Vrije Universiteitsblad 1941-42 - pagina 12

1656 School en leven.

Ondei" niet gestudeerde menschen leeft vrij algemeen de gedachte, alsof wetenschap en practijk, practijk en wetenschap, zoo ze onderling al niet een tegenstelling vormend dan toch in elk geval zóó ver uiteenliggen, dat de aanrakingspunten ertusschen met een lantaarn moeten worden gezocht. Voor een deel zal die gedachte wel hieruit te verklaren zijn, dat mannen van wetenschap, uilzonderingen daargelaten, in het gewone leven nu niet bepaald altijd uitmunten in practischen zin, terwijl mannen van de practijk aan den anderen kant zich nogal eens sceptisch gestemd voelen tegenover de waarde van de wetenschap. W a a r dan nog bij komt, dat het wetenschappelijk bedrijf voor 't besef van den man in de straat vaak gehuld is in een waas van geheimzinnigheid, die hem op een eerbiedigen afstand houdt, omdat hij in hoogleeraren en academische docenten' een soort van hoogere wezens ziet, voor wie hij, om hun knapheid, diep respect heeft, maar die, wat hem betreft, in het leven van den dag heel wat beter gemist kunnen worden dan de bakker die hem aan zijn ontbijt en de groenteboer die hem aan zijn middagmaal helpt. Des te merkwaardiger is, tegen den achtergrond van deze populaire opvatting gezien, het bestaan van onze Vereeniging voor Hooger Onderwijs die voor het overgroote deel, haar leden en begunstigers telt onder niet-gestudeerden en die in dezen kring de middelen vindt, noodig tot het onderhoud van haar Universiteit. Dat wijst op een band tusschen wetenschap en volk, tusschen school en leven, die vrijwel uniek is in de wereld. Nu weten wij natuurlijk wel, dat de behoefte die bij ons geref volksdeel leeft aan principieel betrouwbare predikanten, advocaten, leeraren, artsen en dergelijke een belangrijke factor is geweest die onze Vereeniging in het leven heeft geroepen, maar hiermee is toch de band, waarvan ik zoo even sprak, nog niet.voldoende verklaard. Wij zouden hier ook, wanneer wij naar analoge verschijnselen wilden zoeken, kunnen denken aan de in de latere jaren opgekomen drang naar University Enstension, die zich ten onzent belichaamd heeft in het instituut van de Volksuniversiteit, maar deze instelling bestrijkt een zoo geheel andere kring en streeft naar een zoo geheel ander doel dan onze Universiteit, dat er tusschen deze twee nagenoeg geen enkel punt van vergelijking is te vinden. De belangstelling die er onder ons tot zelfs bij de eenvoudigsten leeft voor de wetenschap draagt een geheel eigen karakter; zij vindt haar uitdrukking en tegelijk haar rechtvaardiging in art, 2 van onze statuten, waar gezegd wordt, dat de Vereeniging

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen