GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Vrije Universiteitsblad 1940-41 - pagina 213

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Vrije Universiteitsblad 1940-41 - pagina 213

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

1641 werd nl. voorgesteld als een man met twee aangezichten, waarvan het ééne voorwaarts, het andere naar achteren gewend was. Aldus hield hij tegelijkertijd de blik gericht op het verleden en de toekomst. In deze voorstelling lag een diepe zin. Is zij eigenlijk niet een beeld, waarin wij ook onszelf herkennen ? Altijd, het zij oorlog of vrede, bevinden wij ons op een tweesprong. Wij kunnen niet nalaten, om naar voren te zien. Al hangt het verschiet vol nevelen, en al is de toekomst ongewisser dan ooit, ons oog tracht er door heen te dringen, om te speuren naar den weg, die vóór ons ligt. Maar tegelijkertijd gevoelen wij de dringende behoefte, het hoofd om te wenden naar wat wij achter ons lieten. W a t wij het heden noemen, het is niets anders dan een denkbeeldig rustpunt tusschen hetgeen geweest is en hetgeen wezen zal. Verleden en toekomst liggen vlak bij elkaar en gaan onophoudelijk in elkander over. De vraag: „Waar gaan wij heen?" roept altijd weer die andere vraag op : „Vanwaar komen wij ?' Zoo is het ook vandaag. Historie en leven ontmoeten elkaar, nu wij bijeen zijn om de 61e jaarkeer te gedenken van onze Vrije Universiteit. Zij is een stuk historie, vrucht van den arbeid van het voorgeslacht. Maar zij is tevens een levende werkelijkheid. En door uw aanwezigheid op deze plaats legt gij er getuigenis van af, dat gij, menschen van dezen tijd, u verbonden gevoelt aan die historie. Temidden van de geweldige gebeurtenissen, die onze samenleving tot in haar fundamenten schokken; terwijl, naar men ons van vele zijden verzekert, een totaal nieuwe orde van zaken in smarten geboren wordt en onder het verleden een dikke streep wordt gezet; op dit oogenblik spreken wij het uit, dat voor ons ook thans nog dat verleden een levende kracht beteekent. Maar al herdenken wij vandaag 1880, wij blijven menschen met twee aangezichten. Wij leven in 1941. Wij kunnen dat niet vergeten, en wij mogen het ook niet. „Geschiedenis," zoo heeft de stichter van onze Hoogeschool eens gezegd, „geschiedenis is niet een zich begraven in wat achter ons ligt, maar in het heden dat verleden als nog zelf voelen, en er de profetie in laten opademen voor de toekomst. ' Meer dan ooit dienen wij onszelf in dezen tijd er rekenschap van te geven, wal de historie beteekent voor ons leven. Wanneer wij dat ook thans willen gaan doen, moeten wij ons noodzakelijk beperken tot een keuze uit de veelheid van gedachten, die onze vraagstelling doet opkomen. Dit onderwerp immers hangt ten nauwste samen met onze innigste overtuigingen, en evenzeer met onze levenspractijk. Ik wil dan beginnen met te spreken van enkele gevaren, die

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1940

VU-Blad | 225 Pagina's

Vrije Universiteitsblad 1940-41 - pagina 213

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1940

VU-Blad | 225 Pagina's