Een hoeksteen in het verzuild bestel. De Vrije Universiteit 1880-2005. - pagina 392
De Vrije Universiteit 1880-2005
De medische faculteit van de Vrije Universiteit verloor tachtig arbeidsplaatsen, evenveel
als bij de vorige operatie, die nog niet eens voltooid was. De minister besliste zelf over de
opheffing van studierichtingen en de verplichting combinaties te vormen.^7? Voor een
relatief kleine universiteit zag het er allemaal nogal bedreigend uit. De uitkomsten zijn
meegevallen. Maar ik herinner mij wel dat ik daags na de uiteindelijke ministeriële be-
slissing bezoek kreeg van George Puchinger, die over goede Haagse contacten beschik-
te. Hij wenste mij geluk, dat geschiedenis aan de Vrije Universiteit had overleefd. Maar
het gevaar was heel dichtbij geweest. 'De engel des doods is aan deze deur voorbijge-
gaan.'
Het was niet de laatste aflevering van het hogeronderwijsfeuilleton. Toen in 1994 het
eerste kabinet-Kok aantrad, gaf Brinkman tegenover het verenigingsbestuur te kennen
dat de recentelijk aangekondigde bezuinigingen nog veel zwaarder waren dan alles wat al
was voorafgegaan. In de verhouding tot de politiek was er iets geknapt. De toestand was
nu zo ernstig dat er een breuk dreigde tussen de overheid en de universiteiten.^7** Tot een
breuk is het niet gekomen. Maar van een echte dialoog is al decennialang geen sprake
meer.
ONDERZOEK ONDER CONTROLE
Vanaf het kabinet-Biesheuvel, dat aantrad in 1971, heeft elke minister van Onderwijs en
Wetenschappen op zijn manier bijgedragen aan het bezuinigingsproces. Het zijn vooral
Deetman en J. Ritzen geweest die het felst gestreden hebben om de erepalm van groot-
ste bezuiniger, maar zij hebben dan ook het langst de ministeriële verantwoordelijkheid
mogen dragen. Minister A. Pais heeft slechts één termijn gediend, in het eerste kabinet-
Van Agt (1977-1981), en toch in die vier jaar naam gemaakt met de invoering van de zo-
genaamde voorwaardelijke financiering. Het plan werd gepresenteerd in de Beleidsnota
Universitair Onderzoek (Buoz-nota), en stelde voor bij de bekostiging van al het onder-
zoek voortaan twee categorieën te onderscheiden. Er was in de eerste plaats de vaste
onderzoekstaak die gekoppeld was aan onderwijsbelasting en studentenaantallen. Die
zou betaald worden uit de zogenaamde opslagfinanciering. Een aanzienlijk deel van het
onderzoek echter zou gefinancierd worden op basis van uitgewerkte voorstellen. Toe-
kenning van gelden voor dit onderzoek werd afhankelijk gesteld van de kwaliteit van de
plannen en te zijner tijd ook van de resultaten. Daarom sprak men van voorwaardelijke
financiering. De onderzoeksprogramma's zouden samenhang moeten vertonen en
mochten niet te klein van omvang zijn.
Deze werkwijze was bij de bètawetenschappen al gebruikelijk. Landelijke planning en
vorming van grote onderzoeksgroepen was daar de normale organisatievorm. Bij de alfa-
en gammawetenschappen veroorzaakte de voorwaardelijke financiering enige conster-
natie. Was het nieuwe systeem wel geschikt, vroeg rector Verheul zich in zijn jaarrede
van 1983 af, voor die faculteiten 'waar veel, wellicht het beste onderzoek, een overwe-
388 EEN HOEKSTEEN IN HET VERZUILD BESTEL
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005
Publicaties VU-geschiedenis | 510 Pagina's
![Een hoeksteen in het verzuild bestel. De Vrije Universiteit 1880-2005. - pagina 392](https://geheugenvandevu.digibron.nl/images/generated/publicaties-vu-geschiedenis/een-hoeksteen-in-het-verzuild-bestel-de-vrije-universiteit-1880-2005/2005/01/01/1-thumbnail.jpg)
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005
Publicaties VU-geschiedenis | 510 Pagina's