GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

De bronnen van het privaatrecht - pagina 12

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De bronnen van het privaatrecht - pagina 12

Rede gehouden bij de overdracht van het rectoraat der Vrije Universiteit

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

10 wijziging en vervorming door de volksgewoonte. Nooit echter is dat gelukt, eenvoudig omdat het niet gelukken kon. Bij voortgaande en zich verwikkelende cultuur moest differentiatie intreden en moest blijken, dat van het oude volksrecht een deel volksrecht bleef en moest blijven door zijn aard, een ander deel eveneens door zijn aard Overheidsrecht moest worden. Het eerste deel had de Overheid enkel op te teekenen en de wijziging verder aan de gewoonte van het volk zelf over te laten, het tweede deel vereischte bewuste rechtsvorming harerzijds. Beide over één kam te scheren en aan dezelfde eischen van toepassing te onderwerpen is een der cardinale fouten onzer tegenwoordige regeling. Onze geldende wetboekenbehelzen onder den valschen schijn der uniformiteit voor drie-vierde volksrecht, voor het andere vierde Overheidsrecht, beide in aard en eisch van behandeling principieel verschillend. Dat verschil zal ons duidelijk worden, als we thans dat Overheidsrecht wat naderbij bezien. W i j merkten reeds op, dat de werkzaamheid der Overheid op het gebied van het privaatrecht langen tijd gering is geweest. Dit is voornamelijk te verklaren uit de principieel andere opvatting, die het Germaansche volksbewustzijn had van de taak der Overheid vergeleken met die van het Romeinsche. De Romein ontving zijn objectief recht uit de hand van den met imperium bekleeden magistraat, de Germaan ontleende het aan de goddelijke wet, die stond zoowel boven volk als vorst, en die vorst had bij de rechtsvorming een zeer beperkte taak; hij was gebonden aan het volkrecht zooals elk ander volksgenoot.- Zelfs toen het Germaansche koningsschap onder Karel den Groote op zijn hoogtepunt stond, om straks voor eeuwen in duldelooze zwakheid te verzinken, was de bemoeienis met het privaatrecht van zeer ondergeschikte beteekenis. Nooit anders dan in abnormale tijden, waarin de Overheid abnormaal sterk was, is dit anders geweest, en dan is haar dit door het volk wel spoedig beter aan het verstand gebracht. Maar daarnaast is door de historie evenzeer gebleken, dat de Overheid als factor in

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 20 oktober 1913

Rectorale redes | 48 Pagina's

De bronnen van het privaatrecht - pagina 12

Bekijk de hele uitgave van maandag 20 oktober 1913

Rectorale redes | 48 Pagina's