GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Studentenalmanak 1934 - pagina 154

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Studentenalmanak 1934 - pagina 154

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

H2 AUGUSTINUS' STUDENTENTIJD

de Philosophie" of — gelijk Augustinus zelf vertaalt —

„aan de liefde tot de wijsheid" ^). „Al mijn ijdele hoop

werd mij plotseling nietswaardig en met ongeloofelijken

drang des harten haakte ik naar onsterfelijke wijsheid en

ik begon op te staan om tot U terug te keeren." ^) De on-

sterfelijke wijsheid: waar kan hij die vinden? Nu staat hem

plotseling zijn kindertijd weer voor den geest, en hij her-

innert zich, hoe hij werd onderwezen uit de Heilige Schrift;

hij weet, dat daar de onsterfelijke wijsheid te vinden is.

Gretig vangt hij de lectuur aan.

Maar de knappe, in de geraffineerde stilistiek door-

kneede, toekomstige rhetor, voor wien, naar den smaak

zijner dagen, alleen stijl literatuur was, die niet-rhetorisch

gebouwde volzinnen ternauwernood lezenswaard achtte,

wordt volkomen gedesillusioneerd door den eenvoud der

Schrift, die hij bovendien in onbeholpen Latijnsche verta-

ling leest. Zulke lectuur begrijpt hij niet; zijn verstand stuit

af op haar ingetogenheid, zijn smaak op haar onliterairen

vorm. Daar staat hij boven. Hij legt het boek uit handen

en „gezwollen van trots, vond ik mijzelf groot" (mihi gran-

dis videbar).3) Hij vertoont het beeld van den antieken

intellectueel, den cultuurmensch, die in de Heilige Schrift

zoekt naar wijsheid, maar die er in zijn wijsheid niet dan

oudwijfsche fabelen meent te vinden. *)

Nu vangen zijn geestelijke omzwervingen aan: hij wil

niet rusten, voordat hij de ware wijsheid gevonden heeft.

Hij verfoeit autoriteitsgeloof: hij wil zoeken te begrijpen

om dan te gelooven (quaerere intelligere ut credat), s) Hij

begeert ook een zedelijk-ingetogen leven, maar de zinnen

verzetten zich en hij komt tot het gebed: „Geef mij kuisch-

heid en zelfbeheersching, maar nu nog niet." ^) Ach, hij

vreest, dat God hem al te spoedig verhooren zal.

Zijn intcllectueele bezwaren tegen het geloof zijner kin-

derjaren nemen toe: ernstige critiek oefent hij in het bij-

ij Conf. III, 4. 2) ibid. 3) Conf. III, 5. *) de util. I, 2. ''] Vgl, Tract,

in Joann, XXIX, 6. «) Conf, VIII, 7.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1934

Studentenalmanak | 226 Pagina's

Studentenalmanak 1934 - pagina 154

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1934

Studentenalmanak | 226 Pagina's