UIT DE SCHRIFT

Machtsuitoefening door den Machthebbende.

Christus Zelf heeft in Zijn afscheidsrede een nauw verband gelegd tusschen Zijn hemelvaart en de komst van den Heiligen Geest (b.v. Joh. 16:7); daarom mogen we nooit de één, los van de ander, beschouwen. En de hemelvaart moeten we weer bezien in het licht van het gesprek, dat de Heiland, vlak ervoor, met Zijn discipelen gevoerd heeft. Als Hij dit gezegd had, werd hij opgenomen. Deze bijzin is niet slechts een tijdsaanduiding; neen, de Heihge Geest — Die is de Schrijiver — verbindt met deze woorden de hemelvaart ten nauwste aan het zoo juist gesprokene.

Wat heeft Christus dan gezegd?

Hem is gegeven alle macht in hemel en op- aarde. Ook op aarde. Die is Zijn gebied. Hij heeft er de volle zeggenschap over. Hij alleen. De verheerlijkte Heiland heeft, gedurende de veerüg dagen tusschen opstanding en opvaart, de aarde er telkens weer op aangezien: die is nu Mijn domein. Maar dan gaat Christus die macht ook ui toef enen; die veertig dagen achtereen is Hij bezig de aarde in bezit te nemen. Hij legt er beslag op; Hij eischt ze op voor Zich.

Dat is het, als Hij tot Zijn discipelen zegt: gij zult Mijne getuigen zijn, zoo te Jeruzalem als in geheel Judea en Samaria en tot aan het uiterste der aarde. De apostelen moeten alles opeischen voor Hem, den rechtmatigen Eigenaar; en daarin vordert Christus Zelf het alles op. En aldus beslag leggend op de aarde, — als Hij dit gezegd had — slechts in die kwaliteit, als Bezitter der aarde, wil Hij ten hemel gaan.

't Schijnt wel eens, dat Christus bij Zijn hemelvaart de aai'de heeft losgelaten, dat Hij alleen in den hemel Zijn Koninkrijk zoekt te vestigen. Wat is er op aarde een verzet tegen den Christus! Welk een goddeloosheid! Welk een welbewuste en vaak ook doeltreffende actie tegen God en Zijn dienst!

En dan komt soms de neiging naar boven om deze door en door zondige aarde maar los te laten en alleen maar op den hemel te hopen. Te zeggen:

hier beneden is het niet. Doch dan verloochenen we den Christus. Hij liet de aarde niet los. Dan ware Zijn groote werk mislukt. Neen, eerst beslag leggend op de aarde, als het ware met de aarde in Zijn handen, is Hij naar den hemel gegaan. En bij Zijn troonsbestijging ontsloot Hij voor de aarde, die immers bestemd was om in den hemel te worden opgenomen, de volle hemelsche heerlijkheid.

Nu roemen we, geloovend Christus' hemelvaart: heel de wereld Z ij n gebied!

Doch dit is het einde nog niet!

Christus legde wel beslag op de aarde en opi het gansche menschenleven, maar is 'dat beslag wel effectief? Wordt Zijn Souvereüaiteit wel erkend? Is 't hiermee niet als met koloniale mogendheden, die wel gansche streken lot haar gebied rekenen, maar die in die streken inderdaad slechts heel weinig te zeggen hebben, zoodat nauwelijks van gezagsoefening sprake kan zijn? En dan, als dat beslag, dat Christus gelegd heeft op de aarde, zoo weinig effectief is, wordt dan de hemelsche gunst door de aarde wel waarlijk genoten?

Ziet nu Pinksteren, de vervulling van hemelvaart. Dan komt de Heihge Geest, om in Christus' naam het gelegde beslag effectief te maken! Dan worden zij allen vervuld met den Heihgen Geest. Christus eischt hen, door Zijn Geest, volkomen voor Zich op. Hoe erkennen en genieten zij Zijh genadeheerschappij! Hoe willen zij allen, ouden en jongelingen, zonen en dochteren. Zijn slaven en slavinnen zijn, en hun geheele leven door Hem laten beheerschen! En hoe jubelen zij daarbij erin, dat door den Geest de gemeenschap met den hemelschen Vader hun is ontsloten.

En dan werkt de Geest door, opdat de heele wereld al meer, daadwerkelijk, Christus' domein wordt. Dan zijn de apostelen Zijn getuigen tot aan het uiterste der aarde. Telkens nieuwe gebieden worden onder Christus' beslag gebracht; al meer wordt voor de aarde de hemel geopend.

Ja, vandaag nog legt de Heilige Geest beslag op die van Christus zijn. En Hij doet het, opdat door hen heen al meer heel de wereld Christus' gebied wordt, heel het leven en heel de aarde. En zoo wordt ons leven al meer een leven onder geopenden hemel, door den Geest!

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen