GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Een handvol filosofen - pagina 164

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een handvol filosofen - pagina 164

Geschiedenis van de filosofiebeoefening aan de Vrije Universiteit in Amsterdam van 1880 tot 2012

1 minuut leestijd Arcering uitzetten

i6o IV Consolidatie en kritiek (i<)4^-i<)64)

colleges overnam). Anders dan de besturende colleges bij Zuidema's benoeming

hadden gehoopt, w^aren slechts weinig studenten in zijn colleges geïnteresseerd. Wel

verstond hij de kunst om af en toe ook niet-geïnteresseerde studenten tot luisteren

te dwingen. Met wisselend stemgeluid kon hij dramatiseren, met anekdotes en per-

soonlijke ervaringen wist hij abstract-filosofische beschouwingen begrijpelijk te

maken en met imitaties van Marx, Heidegger en Sartre toonde hij zich een toneel-

speler. Soms in felle bewoordingen dan weer op een lachwekkende manier veegde

hij de vloer aan met filosofische tegenstanders. Nee, saai was Zuidema niet!

Vanwege het toenemende aantal eerstejaars na de tweede wereldoorlog bleek de

grootste collegezaal in het universiteitsgebouw aan de Keizersgracht voor de in-

leidingscolleges te klein. VoUenhoven was na de oorlog al uitgeweken naar de col-

legezaal in het Pedologisch Laboratorium, Vossiusstraat 56. Aanvankelijk gaf ook

Zuidema in deze zaal zijn inleidingscolleges. Om de aanwezigheid van de studen-

ten te controleren, had hij de door VoUenhoven ingevoerde presentielijst gehand-

haafd. Veel studenten waren echter slechts fysiek aanwezig, tekenden de presentie-

lijst - voegden vaak ook de namen van afwezige jaargenoten eraan toe - en werden

op deze manier geacht de colleges gedurende een jaar te hebben gevolgd. Zodoende

kregen zij het verlangde testimonium. Was de zaal in het Pedologisch Laboratorium

bij het begin van de cursus overvol en moesten veel studenten op de grond zitten, na

verloop van enkele weken bleven er minder dan twintig over.

Omdat in het jaar van Zuidema's benoeming ruim tweehonderd eerstejaars wa-

ren ingeschreven en dat aantal na verloop van jaren gestaag groeide, werden de in-

leidingscolleges in het begin van de jaren vijftig verplaatst naar het gebouw van Wis-

en Natuurkunde aan De Lairessestraat 174: daar was de grootste collegezaal die de

universiteit ter beschikking had. Om het geknoei met de presentielijst tegen te gaan,

werd een ander controlesysteem ingevoerd: af en toe kwam de pedel onaangekon-

digd bij de collegezaal om een stempel te zetten op een kaart die aan alle studenten

was uitgereikt en die na een jaar diende om aan te tonen dat zij de colleges in vol-

doende mate hadden gevolgd. Zo niet, dan was een mondeling tentamen verplicht.

Ook dit systeem was niet waterdicht; het stempeltje bleek gemakkelijk na te maken.

In het voorjaar van 1956 besprak Zuidema met de rector, prof.dr. D. Nauta, dat

de controle op de aanwezigheid van de studenten niet effectief was. Hij stelde voor

om voor één jaar een proef te nemen met een schriftelijk tentamen. De rector stelde

het voorstel-Zuidema aan de orde in de senaat, die er unaniem mee akkoord ging.*'

Mede omdat alle faculteiten het voorstel steunden, gaven ook de curatoren er hun

goedkeuring aan en bepaalden zij expliciet dat bij wijze van proef voor de cursus

1956-1957 'alle eerstejaars studenten worden verplicht aan het einde van den cursus

een schriftelijk tentamen af te leggen over het op de colleges van dat cursusjaar door

den hoogleraar expressis verbis verhandelde'.*^

Omdat het aantal eerstejaars in die jaren inmiddels was gestegen tot bijna vier-

honderd en de controle op hun collegebezoek onmogelijk was, werd de proef met

het schriftelijk tentamen verlengd voor de cursus 1957-1958 en 1958-1959.*^ In no-

81 Archief senaat, Notulen, 18 mei 1956.

82 Archief college van curatoren, Notulen, 30 juni 1956; zie brief van de rector van 13 juni 1956 aan de curato-

ren (stuk 346).

83 Archief senaat, Notulen, 24 mei 1957 en 23 mei 1958. Archief college van curatoren. Notulen, i juni 1957,

en 7 en 28 juni 1958.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 2013

Publicaties VU-geschiedenis | 548 Pagina's

Een handvol filosofen - pagina 164

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 2013

Publicaties VU-geschiedenis | 548 Pagina's