derne begrippen gaan bepleiten', zou hij zich daar angstvallig buiten houden.^"
Fabius was in 1904 al een man van het verleden. Anema en Diepenhorst bepaalden
het gezicht van de faculteit. Diepenhorst was net als Fabius zeer jong hoogleraar gewor-
den. Maar terwijl Fabius de professorentitel altijd beschouwd heeft als een attribuut dat
aan zijn statige deftigheid rechtens toekwam, was de jonge boerenzoon Pieter Arie Die-
penhorst met zijn wetenschappelijke waardigheid tot blozens toe verlegen. Om zijn
achterstand in kennis en ervaring in te lopen nam hij elke ochtend om zes uur plaats ach-
ter zijn bureau, en als hij geen colleges had bleef hij daar de hele morgen tot twaalf uur,
zonder dat iemand hem mocht storen.^"^ Zo is het hem gelukt ongelooflijk veel werk te
verzetten, ook buiten zijn hoofdberoep. Hij heeft voor de Anti-Revolutionaire Partij zit-
ting gehad in de Amsterdamse gemeenteraad, in de Provinciale Staten van Noord-Hol-
land, en langer dan een kwart eeuw in de Eerste Kamer (1920-1946). Hij is hoofredac-
teur geweest van het dagblad De Rotterdammer (1911-1927) en van het tijdschrift
Stemmen des Tijds{i()i'è-iqi^i), voorzitter van de Christelijke Boeren- en Tuinders Bond
(1918-1946) en van de Vereeniging voor Actieve Handelspohtiek (opgericht i925).^'3
Vanaf 1927 was hij vaste medewerker van De Standaard. Als hij dan op vrijdag zijn col-
lege economie gegeven had, stond de samenvatting de volgende dag in de krant. Had hij
genoeg artikelen voor een bundel, dan verschenen ze in boekvorm: 'Standaardwerken',
heetten ze in de varia van de studentenalmanak.^"'*
Dat stempel dragen veel van Diepenhorsts publicaties. Ze getuigen meer van ijver
dan van oorspronkelijkheid. Maar niemand kan meer geven dan hij ontvangen heeft, en
Diepenhorst heeft met zijn gaven gewoekerd. Hij kwam eindelijk tegemoet aan de reeds
lang bestaande vraag naar colleges in de economie, en deed dat zoals de vragers gehoopt
hadden, namelijk met grote aandacht voor sociale vraagstukken. Economie was voor
hem een zaak van beginselen, zoals hij reeds had doen blijken in zijn dissertatie, Calvijn
en de economie. Ook de econoom moest begrijpen dat de mens meer was dan een naar
maximale behoeftebevrediging strevend wezen. Dus ging het ook om rechten en plich-
ten van ondernemers tegenover arbeiders, om rijkdom en armoede, om weelde en ge-
brek, om arbeidsonrust en werkstaking.^'5 De Vrije Universiteit was destijds een alfa-
universiteit. Voor wiskunde en statistiek had Diepenhorst even weinig belangstelling als
de meesten van zijn studenten. Met de wetenschappelijke discussie had hij dan ook geen
bemoeienis.^'^ Wel trachtte hij de politieke scholing en weerbaarheid van zijn leerlingen
te vergroten, door met name aandacht te besteden aan wat hij nog in zijn afscheidscolle-
ge noemde 'de heilloze marxistische klassestrijdleer', en hij betreurde het zeer, dat aan
het einde van zijn leven veel geestverwanten geen oog meer toonden voor al het kwaad
dat het socialisme had aangericht.^'^ Aan hem heeft het niet gelegen, want hij toonde niet
100 EEN HOEKSTEEN IN HET VERZUILD BESTEL
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005
Publicaties VU-geschiedenis | 510 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005
Publicaties VU-geschiedenis | 510 Pagina's