GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

KERKELIJK LEVEN

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

KERKELIJK LEVEN

22 minuten leestijd Arcering uitzetten

We gaan naar nr 10: 10. dat zoowel de uitspraken van 1S05 als die van 1942 hieraan vast houden dat niet alle, gedoopte kinderen wedergeboren z ij n en de zaligheid beerven, waarom ook elke beschuldiging als zou de Synode dit leeren of dit bedoelen als onwaar moet worden algewezen.

Een nieuwe uitsprakenreeks der „Synode". (III).

Ook dit troost alleen die bezwaarden die niet nadenken. Het woord , , gedoopt" heeft immers, ook hier weer dien dubbelzinnigen klank, dien we hierboven in het woord „doop" beluisterdeó. „Gedoopt" beteekent den eenen keer; werkelijk gedoopt, den volgenden keer: alleen maar met water besprengd. „Niet alle gedoopte kinderen ZIJN wedergeboren", dat beteekent in den mond der , , synode", dus zo'oveel als: , , niet alle met water besprengde kinderen ZIJN wedergeboren. Maar dat wisten we • al lang. Doch de (volgens de „synode") werkelijk gedoopteu, die ZIJN volgens haar reeds wedergeboren, — al weet geen mensch ooit hier op aarde ook maar één geval - te noemen. Wat arm, dat zich verweren tegen , , beschuldigingen", die niemand met gezonde zinnen ooit uitsprak. En vooral; dat spelen met woorden. Liet men dat maar na. Dan zou het blijken; men leert hier inderdaad: de' (echt) gedoopten zi; 'n alle wedergeboren.

Nu nr H: • ' - 11. dat de Synode de gedachte verre van zich werpt als zou de doop bij eiken doopeling de aanwezigheid van inwendige genade vaststellen, daar alleen voor de geloovigen geldt wat onze Ned. Geloofsbelijdenis in art. 33 zegt: „want het zijn zichtbare waarteekenen en zegelen van een inwendige en onzienlijke zaak, door middel waarvan God in ons werkt door de kracht des Heiligen Geesies".

Hier zit de kneep natuurlijk in het woord VAST­ STELLEN. Er moes/ staan: ONDERSTELLEN. Want daar loopt het gesprek over. En nog een ander woord moest er eigenlijk staan, nl, : BEZEGELEN. Men heeft immers aan den toenmaligen cand. H. J.- Schilder officieel verklaard: als de sacramenten waarlijk sacramenten zijn, dan VERZEGELEN ze de inwendige aanwezige genade Maar men ontduikt hierboven weer zijn eigen' kwesties. Dat wil zeggen: men! laat buiten blijven wie men op bespoltelijken grond uitwierp, durft nog tegen hen hooge woorden spreken, hen „uitgetreden" noemen, èn zoo, tegen hen waarschuwen als tegen scheürmakers, en tegelijk gaat men schijnbewegingen uitvoeren, als hierboven gesignaleerd (niet meer praten over „onderstellen", of , , bezegelen", maar over , , vaststellen", waar geen mensch het over had. Het volk is geduldig; Én het vergeet gauw.

Bedenkt men wat we hierboven' zeiden over de dubbelzinnige uitdrukking , , doop" (den eeneri keer: werkelijk gedoopt, den anderen'; alleen-met-water-besprengd), dan moeten we het synodale g'eyóeletf zóó omschrijven:

a) bij den werkelijk* gedoopte (bij wien inwendige genade aanwezig was) heeft de doop de inwendige genade verzegeld, en dus nog een beetje meer gedaan dan alleen' maar haar , , constateeren"i

b) bij den anderen' „gedoopte", die feitelijk alleen maar met water getoucheerd was, doch niet een werkelijk sacrament ontvangen heeft, heeft wezenlijke doop eigenlijk niet eens plaats gehad. Öe waterhandeling, die er wél was, die constateerde niets meer dan een versterkt aanbod. Een'aanbod met te sterker , , klem".

Als dus de , , synode" ons komt verzekeren: , , niet bij ELKEN doopeling" stelt de doop de-aanwezigheid van , , inwendige genade" vast, dan zouden wij antwoorden; spaar u de moeite: o.i. stelt hij bij GEEN ENKELEN doopeling die genade vast. En Wat het onderstellen (van het' geloof) betreft, Maresius zegt ervan, in zijn bespreking, blz. 492, van art. 33, dat de sacramenten bij volwassenen geloof onderstellen (praesupponunt). Waarvoor? ' Voor het effect. Een bril, aldus Maresius, werkt alleen, bij zienden, niet. bij blinden. Kleeren verwarmen' alleen een- levend lichaam, geen lijk. Zoo werkt God in de , , zienden", in de , , levenden" dooi middel van de sacramenten. Dat werken, waardoor teeken en beteekende za.ak elkaar ontmoeten, dat wérken dus, onderstelt geloof. Maar de bediening der sacramenten zegt niet, vaststellenderwijs, dat de ontvanger niet blind is, geen , , lijk" is. Alleen maar, dat hem de beloften toekomen. Ze zijn in het hoorbare woord hem gegeven, aan hem geadresseerd. De sacramenten komen nu ook aan andere zintuigen dan alleen aan het gehoor dife belofte-inhouden beteekenen en verzegelen. Aan het gezicht nl.

We leggen uitspraak nr 11 dus terzijde. Maar vóór het afscheid herinneren we eraan; lees haar goed, dan blijkt dat de „synode" TWEEERLEI DOOP LEERT. Nu is nr 12 aan de beurt:

12. dat naar het oordeel der Synode de doop, die bediend is aan hen, die later in ongeloof het sacrament verwerpen nimmer als schijndoop mag worden aangemerkt, omdat de doop op Gods souverein bevel in Christus' kerk bediend, nimmer ledig en ijdel kan zijn. Dit kan ik alleen dan rijmen met hetgeen aan den toenmaligen cand. H. J. Schilder officieel is bekend gemaakt als het gevoelen der synods, indien ik op het •woord , , aangemerkt" den vollen nadruk leg. Tegenover hem is gezegd: zijn het echt sacramenten, dan verzegelen ze inwendige aanwezige genade. Daaruit moet volgen, dat in werkelijkheid een doop geen echte doop IS, waar die genade ontbreekt. Maar ja, we zeiden reeds: men wéét nooit zeker, dat de inwendige genade aanwezig is. Men kan dus niet zeggen; we kunnen in het ééne geval den doop als echten doop AANMERKEN, in het 'andeie geval niet.

Zóó „verklaard", kan men wat hier staat zoo ongeveer samenvoegen met hetgeen aan dien candidaat van destijds gezegd is. Maar d.an is de redeneering we! zeer onduidelijk, en weder voorbijgaand aan het fijne punt in kwestie. Zoolang niet openlijk excuus is aangeboden voor hetgeen in de , , procedure"-H. J. Schilder gebeurd is, en niet openlijk is gedesavoueerd wat de uit-werpcommissie heeft bestaan, houden we als ernstige menschen de , , synode" aan haar woorden. Ze heeft dit alles in de krant laten zetten, en heeft het af en toe over „volledig eerherstel". Zoolang dit ontbreekt, nemen we aan, dat ze blijft bij haar meening. Dat overkomt anderen ook. We houden dus vol: op haar standpunt IS een water-sprenging zonder „inwendige aanwezige genade" metterdaad een SCHIJNDOOP. — En waarom springt men nu heen over het begrip van „vollen en niet-vollen doop"? Dat was toch óók''een heel opzettelijke en opvallende figuur in Toelichting, Praeadvies, en in de debatten, die de bezwaarschriften terzijde moesten stellen? Waar blijft de ernst?

Hier is nr 13; 13. dat in de uitspraken van 1905 en 1942 allerminst ligt opgesloten, dat elke gedoopte zichzelf voor wedergeboren mag houden, maar- juist integendeel deze leerbesluiten met nadruk de noodzakelijkheid hebben uitgesproken, dat een ieder zichzelf ernstig heelt te onderzoeken of hij wel is waarvoor de kerk. hem houdt.

Duidelijk is het niet. „Krachtens de- belofte", zoo staat er, moet „men" het zaad des verbonds houden voor wedergeboren. Is dat woord „krachtens de BE­ LOFTE" méénens, moet dan , de heele kerk, op die belofte vertrouwend, de gedoopte voor wedergeboren houden, doch de gedoopte zelf niet? Moet hij die belofte dan maar naast zich neerleggen? Het moest ook gebeuren volgens onze BELIJDENIS, naar het heette. Moet heel de kerk'die belijdenis laten gelden, doch alleen de gedoopte zelf niet? Geldt de belofte ieder ander, behalve hem tot wien ze gezegd is? Waar draaien we 'hier toch naar toe? Zeker, we accepteeren, dat (ook) de gedoopte met dat „voor wedergeboren ' houden" (van zichzelf) dient op te houden volgens 1905—1942, wanneer het tegendeel hem BLIJKT. Maar eerder niet. Anders zou èn belofte èn belijdenis haar kracht verliezen zoodra de orienteering van ieder voor zichzelf begint. Het afgewezen gevoelen ligt dus wel degelijk opgesloten in 1905—•42.

Vervolgen we met nr 14: 14. dat de beslissing van 1905 geen „compromislormule" genoemd mag worden in dezen zin, dat zij - verschillende met elkaar strijdende deelen zou bevatten, of het eene kerklid zich met dit en een ander zich met dal stuk der formule kan vereenigen, zonder de geheele uitspraak te aanvaarden, doch zóó, dat de onderscheidene nuances elkaar in deze uitspraak, en dan i, n haar geheel, gevonden hebben, en zij dus het vredespact is dat allen bevredigde en waaraan allen zich gebonden wisten.

Maar dat is al te bizar. Er zijn wel degelijk tegenstrijdigheden in 1905. B.v. houden voor reeds wedergeboren, en dit krachtens de BELOFTE, d.w.z. krachtens Gods SPREKEN, en toch óók zeggen: we hebben uit Gods SPREKEN geen enkele, zekerheid of het bij de uitverkorenen gebeurt vóór, onder of na den doop. Dankbaar noteereu we intusschen, dat ook volgens deze jongste synodale redeneering in bepaalden zin toch wel 1905 compromis-formule geweest is. Als zoodanig haar ziende, konden we in vroeger jaren ook afwijzen allerlei tegen haar ingebrachte redeneering. Dat nam echter een einde, toen men ging „binden". Feit blijft, dat candidaten die tegen dat ééne onderdeel bezwaar hadden, deswege wegezonden zijn, ook al beriepen zij zich op . het andere.. Het détail blijtt dus binden. Verder nr 15:

25. dat op de basis van deze uitspraak beide voorstellingen mogelijk zijn waarvan de eene meer den nadruk legt op het verbond in zijn belrekking lot de uitverkorenen en de ander op het v-erbond in zijn relatie lot alle kinderen der geloovigen, zonder dat een van beide betrekkingen mag losgelaten' of ook maar verwaarloosd worden. t

Dit interesseert ons niet 'jneer. Verbonds-beschouwingen zijn geen zaken voor de kerk. Ze zijn ook niet in geding; en voorzoover ze de bekende formule metterdaad raken, geldt dit , , raken" eveneens de sacramentsen de kerk-theorie. We hebben evenwel concreet te doen met een stel bindende formules van 1942. Daaraan binden we ons NIET. Moesten we bij elke formule vragen naar 'de achtergronden, naar de theorieën, waaruit ze kunnen opkomen, wel, dan hadden w^ werk tot ik weet niet hoe lang. Denk maar eens aan de

bindende uitspraak over dat „natuurlijk licht" en de „algemeene genade". Moeten we soms al de theorieën ophalen, die daar achter liggen? Dan hebben we werk voor geslachten. Laat u niet misleiden, door al dat vér- 'bonds-getheoretiseer. Men heeft aan FORMULES gebonden. Dat moet niemand laten wegdoezelen, om dan mede zich te laten wiegelen op de golven van theoretische abstracties, die met de eigenlijke formule niets of anders heel weinig te maken hebben in veel gevallen.

Trouwens, wat oreert men, hier over het feit, dat het'' verbond twee relaties heeft? Het heeft er ook duizend. De kwestie is maar: wat zegt het? wie omvat het? hoe ontstaafhet? Volgens dr Ridderbos (J.) ONTSTAAT het door hartsvernieuwing. En BESTAAT het daarin ook. Wij vinden dat vreemd: l'ets BEstaat in datgene, waardoor het ook ONTstaat, Afgedacht daarvan: wij gelooven er geen woord van. We houden het in. dezen liever met vaderen uit den reformatietijd, dan met ds Kersten, En met dr Ridderbos,

En nu zijn we er haast. Slotnummer is: 26. dal juist op deze wijze ds Synode, evenals die van 1905 dit deed, de libeitas proietandi, de vrijheid van onderzoek en spreken, voorzoover die binnen het kader van de confessie mogelijk is, niet heelt losgelaten, doch tenvolle handhqatt; op de basis van haar beslissingen blijft er voor de ontwikkeling van het \dogmatisch denken en het theologisch gesprek volle ruimte over, zooals dit ook het geval geweest is in den fijd na 1905.

Dit is een stout stukje. Juist omdat ik niet Mrilde doceeren te Kampen met het zekere weten: nu kom ik in een verzwegen conflict met de bindende formules van 1905 (of van de algemeene genade en andere), juist daarom zei ik tot de kerkeraden wat ik eerst aan de synode zelf geschreven had: de bindende formules zijn deels tegenstrijdig deels onjuist. Bewijs — in den kerkelijken weg — bood ik aan. Het mocht niet.... Maar als elke theoretische verhandeling gebonden blijft aan de beslissingen van 1942, dan is de libertas prophetandi meteen weg. „Binnen het raam der confessie", heet het, en tegelijk: „op de basis van onze beslissingen". Maar daarmee worden voor de zooveelste maal die beslissingen (inclusief de binding) voorgesteld als alleen maar handhaving-der-belijddhis. Dat is tenslotte maar weer gelukkig: het is de duidelijkste uitlating uit heel het lange stuk. Men moet dus goed onthouden: , wie 1905 tegenspreekt, die handelt tsgen de confessie volgens deze „synode".

Na 1905 is het altijd mogelijk geweest, dat men „1905" tegensprak. Sedert de binding, en den eisch van tenvolle-eTxaee-in-overeenstemming-ziin, is het geheel anders geworden. Keer u dus vrijelijk af van het door steeds meerderen verlaten spreekgestoelte, waarop een eens zoo overmoedige „synode" zoo suggestief probeert te verzekeren: u kunt bij ons terecht, u kunt ook bij ons terecht, terecht met die vrijheid-van-beweging, die dr J. Ridderbos is als „het licht der oogen". Geloof het niet. Maar onthoud dit ééne; men houdt vol: wie het anders zegt dan onze formules van 1942, die weerspreekt de confessie. Dank u wel, „synode", voor deze duidelijkheid. Het moge het zand uit de oogen houden van degenen, die men heeft willen lokken om niet van het bezwaard-zijn te komen tót het gehoorzaam-worden. Hiermee volstaan we. De andere uitspraken (inzake Utrecht) bewaren we voor een volgend nummer.

xC. S.

In de „Hervormde Kerk" niet zoo erg als in de „Gereformeerde Eerken",

In het Gedenkboek Afscheiding („Van 's Heeren Wegen", pag. 55—56) komt volgend citaat van Van Velzen voor (het gaat, zooals men verstaat over de Hervormde Kerk van vóór 1834):

„Wij werden niet gedwongen de leugen te preeken, ook niet om de waarheid of een gedeelte van de waarheid- in de prediking achter te laten" .... „maar wij moesten daarbij onderworpenheid betoonen aan reglementen, die tot ontstichting der godzaligen en tot verwoesting der gemeente dienden. De belijdenis niet slechts met den mond, maar metterdaad, dat Jezus Christus de van God gezalfde Koning , is over Sion, haalde ons de vijandschap der menschen op den hals". Tot zoover Van Velzen.

De , , Gereformeerde Kerken" (in synodocratisch verband) maken het nog erger. Men wordt er gedwongen, met de valsche leer aangaande de sacramenten, als verzegelden deze de inwendige aanwezige genade), tenvolle in overeenstemming te zijn. Inzake de andere punten der belijdenis, die in geding zijn, de kerkrechtelijke nl. heeft men leervrijheid ingevoerd. Men mag het zóó en zóó wel leeren, maar dóen, neen, dat niet. Vrijheid in het leeren, dwang in het handelen. Zich niet conformeeren binnen het verband beteekent volgens de „Sy- , node" altijd: wanorde stichten. Ook deze valsche leer wordt ieder theoretisch gedwongen te aanvaarden. Vele menschen kijken zich blind op het AANTAL der kwestiepunten. En zeggen dan: het is toch niet zoo erg als in de Herv. Kerk. Ze vergeten, primo, dat het kleed der waarheid uit één stuk geweven is, en secundo, dat het hiërarchisch dwangsysteem u ook zelf verplicht tot zondigen. Of het u daartoe verplicht op één, dan wel op ^ honderd punten, doet er niet toe. Het werpt u eenvoudig uit, als ge eerlijk zijt, en niet knoeit met, en, ten gerieve van: de isolatiepolitiek van de synodeleiders.

K. S.

Dr'C Ch. Aalders geeft „informatie".

In „Missionary Monthly Reformed Review" komt een artikel voor van dr G. Ch. Aalders over de huidige kerkelijke geschillen. Het is in 't Engelsch geschreven en is zóó apert kwaadsprekend, dat het de moeite loont, het te vertalen en van enkele noten te voorzien. In afwachting daarvan signaleeren we het verschijnsel reeds: het is leerzaam als specinten van „synodalistische" propa-: , ganda, .., .clja, ; ime't volkomen onbewijsbaren laster werken moet, nog wel in een artikel, dat bedoelt zoo gauw mogelijk alle bereikbare Amerikaansche instanties te beïnvloeden. Deze menschen wagen zich dan nog aan

„eerherstel".

K. S.

De kachel van de „synodalisten".

In hun pogingen om de menschen te isoleeren van degenen, die men eerst uitwierp (dr H. N. Ridderbos noemt dit: dat de „Synode" ondergeteekende „tot de orde riep") zijn de , , synodalistische" sprekers er toe gekomen, te verklaren; hebt u bezwaren tegen Praeadvies en Toelichting? maar dat hindert niets die mag u gerust in de kachel stoppen". De , , synode" zelf, in (onwettige) zitting nummer zoo en zooveel, doet eveneens haar best die stukken op den achtergrond te duwen.

Het is daarom goed, nog eens de stem van dr J. Ridderbos te hooren. Tegen ds Bremmer schrijvende, merkte hij op, bl. 3:

, , Die LEER (n.l. van de z.g. "Gereformeerde Kerken", K. S.) is te vinden in de belijdenisschriften en ook in de uitspraken, van 1905, 1926 en 1942, Wie zich aan deze officieele stukken houdt gaat vrij uit. MAAR NATUURLIJK MAG MEN NIET KNOEIEN. Het kan ook gebeuren, dat men ZEGT: ik ben het met die uitspraak (bijv. van 1905) eens, maar dat men metterdaad het tegendeel leert. En daarom is het wel goed, dat er stukken zijn als Toelichting en Praeadvies (en misschien ook mijn brochure). DEZE STUKKEN KUNNEN IEMAND BEHULPZAAM ZIJN, OM VOOR ZICH ZELF UIT TE MAKEN, OF HIJ HET MET 1905 WERKE­ LIJK EENS IS OF NIET". Tot zoover dr J. Ridderbos. Hier staat dus duidelijk:

, a) 1905 en heel de rest is LEER. Toen men dan ook aan ondergeteekende o.a. de vraag stelde, of hij beloofde in alles ten volle met die uitsprakenreeks in overeen--• stemming te zuljen zijn, en toen ondergeteekende daarop ontkennend antwoordde (omdat geen mensch daartoe in staat is, of ertoe gerechtigd is), toen is hij wel degelijk geschorst om de LEER; gelijk hij zijnerzijds aan die synode een valsche leer verwijt in meer dan één opzicht.

b) Praeadvies en Toelichting zijn toetssteen voor het uitmaken, of men met die dusgenaamde zuivere LEER het eens is.

c) Praeadvies en Toelichting zijn dus wel degelijk toetssteen der synodale, en door de , , synode" zuiver verklaarde LEER.

Dat wisten we al lang. Het is ook op andere manieren herhaaldelijk gebleken. En ettelijke malen gezegd. Maar in den huldigen camouflage-oorlog is het noodig, dr Ridderbos nog weer eens het woord te geven. Het leiderschap berust niet bij de synode. Zie voorts de brochure der Amersfoortsche predikanten, elders door ons aangekondigd.

K. S.

Advies inzake kerkelijke goederen etc.

Terstond nadat in het vorige jaar een aantal kerken zich had vrijgemaakt van de bekende synodale besluiten, heeft zich een commissie gevormd, welke opdracht ontving de vrijgemaakte kerken van advies te dienen omtrent de te volgen gedragslijn met betrekking tot de kerkelijke goederen en om voorlichting te geven omtrent den te kiezen juridischeu raadsman.

In verband met de vele kerken, welke zich sedert dien hebben vrijgemaakt, is het nuttig op het bestaan van deze commissie de aandacht te vestigen, enl er op te wijzen, dat die commissie gaarne bereid blijft de kerken van advies te dienen.

Hieraan voegen wij, op verzoek van deze commissie, toe, dat zij gaarne door aiie vrijgemaakte kerken ingelicht zal worden hoe het met de kerkelijke goederen in haar gemeenten is gegaan, of daarover is onderhandeld en zoo ja, met welk resultaat. Indien over die goederen wordt geprocedeerd zal de commissie liet op prijs stellen opgave te ontvangen van den naam van den gekozen juridischen raadsman.

Secretaris van de commissie is br. H. J. Wijn, Schie-

weg 226 a, te Rotterdam-Centrum.

K. S.

Een brochure van de Amersfoortsche predikanten.

De Amersfoortsche predikanten publiceerden een brochure , , Een Stad, die wèl samengevoegd is". De uitgeverij G. Eikelenboom & Zoon, Heemstede, vroeg mij een recensie te geven. Deze kan een hartelijke aanbeveling worden. Ds Holwerda wijst duidelijk aan, dat de , , syno.de" metterdaad de leer der (vroegere) , , bezwaarden" (thans vrijgemaakten) heeft veroordeeld, en dat het dus niet waar is, dat zij voor tweeërlei „opvatting" plaats houdt. En terecht zégt Ds Holwerda, dat zij een „leer" veroordeelde, waarvan hij „volhoudt, dat ze is naar de Schriften en overeenkomstig de drie formulieren alsmede overeenkomstig de liturgische formulieren". Hij redeneert dus in de lijn van Ds C. Vonk, die op ons Kerkelijk Congres te Groningen uitwees, dat de „synode" bezwaard is (tegen de belijdenis). Wij bleven eenvoudig Gereformeerd. Schrijver komt op tegen het ellendige, de profetie , , vermoordende" saboteeren der besluiten, dat meer en meer in zwang komt, en dat ons bezwaar van verraadpleging van dikke strepen voorziet. , , Metterdaad is het mes gezet in de eenigheid der leer", zooals die was tot vóór 1942, aldus de conclusie van Ds Holwerda.

Ds V. d. Born nam het kerkrechtelijk deel voor zijn rekening. Men kan zijn opmerkingen gebruiken voor populaire en korte bespreking van wat velen maar al te zeer geneigd zijn op den achtergrond te schuiven, hoewel het kerkrechtelijk misdrijf dér „synode" m.i. het ernstigst van alle is, wijl het haar den hefboom in handen gaf voor haar uitwerping van ambtsdragers, die zij om de leer , , doodde", al wilde zij het niet zoo gezegd hébben. Duidelijk wijst hij aan, dat de „synode" zelf theoretisch zich meermalenl tegensprak, , maar toch den euvelen moed had, te handelen naar haar tegen de kerkorde indruischende begeerte.

De brochure van de Amersfoortsche predikanten is een zegen voor de kerk van Amersfoort, die indertijd een predikant had in Ds Popma, die ervóór gestemd heeft, den toenmaligen cand. H. J. Schilder uit te drijven wegens zijn trouw aan den catechismus en de belijdenis (door te zeggen, dat de sacramenten de BE­ LOFTEN verzegelen). Maar ook voor andere kerken kan dit duidelijk geschrift zijn nuttige werking hebben.

Er verschijnt veel meer goede lectuur. Laten we andere onbesproken, dan is dat geen kwestie van voorkeur. Niet alles wordt ons gezonden, ter recensie, en, ... in de weken van veel, veel reizen blijft een onregelmatig­

heid. Dat is gauw anders,

K. S.

Knoopen tellen.

Jongens en anderen tellen wel eens de knoopen van hun jas: nr 1 is ja, nr 2 neen, nr 3 ja, enz. Ook de Gereformeerde Kerken in synodocratisch verband vallen soms op die gewoonte terug: Ds C. Stam (2e Exloërmond) behoort onder de geschorsten. Maar vraag niet hoe. Op 26 Aug. weigerde een ouderling hem de hand. Dat gebeurt meer. Zaak voor den kerkeraad. Ds Stam vertelt ervan:

„Welnu, toen heeft de kerkeraad uitgesproken, dat er twijfel bestond omtrent de schriftuurlijkheid van de preek. Twee gronden werden aangevoerd: 't Verbond voorwaardelijk te zien is onschriftuurlijk en ook is 't onschriftuurlijk te verwerpen, dat de Doop aanwezige genade (wedergeboorte) beteekent en verzegelt, daar anders de doop geen doop , zou zijn". '

Het onderwijs van de heeren Ridderbos en Grosheide draagt dus wel vrucht. De Statenvertaling, die het verbond voorwaardelijk noemt, is dus ongereformeerd. Daar gaan de lofredenen op dit werk. Vitringa is ook al ongereformeerd. Die schrijft me daar zoo maar een hoofdstuk „Van de Weldaden, Beloften en Bedreigingen van het Genadeverbond"; laat dit hoofdstuk beginnen met Ie spreken van de „voorwaarden" des Verbonds (vgl. Korte Stellingen, 1730, 4e druk, blz. 205/6) en neemt het kapittel op in een „Voorbeeld of Schets der Wederleggende Godgeleerdheid vertoonende de Swaarste Geschil-Stukken welke over de leere van den Christelijken Godsdienst tusschen de Gereformeerde Kerk en verscheydene Secten van dien Christen Godsdienst bezintwist worden...." Over die aanwezige „inwendige", in den doop bezegelde genade behoeven we al niet meer te reppen. De kerkeraad van Exloërmond doet óók al Helenius de Cock in den ban en tevens de andere Kamper professoren en ettelijke predikanten, die in 1905 publiek hebben ontkend dat de sacramenten de inwendige aanwezige genade bezegelen. Tweede Exloërmond heeft met de A-meening grondig afgedaan. En dus ook met 1905, de bevestiging van de vereeniging van 1892. En met de gereformeerde theologie van oudtijds ook. Hij weet niet meer dan de jongste berichten van zijn „synode", en is met haar op het doolpad gebracht door haar professoren.

Derhalve de eerste knoop. Ongerefoimeerd? Ja.

Nu de tweede knoop. Ongereformeerd? N-n-n-ee.... Ds Stam vertelt verder;

' „Deze twee gronden deugden dan ook niet. Dat werd later uitgesproken! door twee predikanten in onze classis."

De dominees mogen wel oppassen. Net zooals de dominee van Warffum. Ze vallen onder het vonnis van Dr Grosheide, en (volgens diens eigen verklaring) ook van de „synode". Daar werd gezegd: wel degelijk ongereformeerd.... De SYNODE liet het zelfs in een rapport opnemen.

Candidaat A; ja; dominee B; neen; andere dominee C: ja, weer andere dominee D: neen. Maar 't eind is toch; schorsen. De synode, ziet u. De wijsheid, en het recht,

nu ja.

K. S.

Preeken van Dr M. B. van 't Veer.

Verschenen zijn bij het uitgeversbureau Johs. Vlaanderen Oldenzeel te Amsterdam-O. enkele' preeken van Dr M. ^B. van t Veer, de „laatste twee". We vestigen op deze preeken, waarin we de stem van onzen betreurden medewerker duidelijk herkennen (het motief; Elia) ook gaarne de aandacht. Had Dr v. 't Veer geleefd, het geestelijk leven zou te Amsterdam opgebloeid zijn, in stee van verstikt, gelijk het thans veelszins is. We twijfelen er geen oogenblik aan, doch wéten, dat Dr V. 't Veer zich zou hebben vrijgemaakt van synodebesluiten, die hij terecht afwees, als strijdig met Schrift en Kerkorde; hij was de man er niet naar, om te zondigen tegen den regel van art. 31 K.O. En hij wist van nabij, welke waarde toe te kennen is aan kerkelijke diplomatie, die Gods gebod, en het onderlinge trouwverbond, krachteloos maakt door menlschelijke inzettingen van één-da'gs-„interpretaties", die zélfs dezen bizarren naam niet verdienen, wijl ze niet interpreteeren, doch overtreden wat er duidelijk staat in de K.O. Mede door wie dit weet zal naar deze preeken (over I Kon.

19 ; 9, 10 en Zondag 32) worden, gegrepen.

K. S.

Kerkelijk Congres Amsterdam.

Kerkelijk' Congres voor Noord-Holland en Utrecht; Woensdag 17 en Donderdag 18 October 1945, Nieuwe Waalsche Kerk, Keizersgracht 676, Amsterdam. Amsterdam, 20 September 1945.

L.S.,

Het Westen des lands wordt steeds meer betrokken in het voortgaande werk der vrijmaking.

Daarom besloot de Part. Synode van het Noorden om ook de kerken van AMSTERDAM uit te noodigen als gastvrouwen op te treden van een Kerkelijk Congres.

Dit Congres is allereerst bestemd voor leden der vrijgemaakte kerken in de provincies Noord-Holland en Utrecht en voorts voor allen, die door omstaiidigheden een der andere congressen niet hebben kunnen bijwonen.

In „Missionary Monthly Reformed Review" komt een artikel voor van dr G. Ch. Aalders over de huidige kerkelijke geschillen. Het is in 't Engelsch geschreven en is zóó apert kwaadsprekend, dat het de moeite loont, het te vertalen en van enkele noten te voorzien. In afwachting daarvan signaleeren we het verschijnsel reeds: het is leerzaam als specinten van „synodalistische" propa- : , ganda, .., .clja, ; ime't volkomen onbewijsbaren laster werken

Ds D. K. Wielenga zal spreken over de zendingsroeping der kerk en Prof. Dr K. Schilder over de Opleiding tot den Dienst des Woords. Ds C. Vonk behandelt het brandend probleem der eenheid van alle Christgeloovigen, terwijl Ds P. Deddens ons wijzen zal op den eisch tot voortgaande reformatie onzer kerken.

De leiding van het Congres in Amsterdam zal berusten bij Ds B. Holwerda van Amersfoort, terwijl Ds J. Keizer het slotwoord hoopt te spreken.

De data zijn gesteld op Woensdag 17 en Donderdag 18 October. De moeilijkheden in verband met de geldsaneering zijn dan wellicht overwonnen, ' zoodat het reizen geen bezwaar oplevert.

Het Congres wordt gehouden in de Nieuwe Waalsche Kerk, Keizersgracht 676 te Amsterdam.

Voor aanmelding tot deelneming aan dit Congres wende men zich tot br. W. Beudeker, Kribbestraat 37, Amsterdam-Zuid. Wie van verre komt en graag voor een of twee nachten logies heeft, kan dat berichten aan br. C. van Milligen, Boerhaveplein 18, Ariisterdam- Oost.

Komt en verlustigt U in den frisschen geest onzer gereformeerde kerken!

Namens de Regelingscommissie,

J. FABER, Hoogte Kadijk 175, Amsterdam-C.

Plaatselijke bladen en Kerkbodes worden verzocht dit bericht over te nemen. \

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 29 september 1945

De Reformatie | 10 Pagina's

KERKELIJK LEVEN

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 29 september 1945

De Reformatie | 10 Pagina's