GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Gemeenschap in de arbeid

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Gemeenschap in de arbeid

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

POLITIEK EN SOCIAAL LEVEN

X

Bij de beoordeling van de huidige socialistische politiek zal men er dan ook terdege mee rekening moeten houden, dat alleen uit motieven van practische nuttigheid het huidige Sociahsme met de Ordenaars van het Bedrijfsleven meewerkt. Wie dit niet in de gaten houdt, misleidt zichzelf doch wordt subjectief door dit Socialisme niet misleid. Het komt eerlijk voor zijn doelstellingen en idealen uit. Een socialistisch publicist als Dr B. van den Tempel poneerde de socialistische waardering van de Ordening enige jaren geleden, in 1946, voor geen tweeërlei uitleg vatbaar in zijn bij de N.V. De Arbeiderspers verschenen boek „Ordening als Socialistische Etappe." De titel van dit boek doet reeds uitkomen, hoe in het huidig tijdsbestek de Ordening wordt gezien en nagestreefd door het Sociahsme. In het 12e hoofdstuk van zijn boek, dat als opschrift draagt „Socialisatie" typeert de schrijver deze situatie als volgt: „Telkens weer kon blijken, dat de socialistische beweging er in vele gevallen goed aan zal doen, de ordening van het economische apparaat te bevorderen, waar zij voorlopig haar verder liggende doeleinden niet kan bereiken. Ook al moge ordening tot op zekere hoogte de gebreken van het ongebreidelde kapitalisme door andere gebreken vervangen (hier wordt dus rondweg de Ordening en haar uitwerking als een „ander gebrek" gewaardeerd, G.) zo kan zij toch op talrijke gebieden vrij grote verbeteringen brengen. Bovendien effent zij de weg naar socialistische maatschappijvormen." En dan vervolgt de schrijver: „Maar ook kwamen op zeer veel punten de verschillen uit, die zulk een ordeningspolitiek van de opbouw ener socialistische maatschappijstructuur onderscheiden. Ook waar ordening verbetering brengt, blijft socialisatie voor de verwezenlijking van doeleinden der socialistische beweging on-

ontbeerlijk. („Ordening als Socialistische Etappe", blz. 199; vetdruk in voorgaande citaten van ons, G.). Dr van den Tempel constateert o.i. volkomen terecht in dit verband, dat „ook bij de andere groepen zich veranderingen in de opvattingen aankondigen en hij is van oordeel, dat de socialistische beweging paraat moet zijn, (nu dat is ze ook, G.) om de ontwikkeling zoveel mogelijk in de door haar gewenste richting te kunnen stuwen." Ook juist gezien lijkt ons zijn observatie. „Vaak zijn zulke groepen, wanneer zij haar opinie wijzigen, zich van de draagwijdte daarvan niet volkomen bewust" (a.v. blz. 210). Zo overmant de revolutie deze Ordenaars in hun slaap of ordeningsroes en maakt hen tot houthakkers en waterputters van de strijdende, socialistische gemeenschap.

Ook het Personalistisch Socialisme wil evenmin als het liberalisme van enige binding aan normatief, godsdienstig gezag weten. Zijn normen liggen in de mens, diens sociale gezindheid, diens humaniteit. Dat is het wat allen bindt.

Het R.K. Solidarisme, dat zoals wij zagen kan terugblikken op een geordende samenleving in de Middeleeuwen staande onder de schutse van de Kerk met haar dienaren, hangt uit dien hoofde in sterke mate de Ordeningsgedachte aan. Al begeert het geen terugkeer naar de Middeleeuwen in alles, het wil toch weer komen tot de instelling van de „Ordines", de verschillende schappen in het bedrijfsleven, waarin, zij het ook in een aan deze tijd aangepaste vorm, het oude gemeenschapsideaal der Middeleeuwen weer vlees en bloed zal gaan krijgen. Dat dit Solidarisme niet voor Socialisatie geporteerd is, lieten wij o.a. goed uitkomen door onze verwijzing naar de pauselijke waarschuwing uit 1949, die van Socialisatie repte in verband met overmatige Overheidsbemoeiing, die hij waarnam. Bij zijn streven om het maatschappelijk leven door middel van publiekrechtelijke organen corporatief te ordenen, houdt Rome vanzelfsprekend zijnerzijds vast aan de principiële suprematie van de Kerk met de Paus als Stedehouder van Christus op aarde, die het gehele menselijke leven principieel wil omvatten. Met dit ideaal van vergane eeuwen voor ogen heeft het R.K. Solidarisme van zijn kant ook het bondgenootschap van het Personalistisch Socialisme in de achter ons liggende jaren aanvaard. Elk van beide had verder liggende, eigen doelstellingen. Ongetwijfeld hebben met name de recente verkiezingsuitslagen bij de R.K. Solidaristen het gevoel van onbehagen verhoogd, dat zeker reeds aanwezig moest zijn in de overweging, dat de socialistische partner van zijn kant, gegeven zijn bekende doelstelling, bij de opstelling en uitwerking van de Ordeningsplannen deze Ordening moeilijk anders kon waarderen dan als 't brengen van 'n nieuw gebrek in de samenleving, dat weliswaar andere gebreken ophief of verminderde, doch overigens zelf als nieuw, gebrekkig creatuur, de laatste etappe, die nog scheidt van de volledige socialisatie, te haastiger zou helpen naderbij brengen. In deze impasse zit Rome nu. Hoe zal het evenwel met zijn scheiding van natuur en genade, met zijn opvatting, dat de mens de Goddelijke wereldorde met zijn rede kan ontdekken en kennen en die Goddelijke natuurwet ontdekt hebbende naar zijn eigen volkomenheid hier op aarde moet streven, principieel scherpe grenzen kunnen trekken tussen zichzelf en het huidig humanistische. Personalistische Socialisme? Hoe zal het dit jagen naar volmaaktheid van eigen ge­

