GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Een handvol filosofen - pagina 254

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een handvol filosofen - pagina 254

Geschiedenis van de filosofiebeoefening aan de Vrije Universiteit in Amsterdam van 1880 tot 2012

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

250 V B Filosofen van de systematische vakken

maar deze benoeming bepaalde hem wel bij vraag of hij een academische carrière

ambieerde. Als student had hij er nooit aan gedacht om aan de Vrije Universiteit te

blijven en zeker niet aan de Centrale Interfaculteit. N a a r zijn beleving werd het kli-

maat van de faculteit in belangrijke mate bepaald door 'die gereformeerde jongens

van de calvinistische wijsbegeerte'. Persoonlijk kon hij goed met hen overweg, maar

of hij - afkomstig uit een vrijzinnig-hervormd milieu - in die faculteit een vrucht-

bare werkomgeving zou vinden, stond nog te bezien. Mede omdat De Jong afstand

k o n bewaren ten opzichte van calvinistisch-filosofische discussies, vond hij in de

faculteit een werkomgeving die bij h e m paste. Weliswaar werd hij rond 1980 zelfs

lid van de Vereniging voor Reformatorische Wijsbegeerte, maar hij voelde zich na

verloop van jaren toch zo weinig met deze filosofie verwant dat hij twintig jaar later

voor het lidmaatschap bedankte."'*

Al had D e Jong enige reserves ten aanzien van de Centrale Interfaculteit, de facul-

teit toonde geen reserves ten aanzien van hem. H e t was duidelijk dat de faculteit in

D e Jong de kandidaat had gevonden die zij nodig had voor het onderwijs in de lo-

gica.''*' In 1981 werd hij benoemd tot docent met een zelfstandige leeropdracht: lo-

gica en haar geschiedenis, en de wijsbegeerte van de logica. In dat jaar verscheen het

boek dat hij samen met de Leuvense hoogleraar dr. W.A. de Pater had geschreven,

Van redenering tot formele structuur.

Enkele keren had het faculteitsbestuur met het college van bestuur gesproken over

de bevordering van D e Jong tot hoogleraar. Reeds vele jaren werd hij geraadpleegd

door studenten en docenten van andere faculteiten (ook van andere universiteiten)

over logisch-semantische kwesties. O o k wisten studenten van andere faculteiten

h e m te vinden als docent voor hun bijvak. H e t hoogleraarschap lag in het verschiet

en 1987 was het zo ver. De Jong werd benoemd tot hoogleraar voor geschiedenis

van de logica en logische semantiek. Twee jaar later - in de inmiddels omgedoopte

Centrale Interfaculteit tot Faculteit der Wijsbegeerte - hield hij zijn inaugurele rede

over Leibniz's ideaal van een ars inveniendi in het licht het klassieke wetenschaps-

model.

In zijn rede behandelde hij een onderwerp uit de zeventiende-eeuwse epistemologie,

namelijk het ideaal van een ars inveniendi - door hem een 'ontdekkingslogica' ge-

noemd: een universele methode voor het ontdekken van wetenschappelijke kennis.

Had Van Peursen bij ars inveniendi gewezen op inventiteit die ook kan voortkomen

uit veranderende sociale contexten, De Jong was gericht op ontdekkingen die voore-

komen uit de structurele context van het onderzoek. De Jong plaatste dit onderwerp

in het filosofisch discours van de zeventiende eeuw, maar ook in het kader van fun-

damentele historisch-filosofiche ontwikkelingen in de wetenschapsleer. Ook in late-

re jaren zou hij in zijn onderzoek problemen van logica, kentheorie en wetenschaps-

leer relateren aan historisch-filosofische thema's.

148 Zie 'Interview met prof.dr. W.R. de Jong' (door P. van Veldhuijsen en M. Arts), in 't Kladschrift,

(1987/1988), 2, pp. 42-46. Verdere informatie verkregen in gesprek met De Jong (Amsterdam, 7 juli 2009).

149 Mede vanwege zijn omvangrijke onderwijstaak kreeg hij twee studenten-assistenten: van 1978 tot 1980 I.

Moerdijk (die later hoogleraar algebraïsche topologie in Utrecht werd) en van 1980 tot 1982 M. van Lambalgen

(die aan de Universiteit van Amsterdam hoogleraar logica en cognitiewetenschap zou worden).

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 2013

Publicaties VU-geschiedenis | 548 Pagina's

Een handvol filosofen - pagina 254

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 2013

Publicaties VU-geschiedenis | 548 Pagina's