GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Een handvol filosofen - pagina 62

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een handvol filosofen - pagina 62

Geschiedenis van de filosofiebeoefening aan de Vrije Universiteit in Amsterdam van 1880 tot 2012

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

58 / Fragiel begin (i88o-i^i8)

de hij koningin Wilhelmina de Eerste Kamer te ontbinden. De kort daarna nieuw-

gekozen Eerste Kamer, die inderdaad een andere samenstelling had, aanvaardde het

wetsvoorstel in 1905.

Vreugde aan de Vrije Universiteit. Bij Koninklijk Besluit werd in december 1905

het civiel effect toegekend aan de door haar verleende graden in de rechtsgeleerd-

heid, klassieke en Semitische letteren en wijsbegeerte.''**' Het civiel effect was van

grote betekenis voor de afgestudeerden van de Faculteit der Rechtsgeleerdheid, die

alleen met een erkende graad toegang konden krijgen tot de advocatuur, het open-

baar ministerie, de rechterlijke macht en functies bij de overheid. Voor afgestudeer-

den van de Faculteit der Letteren en Wijsbegeerte was het civiel effect belangrijk, als

zij voor hun beroep een erkende titel nodig hadden. Voor de graden van de Facul-

teit der Godgeleerdheid was het civiel effect niet nodig, omdat haar afgestudeerden

meestal predikant werden. De toelatingseisen voor het predikantschap werden door

de kerken bepaald.

Sinds de oprichting van de Vrije Universiteit was voor alle studenten een prope-

deutisch examen verplicht, dat minstens een jaar in beslag nam en dat door de hoog-

leraren van de Faculteit der Letteren en Wijsbegeerte werd afgenomen."" Na de

propedeuse volgde een ongeveer driejarige studie voor het kandidaatsexamen. Stu-

denten die een kandidaatsexamen filosofie wilden doen, werden na een reeks tenta-

mens geëxamineerd in de vakken redeneerkunde, zielkunde en de geschiedenis van

filosofie van de Grieken en Romeinen.

De meeste studenten deden nog eens drie jaar over de studie voor het doctoraal-

examen, dat voor de studenten filosofie bestond uit de vakken metafysica en de ge-

schiedenis van de middeleeuwse en nieuwere filosofie."'* In de drie faculteiten be-

stond het doctoraalexamen uit een mondeling en een schriftelijk deel. Bij een goede

uitslag van het mondelinge examen kreeg de kandidaat vervolgens een opdracht om

over een bepaald onderwerp een opstel te schrijven, dat hij na één dag, soms na en-

kele dagen, bij de faculteit moest inleveren en op een nader vast te stellen tijdstip

moest verdedigen. Na het doctoraalexamen kon men de studie voltooien met een

promotie.

De hoogleraren werkten met korte termijnen, niet alleen voor de studenten, maar

ook voor zichzelf. Proefschriften moesten slechts drie dagen voor de promotie bij

de hoogleraren zijn. Ook de collegeroosters laten zien dat de hoogleraren aan de

studenten en aan zichzelf hoge eisen stelden. De studenten van de Faculteit der

Letteren en Wijsbegeerte hadden vijftien tot twintig uren college per week, door-

gaans van maandagmiddag tot zaterdagochtend. Ondanks haar weidse naam telde

de Faculteit der Letteren en Wijsbegeerte tot de eerste wereldoorlog hoofdzakelijk

studenten klassieke talen. Het zou tot 1915-1916 duren voordat de eerste student

slaagde voor het kandidaatsexamen filosofie en twee jaar later werd het eerste doc-

toraalexamen filosofie met succes afgelegd. In 1922-1923 volgde het tweede docto-

raalexamen filosofie.

Men kan de vraag stellen of het onderwijs aan de Vrije Universiteit in de eerste

144 Donner, De vrijheid van het bijzonder wetenschappelijk onderwijs, pp. 57-58, 68.

145 Zie dit hoofdstuk, noot 46. In 1912 werd deze propedeuse voor de juridische faculteit afgeschaft, omdat zij

volgens de studenten weinig aan hun 'schoolkennis* toevoegde en volgens de hoogleraren weinig betekenis had

voor het onderwijs in de juridische vakken; zie Van Deursen, Een hoeksteen, p. 99.

146 Zie art. 13C van het Reglement voor de Vrije Universiteit.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 2013

Publicaties VU-geschiedenis | 548 Pagina's

Een handvol filosofen - pagina 62

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 2013

Publicaties VU-geschiedenis | 548 Pagina's