Studentenalmanak 1902 - pagina 122
EENE LIEFDE.
I.
't J \ / \ / ^^ '^^ '^^^ Herfst.
V^"^ Natuur was als een fee, om wier goudgestalte
zich een kleed plooide van dun g a a s ; de zon scheen bloed
rood heen door een lichtgrijzen nevel en glinsterde op de
najaarsdraden en stortte een gelen goudglans uit op de dor
rende bladeren der evenbewogen twijgen. Het was het ster
ven van den zomer des jaars en toch zulk schoon en ver
heven sterven, een sterven, dat nog niets van den doodschen
winter gevoelen doet, maar dat alleen stemmingsvol laat
droomen een zoeten, onbestemden droom van weemoed.
't Was bijna geruischloos in het bosch. 't Was of alles dien
droom meedroomde: de vogels, die dommelend wiegden op
de nauwHjks ritselende boomkruinen en het water, dat haast
niet murmelen dorst.
Te midden nu van die stilte der natuur kon men voet
stappen hooren kraken op het met bladeren overdekte mos,
kon men zien, hoe weldra een jonge man en een beeld
schoon meisje zeer vertrouwelijk naast elkander voortschreden.
E n toen kwam na eene lange wandeling in het door
najaarstinten overgoten bosch het oogenblik, dat beslissen
moest over beider verhouding tot elkander voor hun toe
komstleven. Het oogenblik, dat die beiden aan elkander
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1902
Studentenalmanak | 174 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1902
Studentenalmanak | 174 Pagina's