GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Een handvol filosofen - pagina 155

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een handvol filosofen - pagina 155

Geschiedenis van de filosofiebeoefening aan de Vrije Universiteit in Amsterdam van 1880 tot 2012

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

6 S. U. Zuidema: in de greep van negatieve kritiek 151

historie - een rede over het existentialisme van met name Martin Heidegger, Karl

Jaspers en Jean-Paul Sartre. Uitgaande van het ex-sistere, het buiten zichzelf gaan

staan of zichzelf transcenderen, legde hij uit dat in die filosofie de mens niet is maar

wordt. Dit specifiek mens worden brengt met zich mee dat de mens geschiedenis

is; hij maakt niet alleen de geschiedenis, maar hijzelf is geschiedenis. In dit worden,

dat 'de mens als historie' typeert, is hij op zoek naar zichzelf, naar zijn zelfcreatie

en zelfconstitutie.''' De existentie-idee verzet zich tegen het primaat van de ratio en

kennis; zij staat boven ratio en kennis van wetmatigheden. Daarom gaat de existen-

tie aan de essentie ('wetmatige wezenheid') van de mens vooraf. Menselijke subjec-

tiviteit is het uitgangspunt van het filosoferen van en over de mens. Dit uitgangspunt

wordt gekenmerkt door vrijheid: de mens is vrijheid in zijn zelfcreatie en zelfcon-

stitutie. Ook al is zij Freiheit zum Tode (Heidegger), zij is authentiek menselijk; zij

is aan geen enkele determinerende bepaling van een algemeen menselijke natuur of

redelijkheid gebonden. Het wezen van vrijheid, aldus Zuidema, 'is haar wezenloos-

heid, haar wetmatigheid is haar wetteloosheid, haar subjectiviteit is haar "Selbst-

herrlichkeit" ten overstaan van alle wet'.' Als zodanig kan de existentie van de

mens niet worden begrepen als een zinloos proces van zelf-wording, maar is zij de

bron van alle zin. 'De mensch is als historie de schepping van eigen wet en norm'.'"

Het existentialisme dat uitgaat van de menselijke subjectiviteit en de zin van heel

de werkelijkheid van die subjectiviteit afhankelijk verklaart, werd door Zuidema

een 'philosophische religieusiteit' genoemd. Hij typeerde haar als een afvallige re-

ligie en een omkering van het christelijk geloof, waarbij de soevereiniteit van God

wordt vervangen door de soevereiniteit van de mens.'^

Zuidema erkende dat in het existentialisme waarheidsmotieven aanwezig waren.

Het had namelijk ontdekt dat het menselijk subject werkzaam was in de uitwerking

van normen. Ook de in calvinistische kring veel besproken 'beginselen' waren vol-

gens hem niet meer dan menselijk-subjectieve formuleringen, die het resultaat wa-

ren van de bestudering van de goddelijke Woordopenbaring. Deze beginselen vielen

dus niet samen met de inhoud van de Woordopenbaring. Indien men die beginselen

wel zou identificeren met de Woordopenbaring, dan zou dat volgens Zuidema lei-

den tot een 'beginsel-absolutisme' dat 'doodelijk [is] voor alle waarachtig christelijk

leven'. Dat 'beginsel-absolutisme' barricadeerde 'den weg voor waarachtige christe-

lijke progressiviteit bij een verantwoordelijk leven uit het geloof."

Zuidema had de filosofische grondideeƫn van het existentialisme geanalyseerd en

vernietigend bekritiseerd. Hij had overigens de geanalyseerde problemen op het ter-

rein van de antropologie, ethiek en geschiedenis voorzien van enkele fragmentari-

sche opmerkingen, die er blijk van gaven dat hij ruimte zag om die problemen in de

lijn van de calvinistische wijsbegeerte constructief uit te werken. In zijn latere wer-

ken zou hij echter niet tot die uitwerking komen.

Sytse Ulbe Zuidema werd op 22 april 1906 in Kampen geboren, waar zijn vader als

beroepsmilitair in de rang van sergeant gelegerd was. Na de eerste wereldoorlog had

zijn vader een functie gekregen bij de beveiligingsdienst van paleis Het Loo en ver-

49 Zuidema, De mensch als historie, pp. 3-4.

50 Zuidema, De mensch als historie, pp. 6-7.

51 Zuidema, De mensch als historie, p. 7.

52 Zuidema, De mensch als historie, p. 9.

53 Zuidema, De mensch als historie, p. lo.

J

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 2013

Publicaties VU-geschiedenis | 548 Pagina's

Een handvol filosofen - pagina 155

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 2013

Publicaties VU-geschiedenis | 548 Pagina's