GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Een nieuw verbond met beide huizen.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een nieuw verbond met beide huizen.

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Zie, dagen komen, luidt het woord des HEEREN, dat ik met het huis van Israël en met het huis van Juda een nieuw verbond zal sluiten. Jeremia 31 : 31.

Een nieuw verbond

„Nieuw" kan in den bijbel heel wat beteekenen. Het kan aanduiding zijn van een radicaalnieuw ding; maar ook van een ding, dat vern i e u w - di is. '

Radikaal nieuw is datgene, wat, althans in zijn genesis, zijn oorsprong, in geen enkel gegeven van vorige dagen steun vond, of daarin zou vermogen te wortelen.

Maar ver-nieuw-d is al datgene, wat in beginsel reeds eerder aanwezig was, wat door allerlei kwaden invloed was afgeknabbeld en ontluisterd en ontaard; terwijl dan een krachtige en acute en inzooverre verrassende en (ver)nieuw(ende) invasie van goddelijke kracht zich met dit gedegeneerde ding gaat inlaten, de aan zijn wezen en doel vreemde elementen eruit verwijdert, en zoo het geheel gaat zuiveren en op-nieuw aan deoorspronkelijke ordinantie laat beantwoorden. Het is dan gezuiverd, vernieuwd; en, waar Gods dagen immer beter zijn dan de voorafgaande, tegelijk verbeterd en op hooger plan gezet, en dienstbaar gesteld aan de toekomst, gelijk de God van Raad en Sterkte zich deze heeft ingedacht in zijn besluit.

Hoe nu in een bepaalde Schriftplaats dat woord „nieuw", bedoeld is, zal telkens het verband hebben ^ l.e beslissen. Althans wanneer het „nieuwe" iets (of iemand) is, welks oorsprongen reeds in het verleden liggen.

Alleen in dat geval toch kan de beteekenis van „nieuw" nog als vraag-stuk gelden; in het andere geval is de zaak al dadelijk beslist.

We zullen dus uit het verband hebben na te gaan, hoe „nieuw" bedoeld is in Jeremia 31 : 31, als de profeet een „nieuw verbond" ziet opgericht worden door Jahwe met zijn beide huizen. Zijn BEIDE huizen.

Het huis van Israël. Het huis van Juda.

Nu heeft iemand eens beweerd, dat het hier gaat om een „nieuw constitueerend begin"; en daaruit willen afleiden, dat het nieuwe verbond in tegenstelling met het oude (van den Sinaï) zou bestaan in, beter gezegd: zou leiden tot: de vorming van een nieuw volk, een volk des HEEREN, zóó dat de bindende band „zuiver innerlijk" is. „Zuiver innerlijk", dat is dan zijns inziens een tegenstelling met het „zuiver uiterlijk" van het Sinaï-verbond. Daar, bij den Sinaï, zou immers een volk Gods geconstitueerd zijn, waarbij de bindende band louter uiterlijk was. Zoo^ althans bedoelde schrijver.

Eenmaal tot z ü.l k een contrasteering verleid, door den nasleep van Coccejaansche theologie, en door die van zijn naaste omgeving, gaat bedoeld auteur (Aalders, K. V. 89) de parallellen verder uitwerken.

Tot het nieuwe verbond behooren, dat wordt bepaald — zijns inziens — door een innerlijk werk (3ods in de ziel. Maar het oude verbond, van Sinaï, dat was maar nationaal: en dus kwam daar de wet van buiten] af.

Het nieuwe verbond — aldus nog steeds deze auteur__ — slaat op wat hij noemt „de onzichtbare kerk"; maar het Oude, nu ja, dat zag op de zichtbare. En die is niet veel zaaks — zoo hoort men hem wel niet zéggen, maar toch wel zoo ongeveer denken. Comparatief denken en meten dan.