lovigen principieel onderkennend kunnen separeren van het humanistisch idealisme? Zal het dit anders kunnen doen dan door het kerkelijk verbod tot litmaatschap, zoals dit nog geldt tot grote ergernis van de mannen van het N.V.V. voor de socialistische vakverenigingen ook uit te breiden tot de partijpolitieke groepering? De Kerk wil toch naar het woord van de pausen ook in sociale en economische aangelegenheden het beslissende woord behouden? En maakt de sociale en economische paragraaf met de zorg voor de defensie tegenwoordig niet het voornaamste uit van het politieke beleid?

Dat de huidige situatie niet van gevaren ontbloot is wordt door het R.K. Solidarisme wel ingezien. In een redactioneel artikel in „De Tijd" van 5 Sept. j.l. onder de titel „Grensvervaging" wordt dit feit onomwonden erkend in de volgende bewoordingen:

„De symptomen van grensvervaging, die wij hier meenden te moeten signaleren (volgens de schrijver o.a. hieruit blijkende, dat op het onlangs te Scheveningen gehouden N.V.V.-congres een vertegenwoordiger van de K.A.B, de verklaring aflegde, dat het Welvaartsplan van het N.V.V., voor een groot deel door de confessionele vakbeweging kan worden onderschreven, G.), de voorzichtige tactiek namelijk van de socialisten de katholieken te pogen infiltreren met socialistische ideeën op politiek en sociaal-ecnomisch gebied, houden grote gevaren in voor de K.V.P. en de K.A.B. Zich deze gevaren bijtijds bewust te zijn en deze sjonptomen, zich uitend onder het masker van vriendelijke woorden en daden, duidelijk te onderkennen, lijkt ons van het hoogste belang. Geschiedt dit thans niet, dan is er inderdaad op politiek en sociaaleconomisch terrein een mijlpaal bereikt en wel op de weg naar het socialisme."

Inderdaad, de sociale revolutie wdnt zienderogen veld. Ook van het R.K. Solidarisme geldt wat wij enige jaren geleden van het C.N.V. schreven, terwijl wij onze argumenten gaven, 'dat het loopt achter het Rode Vaandel. Uit persuitlatingen als de bovenstaande blijkt, dat men zich in dit kamp, hier en daar, — of dit „bijtijds" is wagen wij ernstig te betwijfelen, daar het proces reeds geruime tijd aan de gang is en ver is gevorderd — de werkelijke situatie enigermate bewust begint te worden, nu de getallen bij de verkiezingen getoond hebben waarop dit alles uitloopt. Op Protestants Christelijk erf ontbreekt het nog veelszins zelf aan dit doorbrekend besef van de ernst van de situatie, hierin bestaande, dat de ideeën van de sociale revolutie, welke laatste op kousevoeten komt aansluipen, bezig zijn steeds dieper door te dringen in eigen gelederen. Doordat men b.v. van A.R. zijde in de achter ons liggende jaren het regeringskasteel niet mede bemande en dus in een bepaalde afzonderingspositie verkeerde, kon de progressie in de sociale ideeën-verwantschap, die ook binnen deze kring aanwezig is, onvoldoende tot haar recht komen. Dit alles kan nu gaan veranderen. De „progressieve" antirevolutionairen krijgen thans ook hun kans om hun bijdragen te leveren. Aan het Socialisme kan dit alleen maar welkom zijn. Mits zij de leiding in deze stevig in handen kan houden en daarvoor zorgt zij dan ook, is elke geboden steun welkom. Het weet te wachten. Ondertussen beseft men aan Protestants Christelijke zijde onvoldoende de gevaren die in deze positie besloten liggen. Waar de secularisatie van het leven toeneemt en steeds wijder om zich heen grijpt, daar vervagen de grenzen. Het eigene van het Christelijk gemeenschapsidealisme en van het Christelijk leven verliest steeds meer aan betekenis en gaat uit het levensbeeld verdwijnen. De rode vloed wast, al vertoont hij aan de oppervlakte, dank zij inwerking en medewerking der anderen, nog een „couleur de rose". Geleidelijk en stelselmatig ondergraven door de infiltratie met socialistische ideeën, staan de dijken op bezwijken. 'P. GROEN.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 20 september 1952

De Reformatie | 8 Pagina's

Gemeenschap in de arbeid

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 20 september 1952

De Reformatie | 8 Pagina's