GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Vrije Universiteitsblad 1955 - pagina 68

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Vrije Universiteitsblad 1955 - pagina 68

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

De naderende herdenkingsdagen

De voorbereiding van het jubileum onzer Universiteit heeft heel wat tijd en zorg gekost. Welk een overleg en een arbeid is er aan te pas gekomen om alles te regelen, gelijk men het nuttig achtte! Zulk een herdenking schijnt tegenwoordig reeds lang van te voren in allerlei opzichten georganiseerd te moeten worden. Die voorbereidingen vergen aanmerkelijk meer tijd dan de herdenking zelf in beslag neemt. Ik behoef maar te herinneren aan de actie, welke onder de leuze van de Meiboom in de kap overal in het land is gevoerd. Thans lopen die voorbereidende werkzaamheden echter naar haar eind. De grote dagen, met het oog waarop al de bedoelde actie ondernomen werd, komen met rasse schreden in het zicht. Voordat wij er goed en wel op bedacht zijn, staan wij er reeds midden in. Gedurende de laatste jaren hebben wij een lange aanloop gemaakt. De komende gebeurtenis zelf, waar het bij alle actie steeds om te doen is geweest, voltrekt zich in luttele uren op een paar dagen in de maand October. Zo zou men de vraag kunnen stellen, of die enkele ogenblikken eigenlijk de niet geringe moeite van alle voorbereidingen wel waard zijn te noemen. W a t gaat er gebeuren, wanneer wij straks, in duizendtallen, uit alle delen des lands naar Amsterdam optrekken om het feest van onze Universiteit te vieren? Het betreft een bestaansperiode van vijf en zeventig jaren. Voor een Universiteit kan men daarbij bezwaarlijk van een eerbiedwaardige ouderdom spreken. Een goede Universiteit is gewoon haar leeftijd alleen bij eeuwen t e tellen. Gaat het wellicht om het aanrichten van een uitbundig en luidruchtig f^est? Is het de bedoeling veel vertier en jolijt te bedrijven? Mij dunkt, daarvoor behoeft in aUe geval tegenwoordig niemand een tocht naar Amsterdam te ondernemen. Voor iets dergelijks wordt haast overal in het land aan ieder, die het meemaken wü, volop gelegenheid geboden. Het feestrumoer is haast niet van de lucht. En mocht iemand dat willen zoeken met zijn gaan naar Amsterdam, dan zal hij stellig beter elders dan bij de herdenkingsplechtigheden van onze Universiteit, zijn hart kunnen ophalen. Met veel uitbundigheid zal een en ander niet toegaan. Ik geloof althans niet, dat zulks in de bedoeling ligt. E n jolijt is het niet, dat men er in de eerste plaats zal mogen verwachten. Wij beginnen met een samenk o m s t in een kerkgebouw, met een uur van gebed.

2

Met dit begin wü de aanstaande feestviering gekarakteriseerd zijn. Er is in de vijf en zeventig jaren, die heengingen, ongetwijfeld heel veel tot stand gekomen. Wanneer wij aan het vergelijken gaan tussen de toestand in 1880, bij de oprichting der Universiteit, en de situatie in 1955, is er alle reden om de handen ineen te slaan van verbazing. De grondleggers van onze school moesten het heden eens kunnen gadeslaan. Met de beschrijving van dat onderscheid zou een geheel nummer van ons blad gevuld kunnen worden. Maar zullen wij durven beweren en staande houden: dat alles hebben onze voorgangers en wij tot stand gebracht door ons vermogen en door ons beleid; ziet eens, hoe heerlijk ver wij het hebben weten te brengen! Wij zouden geen mensen moeten zijn wanneer niet de neiging t o t een dergelijke innerlijke overtuiging en tot het doen van een dergelijke uitlating bij ons werd aangetroffen. De grote dingen, waarop ik zinspeelde, zijn niet buiten onze vaderen en buiten ons om werkelijkheid geworden. Zij en wij hebben er voor gewerkt en er naar gestreefd, vaak ook voor gezwoegd. En toch, niets van dat alles zou tot stand zijn gekomen en thans voor ons staan, indien God Zijn zegen niet had gegeven! Daarom past ons alleen ootmoedige dankbaarheid en diepe erkentelijkheid voor wat het Hem beUefd heeft gedurende de verlopen vijf en zeventig jaren toe te brengen. Hij heeft mensen en omstandigheden zo geleid, dat wij thans een Universiteit bezitten, gelijk zij op het ogenblik reUt en zeilt. Bovendien, dat danken moet gepaard gaan met de erkentenis, dat wij, als bouwers van de Universiteit, in vele opzichten zijn tekortgeschoten en ontzaglijk veel bedorven hebben. Wanneer wij letten op het hoge doel, dat met het stichten dezer Universiteit werd nagestreefd, en wij bedenken dat het aangedurfd werd in haar zaak de naam des Heren te betrekken, kunnen wij niet anders dan met verootmoediging des harten op onze knieën zinken. I n deze toon zal ons herdenken moeten staan. I n deze stemming willen wij straks in Amsterdam bijeenkomen. Dan denk ik ook aan de vele lezers, die niet de gelegenheid en de tijd zullen hebben om de herdenkingsdagen in Amsterdam mee te maken. Zij zullen zich met ons willen verenigen in dezelfde stemming van verootmoediging en dankbaarheid. Alleen zo zal ons herdenken en feestvieren Gode welgevallig zijn. D. N.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1955

VU-Blad | 132 Pagina's

Vrije Universiteitsblad 1955 - pagina 68

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1955

VU-Blad | 132 Pagina's