Studentenalmanak 1967 - pagina 208
Angstig om zich heen kijkend of iedereen nu wel voor
aap liep, kwamen ze binnendruppelen, om tenslotte
onopvallend te worden. Eén slieik ontlokte nog wel
kreten van bewondering, zelfs van afgunst, maar de
vierde werd afgedaan met: „Je bent de enige niet."
Putti met stevige witte beentjes, kaarsenviammetjes, die
zich richtten naar de muziek, de bakker met een buik,
die kreeg waarom hij vroeg, een monnik en een non,
die op sterven na dood gingen van de hitte, patiënten
zo uit bed ontslagen, papoea's, zeemeerminnen, meisjes
van plezier, nu ja iedereen met zijn eigen kleine raadseltje
feestte een duizend en één kwatrijnennacht lang.
De één keek uit naar de wederhelft, de ander nam de
gelegenheid waar om met de eerste de beste verkenner
er tussen uit te glippen. Een pierrot met een bungelend
roosje in de mond zocht zenuwachtig naar nog zo'n
roosje. Een ondefinieerbare heer hield het niet langer uil
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1967
Studentenalmanak | 344 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1967
Studentenalmanak | 344 Pagina's