Aardwetenschappen aan de Vrije Universiteit 1960-2001 - pagina 235
nen de faculteit, al hebben die zeker een rol gespeeld Het lijkt plausibel dat het oor
spronkelijke 4 jarige curriculum eenvoudigweg onvoldoende ruimte bood om, gege
ven de diversiteit van het opleidingenaanbod binnen de faculteit, tot voor alle partij
en herkenbare en werkbare invullingen te komen Met de studieduurverlengmg tot 5
jaar ontstond uiteindelijk de mogelijkheid om tot aanvaardbare compromissen te
komen
De beroeringen die zich in de late jaren '90 aan het onderwijsfront voordoen laten
ook de opleiding milieuwetenschappen met ongemoeid In het studiejaar 1993/94 is
de opleiding met het in uitvoering nemen van het 3e doctoraaljaar tot volle wasdom
gekomen Het faculteitsbestuur besluit de opleiding organisatorisch m te bedden in
de vakgroep HKL en maakt vanaf 1995 ook een (beperkte) ruimte m het B deel vrij
voor onderzoek op het terrein van de milieuwetenschappen (dat wordt ingebracht in
de milieuonderzoeksschool SENSE) In het kader van het zich met name na de
onderzoeksvisitatie van 1996, verder ontwikkelende onderzoeksbeleid wordt een dui
delijke plaats voor de milieuwetenschappen ingeruimd In het Hoogleraren UHD plan
van 1998 vertaalt dat zich m een afzonderlijke afdeling Geo milieuwetenschappen en
een daaraan gekoppelde nieuwe hoogleraarspositie'*'' Een en ander neemt met weg
dat er zich in de praktijk van de milieuopleiding de nodige problemen voordoen
Geconstateerd moet worden dat er met onbelangrijke verschillen m benadering zijn
tussen de faculteiten Aardwetenschappen en Biologie, waarbij Aardwetenschappen 233
een grotere ruimte biedt voor een onafhankelijke ontplooiing van het vakgebied
Daarnaast blijven er roosterproblemen bestaan m verband met de inpassing van de
opleiding in de, onderling verschillende, systemen van twee faculteiten en wordt
meer en meer duidelijk dat het een illusie is te menen dat het gehele curriculum kan
worden opgebouwd uit reeds bestaande elementen Studenten, maar ook docenten,
bekruipt het gevoel dat zij in geen van beide faculteiten voor vol meetellen Begin
1997 stellen zij voor tot een geheel afzonderlijke opleiding milieuwetenschappen te
komen, los van de bestaande opleidingen aardwetenschappen en biologie Dat is
voor het faculteitsbestuur m die fase geen optie, maar toegezegd wordt dat de
samenwerking met Biologie geïntensiveerd zal worden Later in 1997 wordt duidelijk
dat m verband met de (vooral van de zijde van het bedrijfsleven bepleite) reductie
van het aantal in het CROHO (Centraal Register Opleidingen Hoger Onderwijs) opge
nomen opleidingen het aantal natuurwetenschappelijk gerichte milieustudies aan de
Vrije Universiteit tot een (Milieu natuurwetenschappen) gereduceerd zal moeten wor
d e n " Het zal daarbij moeten gaan om een volwaardige, complete, opleiding, dat wil
zeggen met een eigen propedeuse Met de faculteit Biologie wordt overeengekomen
te opteren voor de invulling van deze nieuwe opleiding op basis van de bestaande
gezamenlijke opleidingen milieuwetenschappen aardwetenschappen en milieuweten
schappen biologie (inclusief een inbreng van het IVM) en de opleiding orgamsato
risch onder te brengen bij de FdA Dat laatste is ook opportuun omdat een universi
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005
Publicaties VU-geschiedenis | 268 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005
Publicaties VU-geschiedenis | 268 Pagina's