Een hoeksteen in het verzuild bestel. De Vrije Universiteit 1880-2005. - pagina 350
De Vrije Universiteit 1880-2005
onderwerp. In 1970 wijdde hij er een boek aan, Rhétorique et littérature, juist op het mo-
ment dat het thema ook elders de aandacht begon te trekken. Internationaal maakte de-
ze studie grote opgang.'*''' Ook enkele economen publiceerden bij voorkeur voor de
internationale markt, met name Nijkamp en zijn vakgroep regionale economie.'*'' Zo
moest wetenschap het toch vooral hebben van de individuele klasse. Ook Van Nes en
zijn medebestuurders begrepen dat. Ze vierden in 1970 Levers intrede in de Akademie
met de aanbieding van een bloemstuk.'''^ De benoeming van drie akademieleden uit de
letterenfaculteit kreeg in 1978 plaats in de jaarrede.'*'^ In 1976 ontving Lever samen met
J. Joosse een substantiële zwo-subsidie voor een 'geïntegreerd onderzoek naar een
neuro-endocrien model systeem'. Gelijktijdig werd aan H. Linnemann en J. de Hoogh
in samenwerking met het departement van landbouw een subsidie toegekend voor
onderzoek naar de wereldvoedselvoorziening. Het was voor het eerst in de geschiedenis,
dat de Vrije Universiteit twee grote subsidies binnenhaalde.'*'^ Landelijk was zij daar-
mee op onderzoeksgebied in kaart gebracht.
Nieuwe studierichtingen die in deze jaren van start gingen konden natuurlijk nog niet
meteen een grote oogst binnenhalen. Volledig nieuw, ook landelijk gezien, was de inter-
faculteit voor lichamelijke opvoeding, in 1970 begonnen. Haar vruchtbare tijden
moesten nog komen. Ook de informatica bevond zich in het voorbereidende stadium. In
1970 kwam in samenwerking met de Universiteit van Amsterdam de Stichting Akade-
misch Rekencentrum Amsterdam (SARA) tot stand, met de vu-hoogleraren R. van Wage-
ningen als voorzitter van de commissie apparatuur, en J. Nathans als voorzitter van de
commissie organisatie. Dat CA. Doets voorzitter was van de commissie bouw spreekt zo
vanzelf, dat het nauwelijks gezegd behoeft te worden.'*'' R.P. van de Riet werd de eerste
hoogleraar in het nieuwe vak. Hij begreep heel goed welke betekenis het spoedig zou
krijgen. 'In de naaste toekomst zal het wel zo zijn, dat iemand die afstudeert moeilijk
meer een baan zal krijgen, als hij niets weet van informatica.''*^" Die voorspelling is glo-
rieus bevestigd, ook voor een lager opleidingsniveau dan dat van de universiteit.
Een bloeitijd voor het onderzoek zijn de jaren zeventig overigens niet geweest. Nage-
noeg alle faculteiten waren onderbezet, de onderwijslast was bij het groeiend studenten-
tal zwaarder dan ooit, en de bestuursstructuur was eerder een belemmering dan een
voorwaarde voor goede taakvervulling. Toen in 1972 in het College van Decanen pun-
ten als ZWO en internationale samenwerking met de Verenigde Staten op de agenda ston-
den was dat 'voor een aantal decanen aanleiding van enige geïrriteerdheid blijk te geven'.
Kansen boden zich genoeg aan, meenden ze, maar de tijd voor zelfs het meest primaire
onderzoek ontbrak.'*^' De jaren zeventig waren nu eenmaal niet 'een periode van stabie-
le kaders die de noodzakelijke voorwaarden zouden moeten scheppen voor de optimale
ontwikkeling van wel gefundeerd eigen beleid'. Dat constateerde Van de Fliert voor de
geologie.'*^^ Het zou als motto voor de hele universiteit kunnen gelden.
Als we tot slot van deze paragraaf de bibliotheek nog eens in ogenschouw nemen, dan
hebben wij het aangenaamste voor het laatst bewaard. Hier is geen sprake van een toon-
346 EEN HOEKSTEEN IN HET VERZUILD BESTEL
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005
Publicaties VU-geschiedenis | 510 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005
Publicaties VU-geschiedenis | 510 Pagina's