Vrije Universiteitsblad 1949 - pagina 101

(— NummeT i i'4 / December 1949

VRIJE UNIVERSITEITSBLAD MAANDELIJKSE MEDEDELINGEN Orgaan van de Vereniging voor Hoger Onderwijs op Gereformeerden grondslag Amsterdam / Keizersgracht i66 Redactie Commissie: Prof. Dr F. W. Grosheide / Mr G. H. A. Grosheide / Prof. DrT>. Nauta / B. Faber Stukken voor de redactie te, zenden aan: B. Faber / Keizersgracht 166 / Amsterdam

Onze studenten Onlangs heeft het Centraal Bureau voor de Statistiek ons met een interessante uitgave verrast. Zij handelt oyer de sociale omstandigheden der studenten. Natuurlijk wordt dit onderwerp hier niet in algemenen en abstracten zin aan de orde gesteld. Geheel overeenkomstig den aard van het genoemde Bureau ontvangen wij hier evenwel een zeer concrete tiiteenzetting. Deze heeft betrekking op de studenten uit het studiejaar 1947/1948, die voor dit doel zelf de benodigde gegevens verstrekt hebben. Verreweg het grootste deel van alle studenten van het genoemde studiejaar in ons land heeft aan het invullen der vragenlijsten deelgenomen. De,studenten van onze Universiteit zijn daarbij niet achtergebleven, al schijnen zij in dit opzicht rdet zo getrouw geweest te zijn als hun collega's aan de andere hogescholen. Het is niet mijn bedoeUng deze statistische uitgave aan een uitvoerige beschouwing te onderwerpen. In ons blad is het daar niet de juiste plaats voor, terwijl ook de ruimte er voor zou ontbreken. Maar het ontmoet, geloof ik, geen bezwaar, het een en ander aan den inhoud te ontlenen en onder de aandacht van onze lezers te brengen. Tot het maken van enkele globale opmerkingen moet ik mij daarbij beperken. Wie zich voor nadere bijzonderheden mocht interesseren, grijpe zelf naar deze allerminst dorre statistiek. De ogenblikken, er aan besteed, zullen, wanneer het hem gaat gelijk mij, tot de aangename en leerzame blijken te behoren. Mijn eerste opmerking raakt de geografische herkomst van degenen, die aan onze Universiteit stu-

deren. I n dit opzicht valt er een belangrijk onderscheid te constateren met de studenten aan de andere Universiteiten, nu hogescholen als Delft en Wageningen er buiten gerekend. Daar komt verhoudingsgewijze verreweg het grootste percentage der studenten uit de naaste omgeving, en uit de provincie, waarin "die Universiteiten gevestigd zijn. In heel sterke mate is dat met Groningen het geval. Maar zelfs bij Leiden treft ons, zij het in mindere mate, datzelfde verschijnsel. Met de studenten aan onze Universiteit is het evenwel anders gesteld. Ook hier wordt wel een aanzienlijk aantal gerecruteerd uit de provincieNoord HoUand. Dit percentage is echter lang niet zo hoog als elders. E n vooral trekt daarnaast de aandacht het feit, dat het percentage der studenten uit andere streken v a n ons land, voor wat verschillende provincies betreft, vrij wat boven het gemiddelde klimt. Met name ten aanzien van provincies als Friesland en Drenthe moet zulks bij de beschouwing der cijfers en verhoudingsgetallen opvallen. Hierin vinden wij een bewijs voor de grote landehjke betekenis, die aan de Vrije Universiteit toekomt. WaarschijnUjk is dit voor ons niet iets nieuws en waren wij ook zonder kermis van deze statistiek reeds van deze bijzondere betekenis doordrongen. Het neemt met weg, dat wij voor de concrete gegevens en het vergelijkingsmateriaal, dat ons hier geboden wordt, dankbaar zijn. Wij zijn nu in staat die landelijke betekenis tegenover anderen op onweerlegbare wijze aan te tonen en te verdedigen. Een tweede opmerking is v a n anderen aard. Zij heeft betrekking op het milieu, waaruit onze stu2049

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Terug naar resultaten Printen