Een hoeksteen in het verzuild bestel. De Vrije Universiteit 1880-2005. - pagina 125
De Vrije Universiteit 1880-2005
ke vragen al niet anders dan met de culturele: het calvinisme had moeite een eigen ant-
woord te vinden dat op de hoogte was van de tijd. 'Als wij niet oppassen,' schreef Ane-
ma aan zijn vriend Victor Rutgers, 'zitten we binnen tien jaren in een moeras van conser-
vatisme en ontglipt ons hoe langer hoe meer de leiding van zaken.'+'>
DE NCSV
Als de calvinisten het niet konden geven, zouden de studenten het bij anderen zoeken.
Eén adres had de Vrije Universiteit daarvoor in eigen huis: de plaatselijke afdeling van
de NCSV. Nadat Geelkerken haar tot nieuw leven had gebracht, kende ze weliswaar een
tijdelijke inzinking, maar vanaf 1914 lijkt ze zich aan de universiteit een vaste plaats ver-
overd te hebben. Daar hebben twee redenen voor bestaan. De eerste, die haar succes
juist vanaf 1914 verklaart, is dat zij in haar vormingswerk veel aandacht schonk aan de
grote, internationale vragen op sociaal en politiek gebied. De Vrije Universiteit reageer-
de nauwelijks op de wereldoorlog, de NCSV daarentegen was er bewust op uit haar leden
voor te lichten en te scholen opdat zij hun eigen tijd beter zouden verstaan.+"5 Zij zocht
het daarbij niet alleen in de diepte, maar ook in de breedte, door sprekers en spreeksters
uit te nodigen van buiten de eigen kring, zoals Henriette Roland Holst en Clara Wich-
man, soms in samenwerking met de in 1915 opgerichte Vrijzinnig Christelijke Studen-
ten Bond (VCSB). Aan de Vrije Universiteit was dat niet gebruikelijk, maar de interesse
van haar studenten werd door die veelzijdigheid eerder gestimuleerd dan afgeschrikt.
De tweede reden waarom de NCSV velen bekoorde was dat zij naar de woorden van
Buskes plaatsvervangend deed wat de kerk naliet. Dat gold niet alleen de studie van de
grote vraagstukken van de dag, maar vooral het hoofddoel van de NCSV: studenten in
contact brengen met de bijbel, en met Jezus Christus als het hart van de Schrift.+^ Voor
veel studenten was de NCSV meer dan de kerk de plaats waar zij hun geloof beleefden. De
NCSV, schreef in 1915 de student Herman Dooyeweerd'*"^, is niet zomaar een vereniging.
Ze bestond al voordat ze werd opgericht, want ze is in de eerste plaats innerlijk, ze doet
ons delen in de grote wereldbroederschap. Begrijp ik hem goed, dan wil hij zeggen: in de
NCSV beleven we de gemeenschap der heiligen, de gemeenschap met de kerk van alle tij-
den en plaatsen. Die ervaring werd in de gereformeerde kerk te veel gemist, en daarom
zocht men het in deze vereniging.
De NCSV was interkerkelijk, en vooral ook interconfessioneel. Haar secretaris H.C.
Rutgers, zelf oud-student van de Vrije Universiteit en als zoon van F.L. Rutgers intiem
met het gereformeerde milieu vertrouwd, begreep heel goed waarom in die kring bezwa-
ren tegen de NCSV leefden. Wie de confessie als grondslag van samenwerking beschouw-
de, kon de NCSV niet steunen, want op dat punt mocht hij van haar geen enkele concessie
verwachten.4* Dat open, interconfessionele karakter van de NCSV verdroeg zich slecht
met de strikt gereformeerde levensstijl. Dat gevoelen kreeg in 1920 officieel uitdrukking
in een uitspraak van de generale synode, dat 'voor de gereformeerde studenten aan het
ERVEN OF LENEN 1905 1926 121
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005
Publicaties VU-geschiedenis | 510 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005
Publicaties VU-geschiedenis | 510 Pagina's