GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

De voorgestelde Gezangen.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De voorgestelde Gezangen.

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

II.

Na over het Te Deum gesproken te hebben, ga ik iets zeggen over het Veni Creator.

Dit kerklied draagt dezen naam naar de woorden, waarmee het aanvangt: Veni Creator Spiritus, kom scheppende Geest. Het luidt aldus:

Kom, scheppende Geest, Bezoek den geest der Uwen. Vervul met hemelsche genade De borst, die Gij geschapen hebt.

Gij, die genaamd wordt Paracleet, Gave van den hoogstcn God, Levende bron, vuur, liefde En geestelijke zalfolie.

Gij zevenvoudig in gave. Gij vinger van Gods rechterhand, Gij belofte des Vaders, , , .Die de keel met redenen verrijkt

Ontsteek licht voor onze zinnen. Stort liefde in de harten. Versterk steeds met kracht De zwakheid van ons lichaam.

Verdrijf al verder den vijand En geef voortdurend vrede; Mogen we al wat schaadt vermijden, Daar Gij als Leidsman ons voorgaat. Geef, dat wij door U den Vader kennen, Kennen ook den Zoon, En ten allen tijde gelooven. Dat Gij de Geest van Beiden zijt.

Dit lied heeft niet zulk een hoogen ouderdom als het Te Deum. Werd het laatste in het eind der vierde eeuw gedicht, het Veni Creator moet in de achtste eeuw zijn ontstaan. Wie er de dichter van is weet men niet. Het werd vroeger wel aan keizer Karel den Groote toegeschreven. Ook wel aan Karel den Dikke (876—887). Maar tegenwoordig doet men dat niet meer. Het is een hymnus adèspotos, d.w.z. een lofzang, waarvan de auteur onbekend is.

Van ouds heeft dit lied ©en plaats der eere in de kerk ingenomen. Het is een „lofzang op den dag van het Pinksterfeest', '.; ' Maar het werd niet alleen op Pinksteren, doch bij verschillende kerkelijke plechtigheden gezongen. Vooral bij plechtigheden, die bizonder aanleiding gaven om den Heiligen Geest aan te roepen; , zooals de verkiezing van pausen en bisschoppen, de Icrohing van vorsten, de opening van kerkvergaderingen.

Het volksgeloof schreef aan het Veni Creator in vroeger tijd zelfs beschennende kracht toe; er werd gezegd: , , wie dezen lofzang spreekt bij dag of bij nacht, dien zal geen zichtbare of onzichtT bare vijand kunnen schaden": '

De - Hervormde Kerk heeft onder haar gezangenhet Veni Creator niet.

De vervolgbundel bevat wel het gezang: „Geest des Heeren, kom van boven"-. (Gezang 215) en bo.ven dit lied staat wel (tenminste in de uitgave, die ik bezit) „V«ai Creator". . ..'

Maai' dit opschrift is niet .juist. Het gezang .i^, , zooals er pok onder staat, een weergave v'an een hed v; m Luther. Maar dit lied is niet Luthers vertaling van het Veni Creator, doch. van ©en ander Datijnsch kerklied, het Ven, i, . Sane, ie', $^if, ritus, , rep Ie. Dit kerklied luidt: . "

Kom, Heilige Geest, ti'ijiI'S, . Vervul de harten Uwer geloovigen • •; ; , , ; !• En ontsteek in hen het vuur van Uw liefde. Gij, dié door de verscheidenheid aller talen heen De volken verzameld hebt in eenigheid des geloofs. Hallelujah, Hallelujah!

Bij Luther stO'Ud dit lied in hooge, eere. , Hij waagde in zijn tafelgesprekken de uitspraak, ; dat de Heilige Geest zelf het over zichzelf gemaakt ha< ï, beide de woorden en de melodie. In 1524 heeft hy er een bewerking van gegeven en er nog twee coupletten aan toegevoegd.

En hiervan is Gezang 215 een vertaling; of juister; het is. een vertaling van de eerste twee ooupletten van Luthers lied.

Ook het Veni Creator is door Luther in het Duitsch nagezongen. In onze Nederlandsche taal is dit oude kerkhed door Da Costa bewerkt. Maar cok reeds door V on dek 't Is zijn „Piinsterzang", waarvan het eerste couplet luidt:

Kom, kom, o driemaal Heylge Geest, Ay, zeegent onse Pinxter-feest. Komt tortelduyf van 's hemels dak En brengt ons den Olyven-tak. '

Deze Pinxterzang van Vondel is een mooie, maar zeer vrije navolging van het Veni Creator, In het rapport der deputaten 'is de bewerking van Da Costa opgenomen. Ze blijft dichter bij het oorspronkelijke.

In het Veni Creator'kOmt ónder de nanïeh, 'wikr-''' mee de Heilige Geest wordt aangesproken, ook deze voor; „vinger van Gods rechterhand", 't Is opmerkelijk, hoe verschillend de gedachten zijn, die deze benaming bij Vondel en bij Da Costa wekt. Vondel geeft er deze paraphrase van:

O vinger Gods, die 'tsteenen hert Vermorsselt dat het wacker wert: • . •. En Kristus wet, die eeuwig blijft, In ons gemoedt en zinnen schrijft.

Bij Da Costa heet het:

En, Vinger van Gods rechterhand! Bespreng den stam, door U geplant.

Terwijl bij Vondel de Geest de vinger is, die het steenen hart vermorzelt en die in onze ziel de wet van Christus schrijft, is Hij bij Da Costa de vinger, die den stam, door Hem geplant, besprengt. Da Costa zal hiermee bedoelen, dat de Geest Gods den door Hem geplanten stam der kerk besprengt en alzoo die kerk doet wassen en groeien.

Wat de onbekende auteur van het Veni Creator ex mee zeggen wil en hoe hij er tO'e gekomen is den Heiligen Geest zoo te noemen"? Ik vermoed, dat hij met de aanspraak „vinger van Gods rechterhand" den Geest in zijn macht en kracht wilteefcenen en dat hij tot deze benaming gekomen is doof ©en vergelijking van Matth. 12:28 met Luc. 11:20. In den eersten tekst zegt Jezus: Maar indien ik door den Geest Gods de duivelen uitwerp, zoo is dan het Koninkrijk Gk> ds tot u gekomen". En 'inden tweeden luidt Zijn woord: Maar indien ik door den vinger Gods de duivelen uitwerp, zoo is dan het Koninkrijk Gods tot u gekomen". By Mattheus is alzoo van den Geest Gods, bij Lucas van den vinger Gods sprake.

In de bewerking van Da Costa hebben deputaten een wijziging aangebracht. Het eerste couplet luidt :

Kom, Schepper, Heiige Geest, daal af! Uw adem, die ons 't aanzijn gaf, Herschepp', beziel', vervuil' de borst, Die naar Uw waterstroomen dorst.

Dat „daal af" kon natuurlijk niet blijven staan. De Heilige Geest daalt niet ten tweeden male af. Hij is eenmaal in de kerk van Christus komen wonen en Hij woont er nog. Deputaten hebben het aldus gewijzigd:

Kom, Schepper, Heiige Geest en ga Tot d' uwen in met uw gena! Herschep, beziel, vervul de borst, Die naar uw waterstroomen dorst.

•Door de woordeii „met Uw göna", die herinneren aan den regel van liet oorspronkelijke: „Vervul met hemelsche genade", is aan het bezwaar eenigszins t^emoet gekomen. Al .woont de Geest ia de harten van zijn volk, er kan toch gebeden worden, dat Hij aam die harten Zijn genade zal schenken. Toch kan ifc niet zeggen, dat ik met het coupM, zooals het •nu geworden is, erg dweep.

De uitdrukking „iagaan tot de Uwen" vind ik minder mooi dan de oorspronkelijke: „bezoek den geest der Uwen". En de gedachte, uitgedrukt in de woorden: „de borst, die Gij geschapen hebt", is verdwenen, doordat de regel van Da Costa: „Uw adem, die ons 't aanzijn gaf" vervallen is. Daarbij komt dat dé regels: „Herschep, beziel, vervul de borst, die naar Uw waterstroomen dorst", welke deputaten behouden hebben, niet zonder bezwaar zijn. Afgedacht nog hiervan, dat een ziel, die naar de waterstroomea des Geestes dorst, reeds herschapen i s, moet zulk een dorstende ziel toch niet herschapen en bezield, maar veeleer gedrenkt worden. De woorden „herschep" en „beziel" beantwoorden niet aan het woord „dorsten".

Ik geloof, dat wij met dit heele couplet van Da Coëta weinig kunnen aanvangen en dat - er een nieuw voor in de plaats gesteld moet worden. Naai' mijn gedachte zou het b.v. aldus kunnen hiiden:

Kom, Schepper, Geest, bezoek Uw kerk Met al het heil van Christu.s' werk; Vei-vul Uw schepping, onzen geest, Met Gods genade op 't Pinksterfeest.

In het zesde couplet van Da Costa komen de r^els voor:

• !; Loopt als een stroom de vijand aan, O! hef Gij zelf omhoog de vaan!

Deze regels zijn genomen uit onze vertaling van Jes. 59:19b, „als de vijand zal aankomen als een stroom, zal de Geest des Heeren de banier tegen hem oprichten". Gelijk men weet is echter deze vertaling niet de juiste. Door Ridderbos wordt dit versdeel aldus weergegeven: want die (n.l. de heerlijkheid des Heeren, waarvan in het eerste deel van het vers gesproken is) zal komen als een bruisende stroom, dien de adem des Heeren voortdrigft". De vraag verdient overwogen te worden of het gewenscht is in nieuwe liederen regels op te aemen, die op een verkeerde vertaling berusten. Laat ik hier direct aan toevoegen, dat ik deze heide regels op zichzelf, losgedacht van Jes. 59 VS 19, heel mooi vind en dat ik er niet zooveel bezwaar tegen zou hebben ze te behouden.

, Ik besluit dit artikel met te wijzen op het laatste couplet. Het is nog al ingewikkeld. Dit blijkt ook hieruit, dat er verschil in opvatting schijnt te kunnen bestaan. In het rapport staat het aldus:

Leei' ons den zaalgon Vademaam Uitroepen met den Zoon te zaam En met U zelf in 't Godsbestaan, Van beiden eeuwig uitgegaan.

Deputaten plaatsen alzoo een komina achter „Godsbestaan". Ik zou de komma willen plaatsen achter de woorden „Ü zelf". Ik versta het zóó: hier wordt gebeden, dat wij den naam van den Vader met den naam van den Zoon en dien van den Geest mogen uitroepen. En dan wordt van den Geest gezegd, dat Hij in 't Godsbestaan eeuwig van den Vader en den Zoon uitgaat.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 31 maart 1933

De Reformatie | 8 Pagina's

De voorgestelde Gezangen.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 31 maart 1933

De Reformatie | 8 Pagina's