GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

UIT DE SCHRIFT

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

UIT DE SCHRIFT

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Maar ga heen tot mijne broeders. Joh. 20:17b.

Pascben.

Gemeenscbap.

Maria Magdalena, die een ontmoeting met den Opgestanen Christus gehad heeft in den hof van Jozef van Arimathea, ontvangt hier de opdracht om de Paaschboodschap aan de discipelen te brengen. Jezus Christus zegt tot haar: Ga heen tot mijn broeders en zeg hun: Ik vaar op, naar iMijnen Vader en uwen Vader, naar Mijnen God en uwen God!

De broeders, die hier bedoeld worden, zijn speciaal de discipelen. Met deze discipelen heeft Jezus Christus aan den vooravond van Zijn sterven aan den Paaschmaaltijd aangezeten. En de laatste handeling die Christus in volledige vrijheid met en voor Zijn discipelen heeft kunnen doen, is geweest de instelling van het Heilig Avondmaal.

Nu knoopt Christus na Zijn opstanding aan deze handeling vast. Hij verloochent het verleden niet, imaar gaat het verder tot ontplooiing brengen. Hij verwijst Maria, die de gemeenschap' met haar Meester begeert, naar de broeders, opdat dezen, nadat Maria haar boodschap gebracht heeft in den kring der geloovigen, den disdi des Verbonds zullen aanrichten, en ook aan Maria het brood en den wijn zullen uitreiken, om deze beide tot 's Heeren gedachtenis te eten en te drinken.

Maria wil de gemeenschap met Christus en zij grijpt Hem vast, omdat zij bang is dat haar Meester weer plotseling zal heengaan, en omdat zij denkt, dat het weer precies zoO' zijn moet in den omgang tusschen Jezus en haar, als vroeger.

Er is een onstuimig verlangen in Maria om Jezus voor zich zelf op te eisclien, om Hem te mogen behouden voor zichzelf.

Daartegenover stelt Christus Zijn vermanend woord: Maria grijp mij niet vast! Maria mag wel onderzoeken of Jezus het wel werkelijk is, maar zij mag den Meester niet tegenhouden.

Wat Maria beoogt met haar vastgrijpen is zeer zondig. Zij wil den voortgang van het heilswerk niet. Zij wil, evenals vóór den kruisdood, de gesprekken weer met Jezus, Die haar, het ongelukkige schepsel van vroeger, uit zoo grooten nood en dood verlost heeft. En in die houding van Maria is voor den Verrezen Christus geweest de verzoeking om met de noodzakelijke veranderingen in Zijn werkwijze nog niet te rekenen.

Christus wijst deze verzoeking niet slechts af, maar Hij stelt daar ook een gebod tegenover. Hij wijst Maria den weg, waarin de gemeenscha.p tusschen Christus en de Zijnen voortaan zal worden verkregen: Ga tot de broeders, tot de discipelen.

laten zij u geven de teekenen des verbonds opdat gij daarbij uw hart tot den Heere, uw God zoudt mogen verheffen.

Zoo blijft het voor de nieuw-testamentische gemeente van Jezus Christus.

De Paaschvorst, die onmiddellijk na Zijn verrijzenis Maria verwees naar de discipelen, hoewel Hij in die veertig dagen voor de hemelvaart — veertig dagen met betrekkelijk weinig verschijningen — vele uren met Maria had kunnen spreken, roept Zijn volk aan de avondmaalstafel onder leiding van de ambtsdragers bijeen om hen daar in het geloof te versterken en de geloofsgemeenschap met Christus te doen genieten.

De belijdenis des geloofs van de jonge leden der kerk en de viering van het Heilig Avondmaal valt ook dit jaar in vele van onze kerken omstreeks Paschen.

Jezus Christus, Dien wij belijden als de Overwinnaar van dood en graf, roept nu aan den disch des Verbonds Zijn gemeente samen. Hij wil al de leden der kerk in volle rechten daar voeden met hemelsdie spijs en drank en daar doen leven uit de kracht van Zijn Opstanding, ' en aangorden met kracht uit den hoo^e.

Jezus Christus roept Zijn volk aan de avondmaalstafel, opdat de Zijnen daar, in de breede gemeenschap der kerk, met al de heiligen zouden overdenken de lengte en de breedte en de diepte en de hoogte van de genade Gods in Hem, Die leeft en die dood is geweest.

Hij wil ons zwakke en kleinmoedige geloovigen, ons, die geneigd zijn den hemel uit het oog te verliezen, en als Maria Magdalena tot zondige overleggingen ons te laten verleiden, aan den disch des Verbonds bijeen zien als de gekochten door het bloed des kiniises, om ons allen te doen deelen in Zijn zegeningen.

Ga dan heen tot Zijn broeders. En: Doe dat tot Zijne gedachtenis.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 22 maart 1940

De Reformatie | 8 Pagina's

UIT DE SCHRIFT

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 22 maart 1940

De Reformatie | 8 Pagina's