GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

LITERATUUR EN KUNST

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

LITERATUUR EN KUNST

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

A. den Doolaard. „Orlënt-Express". rJ^^WJi

Van den Auteur A. den Doolaard, over wiens werk ik in ons blad herhaaldelijk heb gesclireven (jg. 13, nos. 23—41, jg. 14, no. 28), is een nieuw boek verschenen, dat, in verband met de aangegeven artikelen, onze aandacht verdient.

De lezer herinnert zich, dat A. den Doolaard (pseudoniem voor C. Spoelstra) zijn literaire werkzaamheid begon als dichter van onstuimige verzen in den vitalistischen toon. Zijn bundels „De verliefde Detonwerker" en „De Wilde Vaart", evenals de „Ralladeu van den onbekenden Soldaat" en „De gestorven Landloopers" zijn, naar Authonie Donker heeft opgemerkt „leven-veroverend, maar van een levensmoed, die nog onbeproefd is". Ze worden gekenmerkt door een „onstuimige romantiek" en „een voorliefde en vereering voor sterke, heroïsch romantische gestalten".

Rij zijn overgang naar het proza, dien hij met de andere jonge dichters van de twintiger jaren onder aanvoering van TMarsman deed, veranderde de vorm van zijn werk, maar bleef het karakter. Zijn eerste roman „De laatste Ronde", was van eenzelfde onstuimigheid' als zijn eerste verzen, onbesuisd vitalisme in „wilde vaart", maar innerlijk hol. En enkele volgende proeven, „De Witte Stilte" en „van Ski en Propellor", leden, ofschoon in mindere mate dan „De laatste Ronde", aan hetzelfde euvel van „veel krachtver toon en krachtverbruik" — ik citeer nog eens Anthonie Donker — „en daardoor een fatale verwijdering van de essentialia des levens".

Eerst toen zijn belangstelling zich ging concentreeren en, mede ten gevolge van eigen waarneming, zich ging rich ten op het levensbeeld vanden niet-westersch-gecultiveerden Europeaan, kwam er beheersching in zijn boeken. „De Wilden van Europa", straks het literair-voortreffelijke „De Druivenplukkers", waren een belangrijke vooruitgang. „De Herberg met het Hoefijzer" bracht de juiste aanwending van expressieve kracht en de zuivere aansluiting van het vitalisme aan de essentialia des levens. Dat kleine boekje was, gelijk ik heb aangetoond in het genoemde artikel (jg. 14, no. 28), een kunstschepping, die boven al het gelijktijdige uitreikte in beteekenis en de beloften, die het vroegere werk inhield, volkomen inloste. Het gaf weliswaar ook een beeld van ongeremde menschelijkheid, maar nu gesteld tegen den forschen achtergrond van woeste natum- en primitieve cultuur en daarom niet slechts verantwoord, maar zelfs ontroerend.

Het nieuwe boek, „Oriënt Express", blijft in dezelfde sfeer.

Ook nu weer is de omgeving die van het Macedonische bergland en zijn de menschen dezelfde ontembare krachtlïgm-en, omdat op het spel staan hun liefde en hun haat, hun land en hun volk.

Het ingewikkelde verhaal speelt in de omgeving der Macedonische comitadji's, die de bevrijding van hun geboortegrond willen bewerken. Ze komen in dit boek voor in heel hun historische ontwikkeling, van dat ze in 1903 zich verzetten tegen de Turksche heerschappij, tot ze, na den wereldoorlog, met verbeten woede ageeren tegen den nieuw-geworden toestand. Worstelend met taaie volharding, maar tegelijk niet terugschrikkend voor terroristische geweldmaatregelen, levend' uit een brandend ideaal, maar eveneens handelend naar de impulsen van haat en vijandschap, zijn ze de echte vertegenwoordigers van het primitieve, dat dooi- geen cultuur-vormen wordt ingetoomd in zijn uitingen.

In enkele scherp-gemarqueerde figuren heeft de Schrijver hun beeld gegrepen, hun romantisch beeld, want ze zijn fantasie-scheppingen op een basis van realiteit.

Daar is vooreerst Damian Drangóv, de gröote strijder uit den Turkentijd, een bijkans legendarische figuiu' in zijn heroïsche zelfopoffering en zijn alles beheerschend nationalisme. Naast hem zijn vrouw, die met hem en zijn beide broers een leidende rol heeft in de geheime 'veraètsoi-gani" satie, een heldin en een furie tegelijk. Dan Milja, hun dochter, die beider aard tot een resultante van fanatisme en niets ontzienden hartstocht vereenigt. Aanvankelijk de vereenzaamde onderwijzeres op een klein dorp, die trouw gezworen heeft aan het oude devies der Macedonische vrijheid (ofschoon door den wereldoorlog de verhoudingen zijn veranderd en niet meer de Turken, maar het broedervolk der Serven de tegenstanders zijn) gaat ze deelnemen aan de actie der comitadji's, als ze de geliefde is geworden van Todor Alexandrov, den bruten leider uit den nieuweren tijd, den vierden centralen persoon uit het boek. Zijn contact met de Sovjet-regeerders uit Rusland brengt het communistisch bewegen in het verhaal en daarmee een andere politieke gesteldheid, dan die van Damian Drangov en de zijnen. Als hij, nog voordat hij er in geslaagd is de verbinding met de Sovjets te realiseeren, door sluipmoord is omgekomen, heeft Milja maar één levensdoel meer en is ze bezeten van één begeerte: zijn dood te wreken. In die blinde, verterende wraakzucht, wordt ze het werktuig in de handen der terroristen, die een aanslag op den Orient-express voorbereiden, omdat die Oriëntlijn het werk is van kapitalistische en anti- Macedonische politiek. Haar eigen ideaal, Todor te wreken, is echter sterker dan de politieke invloeden, waarin ze heeft gemeend den weg tot haar doel te vinden. En zoo pleegt ze verraad aan de partij en boet dat verraad met een vreeselijken dood.

Om deze figuren, met dien van Damians broer, oom Kosta, als tegenhanger (hij heeft zich afgekeerd van alle breedere actie en legt al zijn liefde voor den Macedonischen grond in stoeren arbeid op zijn akkers), is de inhoud van het verhaal verweven, en dat met een beklemmende stijging, naarmate zich de martelende tweespalt in Milja's ziel ontwikkelt. Er laait een verterend vuur door al dat snelwisselend gebeuren heen, een suizende koorts van vrijheidsverlangen, een ongebreidelde drift naar geweld en vernietiging. En in de spanning van deze orgie van hartstochten is de lezer als met verbijstering geslagen.

Literair gezien is het boek een prachtwerk. Het is meeslepend in zijn expressieve taal en boeiend door zijn kleurigen, bewogen stijl. Het heeft, als alle boeken van dezen schrijver, schitterende momenten, vooral daar, waar het, naar de methode der proza-vernieuwing, met fel-reëele plastiek menschen en verhoudingen tot levende werkelijkheden maakt. Het is geschreven in dat hartistochtelijk tempo, dat de nieuwere romankunst beheerscht en met de vurigheid, die de winst is van het vitalisme in de moderne proza-literatuur. „Er jagen", aldus heeft Gerard van Eckeren geschreven, „over dit boek de hooge nachtelijke hemelen, vol stormige, zilveren wolken; daags brandt er de vlijmende Macedonische zon de bruinroode wegen tot puiver en in de ravijnen, waardoor de comitadji's strompelen, staat slijmerig sijpelwater met malariakiemen. De auteur beschrijft deze dingen minder dan dat hij ze aanduidt, zooals een schilder zijn niet angstvallig op nuances afgewogen kleuren hier en daai- maar ruw-weg ueersmakt op zijn doek, maar we zien van onder die ruigheid vandaan toch zeer nauwkeurige en zeer levende beelden tevoorschijn komen „Orient-Express" is een boek, dat ik reken tot de familie van de groote werken der literatuur..."

Naast deze literaire beteekenis staat die van het boek als tijdbeeld. Al is het niet een historische roman (de Schrijver zelf zegt dat in een lezenswaardige inleiding) het geeft toch in zijn oriënteering naar historische motieven en zijn op waarneming rustende leekening van de locale verhoudingen een beeld van het roerige Halkanleven van de laatste twintig jaren, dat in zijn scherpte is van ongemeene liracht.

Maar — en dat is de keerzijde van deze verdiensten — tegenover deze treffelijke waarde-elementen staat de geestelijk-zedelijke positie van den

raman. En die doet elke mogelijkheid' van waai-doering voor ons wegvallen. Aan zijn drastisch .samenstel van verzetpleging, politieke agitatie, partij-lerrorisme, ontbreekt elke ideëele motiveering. Wat juist in den jongen uit „De Herberg met het Hoefijzer' zoo sterk sprak, het ten-slottegroote van wat hem bewoog en i'anatiseerde, wordt hier gemist, met uamc in het tweede gedeelte van den roman en in zijn hoofdzaak: de Milja-schepping. Zeker, er is bij haar wel idealisme, maar veel grooter dan dat is haar wraaklust. Er breekt ook wel iets van het fijne van Leonard (uit „De Herberg") door in de Kosta-figuur, maar daaroverheen golft voor het lezersoog aanstonds weer de lielsche vcrnielzucht. De liefde, die er was bij den icleinen held uit de herberg en, grooter en dieper, bij den pater uit het bergdorp, is hier verwrongen tot haat, en de menschclijkheid, die daar ouder liet primitieve rustte, is hier overwoekerd door wreedheid en bloeddorst. Het levenvcroverende beteekent hier levensvernicling. En wat heroïsme moet zijn en aanvankelijk was, ook al was het dan revolutionnair heroïsme, is geworden wraak-i> egeerte en haat-fanaüsmc.

Geestelijk-zedelijk is daarom deze roman volstrekt onaanvaardbaar. De „geest uit den afgrond" staat uit zijn bladzijdei^ op, in al zijn demonische afzichtelijkheid. De offerbereidheid, die een van de leidende motieven is uit het werk, is een christelijke gedachte, maar waar ze geboren wordt uit haat en wraakzucht, is ze anti-chrisleiijk. En haar, ongetwijfeld schitterende, literaire verbeelding, is dood-gevaarlijk. Indien ergens, dan klemt hier het voor ons primaire van de principiëele literatuur-beschouwing, die waardeering van waarde absoluut en beslissend scheidt.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 11 januari 1935

De Reformatie | 8 Pagina's

LITERATUUR EN KUNST

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 11 januari 1935

De Reformatie | 8 Pagina's