Vrije Universiteitsblad 1960 - pagina 157

Van het totaal aantal ingeschrevenen waren er 114 van buitenlandse nationaliteit. Onder dezen bevonden zich 15 Amerikanen, 2 Canadezen, 1 Koreaan, 15 Zuid-Afrikaners, 2 Belgen, 9 Hongaren, 8 Duitsers, 47 Indonesiërs, 12 West-Indiërs, 1 Iraniër, 1 Albanees en 1 Chinees. Personeel De groei van de Universiteit drukt zich ook uit in de omvang van de personeelsbezetting. O p 1 januari I960 waren er 626 personen in dienst van Vereniging en Universiteit, tegenover 569 op 1 januari 1959, en wel als volgt verdeeld ; 148 docenten, 175 wetenschappelijke ambtenaren en assistenten en 303 administratieve en technische krachten. Vrije

Universiteitsdagen

Deze werden op 1 en 2 juli te Utrecht gehouden. O p de eerste dag vonden plaats de wetenschappelijke bijeenkomst, met als referenten dr. W . H. Velema te Eindhoven, dr. J. Janssens en prof. dr. G. J. D. Aalders; de vergadering van Vrouwen V.U. Hulp, waarin het woord werd gevoerd door prof. dr. J. F. Koksma en mevrouw A. ]. M. Kremer-Heule te 's-Gravenhage, en de bidstond, waarin voorging ds. G. van Andel te Rotterdam. De tweede dag was bestemd voor de jaarvergadering der Vereniging, die stond onder leiding van ds. P. N . Kruyswijk. N a afdoening van de huishoudelijke zaken werd gesproken door ir. C. A. Doets, prof. dr. G. C. Berkouwer, prof. dr. R. Schippers en mevrouw S. H. Engelkes-Wijngaarden te Amersfoort. Financiën De voortgaande groei wordt ook weerspiegeld in de exploitatie-rekening en balans: een toeneming van de uitgaven voor de Universiteit met ruim ƒ 900.000,— of met bijna 20 % in vergelijking met 1958. Van deze meerdere uitgaven kwamen voor rekeniaji van de faculteit der geneeskunde ruim ƒ 300.000,— en voor de faculteit der wis- en natuurkunde ƒ 200.000,—. Als gevolg van het feit, dat de kosten van het Vrije Universiteitsblad in haar geheel niet subsidiabel bleken te zijn steeg op de rekening van de Vereniging de post ,,V.U.-blad, drukwerk en propagandamateriaal" niet onbelangrijk. De post ,,Onkosten, drukwerk en porti enz." onder Universiteitskosten daalde als gevolg daarvan met een evenredig bedrag.

De resultaten van de in 1958 en in het begin van het verslagjaar gevoerde ééndag-acties komen thans volledig in de rekening tot uitdrukking. Door de gezamenlijke inspanning van de vaste medewerkers in de organisatie en een groot aantal V.U.vrienden daarbuiten bleek het mogelijk de contributies op te voeren met ongeveer ƒ 160.000,—. Volgens de reglementaire bepalingen moeten giften van ƒ 1.000,— en hoger ten gunste van de kapitaalrekening worden gebracht. O p grond hiervan kon behalve het in de exploitatierekening verantwoorde bedrag van ruim ƒ 17.000,—, bestaande uit kleinere giften, een bedrag van ƒ 59.000,— aan ontvangen schenkingen aan het bouwfonds worden toegevoegd. Hoewel het Directeuren tot dankbaarheid stemt, dat de opbrengst van de kerkelijke collecten die van 1958 nog iets overschreed, menen zij toch niet onvermeld te moeten laten dat de kosten van de theologische faculteit in 1959 in verband met nieuwe benoemingen belangrijk gestegen zijn, terwijl krachtens de bestaande subsidieregeling deze kosten, zo mede 4 % van de — nog steeds stijgende — algemene kosten der Universiteit ten volle voor eigen rekening komen. De post ,.Rente beleggingen" kon op het peil van 1958 worden gehandhaafd, ondanks het feit, dat enkele grote leningen op korte termijn met een hoog rentepercentage in het begin van het jaar 1959 werden afgelost. Voor de vrijgekomen bedragen werd een belegging op wat langere termijn gevonden. In dit verband kan worden opgemerkt, dat de vlotte wijze van voorschotverlening door het Rijk op het subsidie voor de nieuwbouw, waardoor de financiering daarvan vrijwel beperkt kon blijven tot het eigen aandeel in de nieuwbouwkosten, ook in 1959 werd gecontinueerd. Gememoreerd dient nog te worden, dat het in de exploitatierekening opgenomen bedrag van ruim ƒ 16.000,— (het eigen aandeel in de kosten van de verbouwing en inrichting der universiteitsgebouwen) uitsluitend betrekking heeft op de bestaande gebouwen. Het eigen aandeel in de kosten van de nieuwbouw daarentegen wordt ten laste van het bouwfonds gebracht. Bij de post ,,Onvoltooide bouw en inrichting ' op de balans kan opgemerkt worden, dat tot en met 31 december 1959 voor de nieuwbouw in totaal een bedrag van ƒ 12.101.793,05 werd uitgegeven, waarvan ƒ 4.798.506,12 in het laatstelijk afgesloten boekjaar. Het thans nog op de balans resterende eigen aandeel in de kosten van de nieuwbouw wordt na voltooiing van elk zelfstandig onderdeel en de

3101

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Terug naar resultaten Printen