GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Een handvol filosofen - pagina 281

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een handvol filosofen - pagina 281

Geschiedenis van de filosofiebeoefening aan de Vrije Universiteit in Amsterdam van 1880 tot 2012

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

2 Negatieve beeldvorming van de Centrale Interfaculteit xjj

stuur en in de andere faculteiten. Deze onvrede was niet van recente datum en werd

niet alleen in informele circuits gehoord, maar zij was al jaren eerder geformuleerd in

een brief van de Subfaculteit der Psychologie aan de hoogleraren van de Centrale In-

terfaculteit. In 1968 had deze subfaculteit een positief advies uitbracht over de benoe-

ming van Van der Hoeven tot hoogleraar geschiedenis van de moderne wijsbegeerte,

maar zij had ook opgemerkt dat met deze benoeming de calvinistische wijsbegeerte in

de Centrale Interfaculteit werd versterkt - 'Een Wijsgerige school, die naar het oor-

deel van de subfaculteit niet zonder meer representatief geacht mag worden voor het

wijsgerig denken binnen de Universiteit als geheel. Zij verzoekt uw Interfaculteit bij

toekomstige benoemingen met dit bezwaar rekening te willen houden'.'

H e t genoemde stafberaad was openhartig. D e stafleden die meededen aan de discus-

sies toonden de bereidheid om problemen onder ogen te zien. O o k werden klachten

van studenten ter sprake gebracht. Zij zouden te weinig w o r d e n betrokken bij het

faculteitsgebeuren, de colleges boden te weinig ruimte voor discussies, de docenten

zouden te veel werken vanuit een beperkt gezichtspunt en de sfeer op de faculteit

zou te gesloten en zelfs benauwend zijn.

H a d d e n de discussiërende stafleden de kritiek van de studenten voldoende ge-

peild? Enkele studenten hadden in 1979 zeer kritisch gereageerd op het reeds ge-

citeerde interview van Van Riessen in Ad Valvas. O o k Brüggemann en Geertse-

ma waren destijds in deze universiteitskrant aan het w o o r d gekomen. Volgens die

studenten h a d d e n alle drie een verkeerd beeld van de Centrale Interfaculteit naar

buiten gebracht, althans een beeld waarin de studenten zich niet herkenden. D e z e

stafleden h a d d e n beweerd dat het filosofieonderwijs niet meer eenzijdig w e r d ge-

geven vanuit de calvinistische wijsbegeerte, maar de studenten wezen op de col-

leges van Van Riessen en T r o o s t waar dat wèl het geval was. O o k constateerden

zij dat er nagenoeg geen contacten bestonden tussen studenten en docenten. Z o

schreven zij onder meer: ' E r zijn zelden studenten in z o ' n e n o r m vacuüm geval-

len als na het aanvangen van h u n studie aan de CiF. (...) enfin, vervreemding alom'.

Nogmaals verwijzend naar de genoemde interviews merkten zij even verder op

'dat vele docenten en w m ' e r s geen of nauwelijks besef hebben van wat er leeft o n -

der de studenten'.^ D e z e studenten hadden geen antichristelijke of antireligieuze

houding. Zij hadden belangstelling getoond voor spiritueel-filosofische vragen en

lezingen daarover georganiseerd. Maar sinds 1979 was er in de faculteit niet veel

ten gunste van de belangen en de belangstelling van de studenten veranderd en tij-

dens het stafberaad w e r d e n geen voorstellen gedaan o m tot de nodige verbeterin-

gen te k o m e n .

Illustratief voor de sfeer in de faculteit was wellicht dat drs. O.K. Zijlstra, sinds

1976 wetenschappelijk assistent bij de vakgroep systematische en cultuurfiloso-

fie, coterievorming bespeurde: 'Samenwerkingsverbanden aan de CIF funktioneren

nogal eens onnodig kil en formeel, daarnaast heerst er dan vaak een verschrikkelijk

oubollige sfeer met flauwe grappen (...). Ik krijg in de ciF-gemeenschap de indruk

dat er nogal wat (onuitgesproken?, t.o. elkaar onopgehelderde?) scheve toestanden

5 Brief van de Subfaculteit der Psychologie (18 maart 1968), bijlage bij CIF, Notulen, 22 en 31 mei 1968, in

archief CIF, doos 70.

6 H. Maass, L. Ransdorp, J van der Wal en J. van Hofslot, 'Centrale Interfaculteit: over een verkeerd beeld naar

buiten gesproken', 'm Ad Valvas, 6 april 1979, p. 15.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 2013

Publicaties VU-geschiedenis | 548 Pagina's

Een handvol filosofen - pagina 281

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 2013

Publicaties VU-geschiedenis | 548 Pagina's