GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

HOOFDARTIKEL

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

HOOFDARTIKEL

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

.Ontvangen van den Heiligen Geest, geboren uit de maagd Maria".

III.

C. De leer der Heilige ScWrift

Wanneer wij ons gaan bezighouden met het getuigenis van de Heilige Schrift, dan komt de vraag naar boven, of dat getuigenis iDetrouwbaar is.

De Bijbel leert ons duidelijk!, dat de Heere Christus op bovennatuurlijke wijze ontvangen is. Het is de vraag, of de Bijbel hierin geloof verdient^ ja dan neen. Nu is er altijd de mogelijkheid, dat de tekst van een bepaald gedeelte min of meer corrupt is. Dat er duidelijk iets is veranderd of toegevoegd. Is dat nu misschien ook het geval met die plaatsen, waarin ons de maagdelijke geboorte wordt geleerd, Mt. 1:18—25 en Luc. 1:35?

Het tekstgetuigenis van deze beide plaatsen is in de tekstgetuigen eensluidend. Wel zijn er varianten op Mt. 1:16. De gewone lezing is: En Jacob gewon Jozef, den man van Maria, uit wien geboren werd Jezus, die genaamd wordt Christus. Deze lezing wordt gevonden bij de meeste handschriften, al de vertalingen behalve de oud-Latijnsche en de oud-Syrische. Een andere lezing is: En Jacob gewon Jozef met wien verloofd was de maagd Maria, die Jezus, die Christus genaamd wordt, baarde.

Deze lezing wordt gevonden bij sommige Grieksche manuscripten en de oude Latijnsche vertaling. De derde vorm luidt: Jacob gewon Jozef. Jozef, met wien verloofd was de maagd Maria, gewon Jezus. 1)

Deze lezing wordt gevonden in een Syrisch handschrift, dat in 1892 in het klooster op den Sinaï werd gevonden. Velen hielden de Syrische lezing voor een ouderen tekst, dan die in ons Evangelie van Matthteüs gevonden wordt, en leidden eruit af, dat de bovennatuurlijke geboorte van Jezus uit de maagd Maria eerst later opgekomen was en dat Jezus oorspronkelijk als de natuurlijke zoon van Jozef en Maria beschouwd werd. ^)

Maar deze conclusie is heelemaal niet gewettigd. Mt. 1:18 'bevat in dit handschrift denzielfden tekst als ons evangeUe. Bovendien staat ook Mer de m.aagd Maria. Zoodat ook dit handschrift duidelijk de maagdelijke geboorte leert.

In twee van de vier Evangehën wordt dus de maagdelijke geboorte geleerd. Daarmee is voor ons in beginsel de zaak beslist, s) Dat wil niet zeggen, dat geen antwoord kan worden gegeven op de vele bezwaren, die tegen de maagdelijke geboorte worden ingebracht.

Het kan niet worden bewezen, dat de hoofdstukken Mt. 1 en 2, Luc. 1 en ^ oorspronkelijk niet bij deze Evangeliën behoord hebben. Unaniem wordt door de handschriften Mt. 1 en 2 bij het Evangelie gerekend. *) Deze hoofdstukken hebben denzelfden stijl als de rest van het Evangelie. Dat komt t.v. uit in uitdrukkingen, als: opdat vervuld zoude worden hetgeen van den Heere gesproken is door den Profeet 1:22, 2:15, 2:18, 2: 23,

Deze hoofdstukken dragen een Joodsch en Palestijnsch stempel. Dat blijkt uit de bekendheid met de gewoonte van het Joodsche recht, dat ondertrouw als huwelijk beschouwd wordt, zoodat bij verbreking van den band het geven van een scheidbrief noodig is.') •

Het is niet mogelijk uit deze hoofdstukken de maagdelijke geboorte te verwijderen. Men hteeft dat getracht in verband met de Syrische lezing van Mt- 1:16 (zie boven). Maar wij wezen er reeds op, dat dan in Mt. 1:18 de maagdelijke geboorte nog gevonden wordt. Bovendien veronderstelt hoofdstuk 2 de maagdelijke geboorte. Dat blijkt uit de uitdrukking, het kindeke en zijn moeder. '^)

Wat het Lucas-evangelie betreft, ook hier is het tekstgetuigenis, eenpiarig'), dat de hoofdstukkten 1 en 2 bij dit Evangelie behooren.

Als in Hand. 1:1 staat, dat Lucas in zijn eerste boek beschreven heeft al hetgeen Jezus begonnen lieeft beide te doen en te leeren, dan ligt hierin niet uitgesloten, dat Lua 1 en 2 niet bij het Evangelie behooren. Want ook hoofdstuk 3 begint niet met de werkzaamheid van den Heiland, maar met die van Johannes den Dooper. *)

Men beroept zich op Luc. 3:21—23, Hd. 1:22, 10:37, 13:23, dat de begiftiging met den Heiligen Geest het wai-e begin is in het leven van den Heere Christus. Dit argument wordt nog versterkt door de aanneming van den tekstvariant op Luc. 3:22. Gij zijt Mijn Zoon, heden heb Ik u gegenereerd. (Ps. 2:7). Deze lezing, zoO' zegt men, plaatst het begin van het zoonschap van den Heere Jezus bij den doop en wijst zoo aan, dat hetzelfde Evangelie het niet kon plaatsen bij de geboorte als Luo. 1:35 doet. Maar in Hand. 13:33 wordt de tekst uit Psalml 2 voor de opstanding gebruikt. Hieruit blijkt duidehjk, dat er rekening moet worden gehouden met verschillende werkingen van den Heiligen Geest. Lucas 3 beschrijft het begjn van het openbaar optreden van den Heere Jezus.")

