Revue 2000 - pagina 112

gaat kopiëren dat elders in het land al plaatsvindt. Dat geldt bijvoorbeeld voor onderzoek naar taal en geheugen. Het speerpunt van de afdeling Cognitieve Psychologie ligt op het gebied van onderzoek aan de ene kant op de Visual attention and performance' en aan de andere kant op de ergonomie. Vooral een brede basis Prof.dr. Joe Sergeant, sinds 1 september 1999 hoogleraar Klinische Neuropsychologie, benadrukt minder dan Theeuwes en Boomsma de noodzaak van specialisatie door studenten. Hij meent dat in een opleiding waar 80% van de studenten na hun basisopleiding door zal stromen naar het beroep van Cezondheidszorgpsycholoog - de 'klinische' kant op - de opleiding juist zo breed mogelijk gehouden moet worden. De term 'klinische' is in de naam van de programma's Klinische neuropsychologie van de volwassene en Klinische neuropsychologie van het kind dan ook nadrukkelijk aanwezig. De studenten moeten naast het opdoen van een brede basis van kennis en het doen van onderzoek goed leren diagnosticeren en interveniëren. De VU had al jarenlang een goede naam op het gebied van de neuropsychologie: wilde je neuropsychologie studeren, dan ging je naar de VU. Door het ontstaan de afstudeerrichting neuropsychologie is deze keuzemogelijkheid zichtbaarder geworden.

50

Sergeant benadrukt dat de brede basis aan kennis en vaardigheden wel moet worden gedragen door goed empirisch onderzoek op de afdeling. Daarmee zit het op de VU wel goed. Neuropsychologen onderzoeken stoornissen in gedrag vanuit de rol die kleine of grote beschadigingen van de hersenen daarin spelen. Bij de afdeling Klinische Neuropsychologie vindt bijvoorbeeld onderzoek plaats naar vroegtijdige dementie, leerstoornissen, ADHD en de ziekte van Parkinson. De ontwikkelingen binnen de neuropsychologie gaan, net als in de cognitieve en biologische psychologie, razendsnel. Steeds meer wordt bekend over het verloop van processen in de hersenen, steeds meer kan ook zichtbaar en bestudeerbaar worden gemaakt met geavanceerde apparatuur. Sergeant waarschuwt echter dat de nadruk niet teveel moet komen te liggen op de mooie plaatjes en spannende resultaten die de moderne techniek - zoals de MRI-scan of de binnenkort in gebruik te nemen neuroscan - heeft te bieden, "je zegt niet: okay, we halen het brein eruit en gaan dat eens goed bestuderen. Het functioneren van het brein is afhankelijk van de omgeving van de mens waar het zich in bevindt. Bovendien zijn we niet uitsluitend geïnteresseerd in het al dan niet normaal functioneren van het brein. Het onderzoek moet leiden tot het vinden van goede methodes om diagnoses te stellen en manieren waarop gestoorde

vrije Universiteit

amsterdam

processen bij mensen zo kunnen worden aangepast dat iemand die er aan lijdt er minder last van heeft." Samenwerking Aangezien de cognitieve, de biologische en de neuropsychologie niet alleen van elkaar verschillen maar ook grote raakvlakken hebben wordt vaak samengewerkt tussen de drie afdelingen die de nieuwe afstudeerrichtingen verzorgen. Samenwerking vindt onder andere plaats op het gebied van het opzetten van onderzoek, van het uitvoeren van experimenten en bij het gebruik van apparatuur. EEC-scans bijvoorbeeld, waarmee heel concreet de hersenactiviteit bij diverse cognitieve taken in beeld kan worden gebracht, spelen bij het onderzoek van eik van de afdelingen een belangrijke rol, ook ai kunnen uitgangspunt en uitslag voor elk vakgebied sterk verschillen. De specialisten blijven elkaar dus nodig hebben, om zowel het onderzoek als het onderwijs optimaal te houden.

Revue

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Terug naar resultaten Printen