Deze opvatting evenwel verteert zichzelf. Want, neem eens even aan, dat er zoo iets als een onzichtbare kerk zou bestaan, we vragen ons af: maar wat is dan hier toch het „nieuwe"? Hoe men het wendt of keert, en hoe men „nieuw" ook opvat, in den eersten dan wel in den tweeden zin van het woord: altijd is het toch zóó geweest, dat de Heere in den geest dergenen, die deze schrijver tot de „onzichtbare kerk" zou willen gerekend zien (door God), dat „werk in de ziel" wrocht, dat hij rekent tot de substantie van dit , , nieuwe verbond". Met andere woorden: had hij gelijk, dan zou de profetie van Jeremia aldus kunnen worden weergegeven: zie, de dagen komen, dat ik wat nieuws zal doen uitspruiten: Ik zal n.l. op denzelfden voet voortgaan.

Ja, maar, zoo zal iemand zeggen: dat nieuwe, dat toch ook weer het oude was, is toch inzooverre nieuw, als het nu wordt uit-gepeld uit de „n a t i o n a 1 e" verhoudingen.

Maar we antwoorden: waar staat dat? De hier gedane belofte is gericht tot de twee huizen van Israël en van Juda. Is dat „nktionEial" of niet?

Indien hier iets nieuws aan Abrahams zaad in uitzicht gesteld wordt, dan is het toèh voorzeker een teruggrijpen naaf het oude.

Nieuw was de toestand geworden in zooverre, als bij den Sinaï het volk nog in zijn ongedeelde eenheid onder aan den berg lag, terwijl sindsdien het ééne volk in tweeën gespleten is: een tien-stammen-rijk (huis van Israël), èn een twee-stammen-rijk (huis van Juda).

Maar door nu tot beide huizen weer te keeren, en in beide huizen zijn verbond weer in te scherpen, komt de Heere tot nieuwe volksformatie, maar dan in ouden stijl: beide huizen worden door het verbóndsleven weer tot één gemaakt, 'en de Heerscher, dien men verwacht, die zal niet over een deel van Israël, een tien-stammen-deel, dan wel een twee­ stammen-deel souverein zijn, doch over het weer, van binnen uit, tot zijn eenheid herstelde volk van Abraham. Wat verbindt hechter dan verbondstrouw? Wat is cement, zoo het niet de gemeenschap des (Seestes zijn zal?

Ja, dat tienstammenrijk heeft veel zonden begaan, en een tijdlang heeft Jahwe Jozefs tent (tienstammenrijk) verachtlijk laten varen. Het tienstammenrijk heeft zich gesepareerd; en Jerobeam heeft het doen zondigeni; en het heeft zich verwijderd van Jeruzalem als centrum en in Dan en Berseba heeft het eigen cultuskernen opgericht. De verharding is over Abrahams zaad voor een deel gekomen, En het andere deel is daarin gevolgd: , ook dezen" (Jes 28 : 7) zijn afgeweken; en te roemen was het twee-stammenrijk (het huis van Juda) niet oirbaar. Ja, de verharding is voor een deel over Abrahams zaad, over het ééne bij den Sinaï gelegerde Israël gekomen, en het andere deel is erin gevolgd. En in de laatste jaren, toen de ballingschap van het twee-stammenrijk eerst de bloem onderdompelde in ellende van concentratiekamp en arbeidsinzet (dienstbaarheid onder heidenen), heeft nog het aanvankelijk met vrede gelaten deel geroemd tegen de door den heidenschen tyran afgehouwen takken. Tot het laatste moment toe pochte de een tegen den ander. De eene helft van Israels huis pochte tegen de andere: lechte vijgen zijt gij, goede wij; een bijentroep zonder bijenkorf, ziedaar uw beeld; een bijenvolk in de korf, ziedaar het onze.

Maar tenslotte heeft God BEIDE parten, en BEIDE huizen in de ellende laten komen: beide huizen kwamen in het oordeel van de ballingschap.

