Een hoeksteen in het verzuild bestel. De Vrije Universiteit 1880-2005. - pagina 361
De Vrije Universiteit 1880-2005
En om te voorkomen dat er geld zou overblijven werd zekerheidshalve nog een aantal an-
dere aandachtsvelden genoemd: ontwikkelingssamenwerking, vrede, veiligheid en
internationale samenwerking, milieuvraagstukken en vrouwenstudies.3' Al eerder, in
1982, was er een wetenschapswinkel opgericht om wetenschappelijke kennis toeganke-
lijk te maken voor minder draagkrachtige organisaties. De eerste klanten waren vooral
vrouwengroepen. In de jaren negentig verplaatste de aandacht zich naar het milieu, en in
de eenentwintigste eeuw naar de multiculturele samenleving.^^ De politieke profilering
lijkt sterker dan de religieuze. Inmiddels is de winkel overigens ter ziele gegaan.
Dit ongerichte spreken leidde haast vanzelf tot een zekere identiteitsmoeheid. 'Al die
debatten over de verenigbaarheid van geloof en wetenschap, ze hebben tegenwoordig
iets overbodigs gekregen, en wekken vooral de geeuwzucht op,'^^ Kritische studenten
reageerden soms geamuseerd en soms verveeld als het woordje doelstelling klonk. Sterk
aangezette verhalen over het bijzondere karakter van de Vrije Universiteit deden ze
schouderophalend af als hypocriet.^* Jongere docenten konden blijk geven van een haast
geërgerde onverschilligheid: 'geen gezeur aan m'n hoofd, we moeten onderzoek doen.'35
Het College van Bestuur temperde al te gretige verwachtingen van de verenigingsbe-
stuurders. 'Laat niet het beeld ontstaan alsof velen binnen de Vrije Universiteit bezig
zijn met de doelstelling,' waarschuwde Datema, en Brinkman vulde aan: 'het aantal per-
soneelsleden dat uitgesproken belangstelling heeft voor de doelstelling van de Vrije Uni-
versiteit is erg laag.'3^
PLURALITEIT
Volgens sommige hoogleraren schoot het College van Bestuur tekort. Tennekes en Van
Olst, die beiden behoorden tot de kring rondom het Bezinningscentrum, verweten de
universitaire bestuurders een gebrek aan wezenlijke belangstelling. Ze waren te weinig
bereid daar beleidsmatig over na te denken, meende Tennekes.^7 Het verenigingsbe-
stuur had eerder al het vermoeden uitgesproken 'dat het College van Bestuur weigert
programmatisch over de invulling van de identiteit op universitair niveau te spreken'.^**
Brinkman heeft de uitdaging aangenomen, op zijn manier. In 1992 wijdde hij zijn jaar-
lijkse rede aan het vraagstuk van de identiteit. Het was de tijd waarin het postmoder-
nisme opgeld deed, met zijn totale afwijzing van alle zogenaamde 'grote verhalen',
wereldbeschouwingen en grondbeginselen die een voor iedereen geldige betekenis pre-
tendeerden te bezitten.-"» Bij die gedachtewereld sloot Brinkman aan. De tijd was voorbij
dat een universiteit zich zou kunnen beroepen op 'de Rede en de Feiten, op de Natuur
en de Openbaring, op de Schrift en de Scheppingsordening, of op Beginselen, welke dan
ook'. Die grote verhalen hadden afgedaan.-*" Weliswaar was de Vrije Universiteit nog al-
tijd een doelstelling rijk, maar die kon beter opgevat worden als beeldspraak. Hij bedoel-
de daarmee dat de doelstelling eigenlijk niet kan gelden voor de universiteit als geheel,
maar alleen voor ieder die daar werkt persoonlijk. In die persoonlijke zin is er wel dege-
PRIVATISERING VAN GELOOF 1980-2005 357
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005
Publicaties VU-geschiedenis | 510 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005
Publicaties VU-geschiedenis | 510 Pagina's