Bovendien dragen deze hoofdstukken het stempel der echtheid. Zij hebben een duidehjk Joodsch- Palestijnsch karakter. Dat bhjkt uit allerlei trekjes. B.v. uit het beschrijven van het leven van Zaahalias en Elisabeth. Zij waren beiden rechtvaardig voor God en wandelende in alle de geboden en de rechten des Heeren onberispelijk 1:7; in; ; J© houding ten opzichte van het kinderen krijgen 1:25, de Messiaansche hoop wordt in Oudtestamentischen vorm weergegeven, het Koninkrijk van den ^Messias in Oudtestamentische termen beschreven. De autexir is op de hoogte van het tempelritueel, i")

Ook de Hederen uit Luc. 1:46—55, 68—79; 2:29 —32 dragen een Joodsch karakter.

Het valt niet te bewijzen, dat Maria niet begiftigd zoxi zijn met de gave van eenvoudige dicht-i 'kunst. 11)

Verschillende pogingen zijn aangewend, om, wanneer men de integriteit van Luc. 1 en 2 aan-

vaardde, de maagdelijke geboorte daaruit te ver; wijderen, i^)

Men heeft gezegd: zonder de verzen 34 én 35 loopt alles gemalckelijk. Alleen in deze vereen is sprake van de maagdelijke geboorte.

Maar in Luc. 1: 27 wordt Maria tot tweemaal toe maagd genoemd. In Luc. 2:5 wordt Maria de ondertrouwde vroiiw van Jozef genoemd. Hoe is dit dan mogelijk, wanneer zij reeds in verwachting is ? In Luc. 3:23 staan de woorden: zooals men meende. Zijn de verzen 34 en 35 een interpolatie, dan is ook dit vers geinterpoleerd. Het is dus niet mogelijk deze verzen eenvoudig uit het verhaal te schrappen. Heel deze hoofdstukken veronderstellen de maagdelijke geboorte, i')

Wij mogen dus concludeeren: zoowel het Evangelie van Mattheus als dat van Lucas leeren duidelijk de maagdelijke geboorte. Nu hteeft men deze Evangeliën tegen elkander willen lütspelen. Zij zouden met elkander in deze hoofdstukken nietj overeenstemmen.

Maar, voordat wij die vermeende verschillen bespreken, moet worden vastgesteld, dat in de hoofdzaken deze twee met elkander overeenstemmen.

1. Jezus werd geboren op het einde van Herodes' regeering. (Mt. 2:1, 13, Luc. 1:5)

2. Hij werd ontvangen van den Heilig, en Geest (Mt 1:18, 20, Luc. 1:35)

3. Zijn moeder was een maagd. (Mt 1:18, 20, 23, Luc. 1:27, 34)

4. Zij was in ondertrouw met Jozef. (Mt 1:18, Luc. 1:27, 2:5)

5. Jozef was van het huis en geslacht van David. (Mt 1:16, 20, Luc. 1:27, 2:4)

6. Jezus werd geboren te Bethlehem. (Mt. 2:1, Luc. 2:4, 6)

7. Door goddelijke aanwijzing werd Hij Jezus genoemd. (Mt 1:21, Luc. 1:31)

8. Hij zou een redder zijn. (Mt 1:21, Luc. 2:11)

9. Jozef was op de hoogte van Maria's toestand, kende de oorzaak daarvan. (Mt 1:18—20, Luc. 2:5)

10. Hij nam Maria tot vrouw, nam de verantwoordelijkheid op zich voor liet kind. (Mt 1:20, 24, 25, Luo. 2:5 V.)

11. Na de geboorte van Jezus woonden Maria eö Jozef in Nazareth, i*)

De verhalen bij Mt en Luc. zijn niet van elkander afhankelijk. Zij dragen duidelijk een zelfstandig karakter, i^)

Wenden wij ons nu naar de verschillen, die men tusschen het Mt. en het Luc. evangelie heeft opgemerkt.

a. Bij Mattheus krijgt Jezus eere van de wijzen

uit het Oosten, bij Lucas van de Iierders. Het één belioeft evenwel het andere niet uit te sluiten.

b. Bij Mattheüs is het huis van Jozef te Bethlehem, bij Lucas Ie Nazareth. Maar Mattheüs ontkent niet, dat Jozef en Maria in Nazareth hebben gewoond. Dat zij na de vlucht naar Egypte zich ïn Bethlehem willen vestigen, heeft niets vreemds. Misschien heeft Jozef in Bethlehem een eigendom gehad. 16)

c. Bij Mattheüs geschiedt de aankondiging van de geboorte aan Jozef, bij Lucas aan Maria. Waarschijnlijk heeft Maria het niet aan Jozef verteld. Deze berichten zijn niet met elkander in tegenspraak, maar vullen elkander aan. i')

d. Het verhaal van Lucas laat geen plaats voor het bezoelc van de wijzen en het verblijf in Egypte. Maar het bezoek van de wijzen kan hebben plaats gevonden na de voorstelling in den Tempel. ^^)

Het verscliil tusschen de beide verhalen kan heel ongezocht verklaard worden, dat het getuigenis van Matlh. teruggaat op Jozef, dat van Lucas op Maria.

Mattheüs beschrijft de geschiedenis van 'tstandpimt van Jozef, Lucas van dat van Maria. Er is wel 'het bezwaar, dat wij van een optreden van Jozef in Jezus' openbare leven niets merken; evenmin, dat Lucas met Maria in aanraking is geweest, maar de mogelijkheid daarvan is allerminst ondenkbaar. ")

Een van de grootste moeilijkheden in deze kwestie is het verschil in de genealogiën van Jezus, die bij Mt. en Luc. worden gevonden (Mt. 1:1—17, Luc. 3:23—38). Het zou ons te ver voeren, wanneer wij deze kwestie hier breed gingen behandelen. Ons lijkt de meest voor de hand liggende gedachte, dat wij in Mt. het geslachtsregister van Jozef, in Luc. dat van Maria hebben, ^o)

Een ander bezwaar, dat men tegen deze geboorteverhalen heeft ingebracht betreft de wondei'cn die er m voorkomen.

Men acht de verschijning van engelen en van de ster niet mogelijk. ^^) Maar dat komt, dat men in beginsel niet de wonderen in de Schrift wil erkennen. Hier wordt het duidelijk, dat de critiek op de gcboorteverhalen uit ongelooif geboren is.

Wie de mogelijkheid der wonderen aanvaardt, wie kinderlijk geloorig aanneemt, dat bij God alle dingen mogelijk zijn, heeft geen moeite met de aanvaarding van de engelen, van de ster in de geboorte-geschiedenis; hoeft geen moeite met de aanvaarding van hèt wonder, waarvan deze geboorte-geschiedenissen spreken: de maagdelijke geboorte.

Een kwestie, die, in verband met de betrouwbaarheid van de geboorte-geschiedenis, veel stof heeft opgejaagd, is de beschrijving van Augustus ten tijde van Cyrenius.

Het is niet doenlijk hier deze kwestie uitvoerig te behandelen. ^^) Door de latere onderzoeldngen is zooveel wel duidelijk geworden, dat ten tijde van de geboorte van onzen Heiland een oensus moet zijn geschied. ^^)


1) J. Gresham Machen a.w. p. 178 v.

2) Bavinck, Geref. Dogmat. IIP, p. 307.

3) Vgl. E. Brunner, Der Mittler, p. 288. G. C. Berkouwer, Het probleem der Schriftkritiek, 1938, p. 108—125.

4) Alleen het Evangelie der Hebreen, een Arameesche vertaling van het Mattheus Evangelie mist deze hoofdstukken, maar hier hebben we duidelijk met een verminking te doen. J. Orr, a.w. p. 43.

5) Machen, a.w. p. 172^—174.

6) Machen, a.w. p. 176.

7) Alleen het Evangelie van Marcion mist deze hoofdstukken, maar hier is duidelijk sprake van opzettelijke besnoeiing van het Evangelie. Vgl. Orr. a.w. p. 46 v. Machen, a.w. p. 48.

8) Machen, a.w. p. 49.

9) Machen, a.w. p. 50—55.

10) Machen, a.w. p. 62—74.

11) Machen, a.w. p. 75—101.

12) Machen, a.w. p. 120.

13) Machen, a.w. p. 119—126. :

14) Orr, a.w. p. 36.

15) Machen, a.w. p. 188.

16) Machen, a.w. p. 193. K. Bornliauser, Die Geburts- und Kindheitsgeschichte Jesu, 1930, p. 99.

17) Machen, a.w. p. 195.

18) Machen, a.w. p. 196.

19) Machen, a.w. p. 199—202.

20) Zoo S. Greijdanus in het Bijbelsch Handboek N. T., 1935, p. 199. Over deze kwestie nader Machen, a.w. p. 203—

209. Bornhauser, a.w. p. 5—35. 21) Machen, a.w. p. 221—227.

22) Vgl. E. Schürer, Geschiohte des Jüdischen Volkes im Zeitalter Jesu Christi, I^, 1901, p. 508—544.

23) Vgl. W. Lodder, De historische betrouwbaarheid van het N. T., 2, 1935. J. Pickl, Messiaskönig Jesus, 1935, p. 271

—281. Machen, a.w. p. 238—243.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 9 augustus 1940

De Reformatie | 8 Pagina's

HOOFDARTIKEL

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 9 augustus 1940

De Reformatie | 8 Pagina's