Doch zie, straks wendt de Heere beider lot tezamen. Hij zal hen weer bijeen doen komen, niet in een • politieke heroriëntatie, die op de oude contrasten voortbouwt, doch door in BEIDE huizen van zijn Geest te geven tot bekeering, bekeefing tot den God van Sinaï-Horeb. De verharding is over Israël voor een deel gekomen. Maar dat duurt niet een onbeperkten tijd. Er zal wat nieuws zijn, o ja, iets bizonder nieuws: BEIDE huizen worden weer voor één Verbondsgod gewonnen en voor één vsrbondswet zullen . ze samen weer warm loopen. De verharding over het ééne huis zal duren, totdat de volheid der kinderen Abrahams weer ingegaan zal zijn door de enge poort; en alzoOi op deze manier, zal heel Israël weer zalig worden, een uitverkoren volk, uitverkoren tot het hebben van de verbonden, en van de wet, en van de sacramenten, en tot het ontvangen van Messias.

Zie, dit is iets nieuws. Zoo nieuw, dat de profeet, die aan enkele eeuwen van scheiding van beide huizen gewoon geraakt is, zeggen moet: als dat gebeurt, wel, dan zal Jahwe iets nieuws gedaan hebben.

Menschen, menschen, we zullen weer één zijn. Niet een Jerobeamscultus in Dan-Berseba tegenover een Rehabeams-cultus in Jeruzalem.

Niet een pochen van tien tegen twee en van twee tegen tien. Niet een glorieeren van latere slachtoffers der rampen tegen de eerste.. Niet een ^reep naar wereldmacht, die beide gevestigde koningsmachten en dynastieën zal verdeeld houden. Maar een Unie-van-Israël, en deze van binnen uit, omdat de Geest weer werken gaat. Krachtiger dan, tevoren.

Niet met andere, doch met betere beloften, sterker aangedrongen, en van intensiever genadewerking sprekend, en deze werkend.

Dat zal nieuw zijn.

Maar dat de Geest het hart aangrijpt bij de uitverkorenen, dat is zoo oud als de wereld. En, dat de wet van buiten komt, is dat soms iets ouds, dat bij het nieuwe verdwijnt? Weineen: altijd komt de wet van buiten, ook na de ballingschap; er» steeds zal Jahwe door de poort van oog en oor het hart zoeken, en altijd zal de uitwendige roeping met de inwendige gepaard gaan, om kraoht-tot-zaligheid te oefenen waar het de Heere wil in zijn verheven vrijmacht.

Zoo is het nieuwe inderdaad aanwezig. Het is ook metterdaad een nieuwe constitutie, inzooverre het een schande, die tegen de bondsconstitutie inging, zal te niet doen. En de kerkformatie door kerkherstel, van binnen uit geboren, die zal derhalve beginnen na de ballingschap, en zich voortzetten in het Nieuwe Testament, en haar kroon bereiken in den dag der dagen.

Maar laat het nieuwe verbond niet dateeren op het Nieuwe Testament. Want die zóó dateert, die dateert — te laat.

En wie te laat dateert, die dateert te zwak. Zoo vaak toch , , iets nieuws" (ook in dezen zin) zich baan breekt, wordt hetgeen achter ligt, geantiqueerd, voor oud verklaard, en voor nabij de verdwijning. In het nieuwe komt het oude terug, doch in vernieuwden vorhi, en met versterkte heerlijkheid, en geïntensiveerde kracht. Wie na de ballingschap de herstelde eenheid van Israël geniet, die geniet meer dan de man, die Sinaï beleefd heeft. Volksherstel is meer dan volksformatie. Bij een verzoening komen betere beloften los dan bij de eerste nadering. Amantium irae amoris integratie est: toen Jahwe zijn volk trouwde, toen was de liefde sterk, en de beloften waren goed; maar toen Hij deze zijn inmiddels weggeloopen vrouw (Ezechiël 16) weer in huis haalde, ondanks alles, toen was de liefdebetooning sterker, en de beloften waren nóg beter. Toen kwam dan ook de C h r i s t u s naderbij, die geven kon wat Mozes nog niet had geschonken: een 'v'erbond, dat niet meer werd gebroken door de huizen Jacobs.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 14 februari 1948

De Reformatie | 8 Pagina's

Een nieuw verbond met beide huizen.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 14 februari 1948

De Reformatie | 8 Pagina's