GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Vrije Universiteitsblad 1957 - pagina 131

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Vrije Universiteitsblad 1957 - pagina 131

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Die «gekke» studenten „De student" is wel een onderwerp, waarover je vaker dau eenmaal kliut praten. De mensen horen er trouwens graag over praten, maar nog veel liever praten zij er zélf over. Dat is helemaal geen nieuws. Wanneer men de literatuur nagaat, dan blijkt, dat zo'n slordige zeshonderd jaar geleden ook de studenten ai midden in de belangs'telling stonden. Ook toen deden al allerlei verhalen de ronde over grappen, die stndenten uithaalden, of over boosheden, die zij bedreven. Kort geleden heb ik stomverbaasd gestaan- Ergens in de proviiieie — u weet, wanneer wij een plek buiten Amsterdam bedoelen, praten wij in Amsterdam altijd over „de provincie" — vertelde men mij een mooi verhaal. Studenten van de Vrije Universiteit zouden op een wandeling ergens buiten Amsterdam eenden gevangen hebben, die eenden de hals dicht geknepen hebben, zodat die in benauwdheid een ei lieten vallen, waarna de studenten op een vuurtje water gekookt hadden om de eendeneieren in een eetbare staat te brengen, waarna zij de aldus verschalkte eieren naar binnen werkten. In het gezelschap waren er, die zeiden: „foei, foei". Anderen zeiden: „echte studentenstreken" en lachten; weer anderen vonden het een wreed gedoe en zo kabbelde het gesprek verder. Na enige tijd zei ik: „ik geloof, dat het verhaal toeh al een' beetje opd is". De verteller had namelijk gedaan alsof het pas ie^p ?omer gebeurd was. Toen ik mijn opmerking gemaakt had, zei de verteller; „nou ja, dat kan wel. Het kan ook ïijn, dat het het vorige jaar of het daar vorige jaar geweest is", maar hij had uit heel goeie bron, dat het echt gebeurd moest zijn. Ik heb toen aan het gezelschap verteld wat ik er toevallig van wist. Dat toevallige was dit, dat dit hele mooie verhaal al voorkomt in een aanklacht, die de kleine boeren in de omgeving indienden bij dP Magistraat van Heidelberg omstreeks het jaar 1350. Het is wel duidelijk, dat er dan geen studenten van de V.U. betrokken waren bij de enveldaad. En zelfs de naam Heidelberg kan geen catechismus-suggesties opwekken, want bet verhaal is zelfs ouder dan dit Voortreffelijke leerboek der gereformeerde religie. Nu hoor ik al iemand zeggen: „ja, dat is een mooi «moesje van die professor, maar als zij dit dan niet gedaan hebben met die eenden, dan doen zij toch wel allerlei andere dingen, die „gek" zijn". Er zijn nu eenmaal mensen, die per se graag verhalen 9ver studenten willen opdissen. Er zijn kringen, waarin men heel graag moppen vertelt. Ik heb tegen het vertellen van moppen geen bezwaar. Integendeel. Het is «oms heel gezellig om er naar te luisteren en er aan mee te doen.

Maar je kunt er gerust op rekenen, dat meer dan de helft van de moppen pp naam van Joden gezet wordt. Dat hoort er zo'n beetje bij. En Max Taüleur, de beroemde mpppPBVPrteller van Amsterdam, doet er dik aan mee. Maar nu dreigt er in gereformeerde kring een nieuwe gewoonte te ontstaan. Dat js deze; als er over stoutig» heden gesproken wordt, dan zijn het stoutigheden van studenten. Dat zon nog niet zo erg zijn, maar als het goed raak moet wezen, dan worden het stoutighedep van studenten van de Vrije Universiteit. J e vraagt je wel eens af; wat is dat toch? O nee, schri]!^ maar piet, ik bedoel helemaal niet te zeggen, dat de stndenten van 4e V.U. „heilige boontjes" zijn. Maar het is wel heel gek wat ik kort geleden nog meemaakte. In de krant had een bericht gestaan (en misschien was het ook door de radio,wel omgeroepen, dat weet ik niet) dat studenten (ik geloof ergens in Italië, maaf ik ben er niet helemaal zeker van waar het gelieurde, ma<lT in ieder geyal in het buitenland) een professor verhinderd hadden college te geven. Het was er noga! heet toegegaan en, zo zei het bericht, een aantal studenten was voor een week van de Universiteit verwijderd. Wie schetst mijn verba^sing toen ik zeer kort daarop tweemaal werd opgebeld. Eenmaal uit Amsterdam en eenmaal, pit het oosten van het land om onmiddellijke informaties over wat er toch wel gebeurd zou zijn aan de V.U. Het verhaal was plotseling op de V.U. overgeplant. De Amsterdamse telefonerende mevropw meende, dat het pen professor in de verloskunde betrof (zo'n professor hebben wij nog niet eens aan de V.U., en het telefoontje pit het oosten des lands informeerde naarstig naar mijn toestand, want daar ging het verhaal) dat ik het object was geweest van de aanvalswoede van de studenten. Een zo kras staaltje van het verdraaien der dingen in de volksmond als dit heb ik zelden nieegemaakt. Natuurlijk zit daar geen opzet achter. Iemand leest of hoort een verhaal over iets, dat bij voorbeeld in Italië is gebeurd; hij vertelt het over; er ontstaat wanbegrip of iemand hoort het met een half oor, dat wordt weer oyer verteld, fopt oververteld en geleidelijk ontstaat er, naarmate het verhaal meer in de bpurt gaat spelen, een zekere bezorgdheid of ook yfel een zekere lust om te critiseren en het geval loopt mis. Nu is het een van de pijnlijke dingen, dat, wanneer je over deze dingen gaat schrijven, er altijd mensen zijn, die zeggen: „ja, maar doe maar niet alsof die studenten heilige boontjes zijn". STOf

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1957

VU-Blad | 160 Pagina's

Vrije Universiteitsblad 1957 - pagina 131

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1957

VU-Blad | 160 Pagina's