Vrije Universiteitsblad 1950 - pagina 22

Van de administratie Enige mededelingen en opmerkingen : 1 De nieuwe druk van het overzicht der organisatie is thans verschenen. Het duurde lang, ook tot onzen spijt, maar het is er nu dan toch. Gelukkig, want het laatst verschenen boekje was onbruikbaar geworden door de "ele veranderingen. Als dit V. U. blad onder de ogen van de lezers komt, is de nieuwe uitgave reeds aan de daarvoor in aanmerking komende adressen gezonden. O Er is in dit winterhalfjaar hard gewerkt door sommige correspondenten. Zij zagen de noodzaak van opvoering der vaste inkomsten in verband met de uitbreidingsplannen. Het zal voor zulke medeiverkers een teleur' stelling zijn, dat niettegenstaande hun arbeid en de vaak prachtige resultaten daarvan, het totaalcijfer van de contributies van 1 September tot 31 December met f2000.— terugliep. Het is ook erg. Maar we behoeven de moed nog niet op te geven. De maanden Maart en April geven heel vaak verrassingen te zien. O Enkele correspondenten vragen toezending van blanco kwitanties om die dan zelf in te vullen. Aan zulke verzoeken kan helaas niet worden voldaan. Een uitgebreide en gecompliceerde verenigingsadministratie als de onze (met circa 6000 medewerkers (sters) en een adressensysteem van rond 170.000 kaarten) vraagt nu eenmaal bepaalde maatregelen. Een daarvan is dat alleen uitgeschreven, op naam gestelde en aanstonds geboekte kwitanties kunnen worden uitgezonden. A Er zijn nog altijd dames hoofden, die aan de mededeling, dat geen busjes in reserve ivorden gegeven, geen aandacht gegeven hebben._,Daarom worde het hier nog eens herhaald met het dringend verzoek aan het bureau ook geen vraag voor te leggen om toch busjes vooruit te sturen. Het is voor ons niet prettig een teleurstellend antwoord te moeten geven en voor de hoofden niet dat te ontvangen. Toch kan het resultaat van dergelijke verzoeken niet anders zijn. C De brievenmethode bewijst bij de contributie- zowel als de busjesactie nog altijd goede diensten. Wie er nog geen gebruik van maakte zij deze vorm aanbevolen. Eén opmerking : brieven worden alleen, geadresseerd en rechtstreeks, gezonden aan de te bezoeken adressen en niet in één zending aan de medewerkers. Het lijkt wel voordelig de brieven te doen bezorgen, maar dat is slechts schijn. De brief blijkt dan in de meeste gevallen niet meer waarde te hebben dan een gewoon drukwerkje en het resultaat is daardoor ook ongunstiger. C Een verzoek. Kunnen de comité's in de steden en grotere plaatsen ons helpen aan een boekje of lijst, waarin de straten in alphabetische volgorde voorkomen ? Voor de administratie (vooral voor de busjesadministratie) zijn die bijna onmisbaar. De onkosten worden gaarne vergoed.

Verantwoordelijkheid

L

I n haar hoedanigheid van Universiteit staat de Vrije f Universiteit niet alleen in de wereld. Zij vindt, zowel in eigen land als daarbuiten, tal van soortgelijke instellingen naast zich. Die kunnen zelfs gewoonlijk bogen op een veel hogeren ouderdom en op een heel wat luisterrijker verleden dan bij haar het geval is; i en zij overtreffen haar meestal in het aantal van • docenten, die aan haar verbonden zijn, en van stu- | denten, die bij haar ingeschreven zijn. Met die zuster- ' instellingen is in allerlei opzicht contact mogelijk en van dat contact mogen wij profijt trekken. I n het artikel van de vorige maand is over dit onderwerp het een en ander opgemerkt. Thans wil ik meer opzettelijk bij de keerzijde van deze situatie stilstaan. Wij hebben ten opzichte van de andere Universiteiten in de wereld een zekere verantwoordelijkheid. De omstandigheid dat onze Universiteit nog betrekkelijk jong is en dat haar krachten vergelijkenderwijs uiterst gering zijn, kan er ons niet van ontheffen. Onze aanwezigheid brengt die roeping vanzelf met zich mede. Dit geldt reeds in het algemeen. Gelijk wij van anderen mogen ontvangen, zo moeten wij het ook als onze taak gevoelen hun iets te geven. Maar nog heel in het bijzonder moeten wij ons hiertoe gedrongen gevoelen door de gedachte, dat onze Universiteit, met de Gereformeerde beginselen tot grondslag, zulk een uniek karakter onder al haar zusterinstellingen draagt. Van deze verantwoordelijkheid is men van het begin af zich bewust geweest. I n onderscheidene redevoeringen hebben vertegenwoordigers van onze Hogeschool er uiting aan gegeven. Bij woorden is het ook niet gebleven. Men heeft daadwerkelijk getracht in dit opzicht iets te presteren. De wetenschappelijke publicaties van onze hoogleraren en de dissertaties, die aan onze Universiteit verdedigd zijn, kunnen dit op meer dan één terrein op overtuigende wijze aantonen. I k zeg dit niet om er op te roeraen. I k geloof integendeel, dat wij zelfs veel zijn tekortgeschoten en dat er ontzaglijk veel meer had moeten gebeuren. Wij zijn in het nakomen van onze verantwoordelijke roeping ver beneden de maat gebleven. Maar het zou aan den anderen kant ook onjuist zijn te willen ontkennen, dat onze Universiteit haar taak naar buiten verstaan heeft. Vooral wat betreft ons eigen land is er steeds een sterk besef geweest dat wij een grootse taak te vervullen hebben. Of dit eveneens mag gezegd worden met betrekking tot andere landen in de wereld,, meen ik echter te moeten betwijfelen. Natuurlijk is er ook in dit opzicht wel het een en ander gebeurd. I k denk aan de studenten, die uit Zuidafrika, uit Amerika en in de laatste jaren ook uit Indonesië, bij ons zijn komen studeren. De betekenis hiervan mogen wij stellig hoog aanslaan. Verder hebben verschillende hoogleraren zich in dit opzicht persooidijk meermalen verdienstelijk gemaakt. Maar van een welbewust handelen om onze verantwoordelijke roeping in

I

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Terug naar resultaten Printen