Vrije Universiteitsblad 1950 - pagina 12

Verblijdende giften

NOGMAALS ONZE STUDE

Uiteraard zijn alle giften, die voor de Vrije Universiteit worden gezonden, zeer welkom en wordt elk bedrag, groot of klein, met blijdschap ontvangen. De laatste weken waren er een paar uitzonderlijke gevallen, waarvan we graag melding maken, misschien ter navolging door anderen. Uit een brief van een tachtig-j arige zuster, die al menigmaal van haar hartelijk meeleven met de Vrije Universiteit blijk gaf, citeren we enkele zinnen. Zij had in het V.U. blad gelezen dat aan de Medische faculteit aan de Vrije Universiteit gewerkt wordt en schrijft nu onder meer: 'IA: kom U eens vertellen dat ik het Vrije Universiteitsblad lezende, bewogen en zeer verblijd werd. En dacht, wat is de Here goed voor ons en wat zegent Hij onzen arbeid. U weet, van begin aan, dat het voor mij een begeerlijke zaak was, een dokter aan het ziekbed, die Gods Woord liefheeft, 'fe Hoop dat zij die straks op studie komen, lichamelijke en geestelijke helpers worden. Een woord Gods tot de ziel gesproken aan het ziekbed, geeft moed ons het zwaarste te dragen. U weet ook dat ik niet tot de rijken in goederen behoor. Maar zoals ik geregeld heb gedaan, zoek ik ook nu mijn spaarpot op om met blijdschap weer mijn penninkske te zenden voor de Medische faculteit.^ Enkele dagen na den brief, waaruit het bovenstaande is overgenomen, bracht de giro-dienst het bericht van overschrijving van een bedrag van ƒ 110.— Zeer hartelijk dank Mejuffrouw N.N. Verder zonden twee dames uit H. een mededeling dat zij aan de Vrije Universiteit een bedrag wensen te schenken, groot ƒ 500.— zegge vijfhonderd gulden voor de Medische facidteit. Ook dit bedrag hebben wij inmiddels onder hartelijken dank ontvangen.

In een der laatste nummers van het V.U. blad werd Uw aandacht gevraagd voor een bespreking van enkele punten uit een onlangs door het Centraal Bureau voor de statistiek gepubliceerde uitgave*. Interessante bijzonderheden en gegevens omtrent de geografische herkomst van hen, die aan onze Universiteit studeren en het milieu waaruit onze studenten afkomstig zijn en alles wat daarmee samenhangt, stelden ons weer het bijzonder karakter van de Vrije Universiteit duidelijk voor ogen. In aansluiting hierop vragen wij thans Uw belangstelling voor een andere uitgave van het Centraal Bureau voor de Statistiek, eveneens het Hoger Onderwijs betreffende**. Onze aandacht werd hier allereerst getrokken naar de vergelijkende cijfers, welke de uitbreiding van het Hoger Onderwijs, uitgedrukt in de toeneming van het aantal studenten per Universiteit, doen zien. In absolute aantallen uitgedrukt stemt de stijging van het aantal studenten aan de V.U. tot voldoening en dankbaarheid. Om tot een juiste waardering van onzen groei te komen zullen we echter ook hen, die zich in de na-oorlogsjaren aan een der andere Universiteiten lieten inschrijven in onze beschouwingen moeten betrekken. En dan blijkt, dat in het cususjaar 1947—18 het aantal van onze studenten, in vergelijking met 1937—'38 toenam met 67%. Voor de R.K.Universiteit te Nijmegen en de R.K.Handelshogeschool te Tilburg blijkt dit percentage resp. 66 en 225 te zijn. De drie Rijksuniversiteiten en de Stedelijke Uni-

Slot hoofdartikel pag. 2065 meen voor ons niet gemakkelijk bruikbaar is. Des te verheugender is het, wanneer een enkele maal de gelegenheid zich opent dit contact wel tot stand te kunnen brengen. Binnenkort zullen wij dit voorrecht mogen beleven. Het gebeurt in het kader van uitwisseling met Engelse hoogleraren. In den loop van Maart hoopt Professor Dr G. D. Henderson, die aan de Universiteit te Aberdeen in Schotland kerkgeschiedenis doceert, gedurende een week bij ons te vertoeven en colleges te geven. Deze hoogleraar is de Gereformeerde belijdenis toegedaan en is in ons land, waar hij meermalen vertoefde, geen onbekende. Een dergelijk internationaal contact wordt door onze Universiteit op hogen prijs gesteld. Het draagt bij tot verruiming van den blik en tot verrijking van de geest. D. N. 2068

De nieuwe kantoormach Een prachtige aanvulling kreeg ons bureau door de aankomst van de nieuwe adressograph (model 1950) en de ponsmachine, die eveneens van het laatste model is. Dat de V.U. vrienden in Amerika op deze wijze aan de belangen van onze universiteit en van haar administratie gedacht hebben, stemt ons zeer dankbaar. Vooral de heer J. Hekman heeft zich veel moeite getroost om te helpen, nu het door deviezenbepalingen niet mogelijk was om in Nederland te kopen wat we reeds jaren nodig hadden. Aan hem daarom een bijzonder woord van dank, evenals aan Prof. Dr G. Ch. Aalders voor zijn gewaardeerde medewerking. De lichtingslijsten Vrouwen V.U. Hulp zijn de eerste producten van de nieuwe adressograph en we menen uit het feit, dat tot heden zo weinig opmerkingen werden gemaakt (slechts twee van de drieduizend hoofden gaven verbeteringen op) te mogen afleiden, dat men tevreden is. Uiteraard zijn er ook hier wel wat moeilijkheden te overwinnen ge-

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen